Orde

Orde: “We volgen strategie om tot wettelijke barema’s te komen”

NAV • 19 oktober 2016

Architecten presteren meestal veel meer uren dan ze hadden begroot, en het gemiddelde ereloon vandaag is niet leefbaar. Marnik Dehaen, voorzitter Orde van Architecten – Vlaamse raad geeft tekst en uitleg over hun strategie om tot wettelijke barema’s te komen.

“Om inzicht te krijgen in de verhouding tussen workload en ereloon, gaven wij Johan Rutgeerts de mogelijkheid om, onder strikte voorwaarden, zijn studiewerk verder uit te diepen. Belangrijk voor ons was dat het onderzoek grondig en geloofwaardig was, op voldoende data berustte en relevante resultaten opleverde. Onze uiteindelijke bedoeling was om, net zoals in Duitsland is gebeurd met de wettelijk vastgelegd HOAI-barema’s, de onderzoeksresultaten te gebruiken om een Belgisch equivalent van die barema’s op de agenda te zetten. Geen vast percentage zoals vroeger in de deontologische norm nummer twee, maar een minimumdrempel en een vork, zodat architecten over vrijheid van onderhandelen en ondernemen beschikken.”

 

“Uiteraard realiseer je een dergelijk objectief niet van de ene dag op de andere. Daarom hebben we een strategisch stappenplan opgesteld. De eerste, meteen realiseerbare deeldoelstelling is sensibilisatie. Wij willen opdrachtgevers doen nadenken over de prijszetting van architecten. Aan de hand van de folder die we op Batibouw hebben verspreid, kunnen zij inschatten hoeveel uren de architect werkt aan een bepaalde opdracht en wat zij daarvoor in return krijgen. Zo kunnen bouwheren een gefundeerde keuze maken. Dat zal de herwaardering van ons werk een fikse boost geven. Intussen zien wij als afgeleide van die tabellen diverse berekeningsmodules opduiken. Ook binnen de Vlaamse raad gaan er stemmen op om een dergelijke module ter beschikking te stellen. Dat zou opdrachtgevers een houvast geven, terwijl het voor architecten een instrument kan zijn om hun workload én ereloon te staven.”

 

“Als ultieme stap mikken we op wettelijke barema’s. Wij kijken uit naar wat het Europees Hof van Justitie na de zomer zal beslissen over de inbreukprocedure die de Europese Commissie is gestart tegen de Duitse barema’s. Als die beslissing in het voordeel is van het Duitse standpunt, zijn we goed gewapend om bij onze beleidsmakers voor een vergelijkbare oplossing te pleiten. Een oplossing waarbij iedereen wel zal varen. De consument kan rekenen op correct werk, de architect op een correct ereloon en de overheid op een regeling die het algemeen belang dient.”

 

“Wij leveren momenteel inspanningen op diverse niveaus. In de Europese beroepsvereniging ACE hebben we onze studie gepresenteerd en bekijken we hoe we op Europese schaal kunnen ageren. Op het niveau van de binnenlandse politiek ijveren we voor een nieuwe invulling van de mogelijke taken van de architect en de daaraan verbonden barema’s. Met de architectenwet van 1939 lukt dat namelijk niet. Het recente arrest van het Hof van Cassatie over de mogelijkheid om de architectenopdracht stop te zetten zodra een gebouw wind- en waterdicht is, geeft ons daarvoor ironisch genoeg munitie in handen. In onze besprekingen met de politiek blijkt immers dat iedereen de vrijstelling van werken die de medewerking van een architect vereisen helemaal anders interpreteert dan door het Hof van Cassatie is gedeponeerd. In die zin is het arrest dus voor de orde van architecten  een brug te ver. Je kunt het gegeven dat bepaalde, losstaande werken vrijgesteld zijn van de vergunningsplicht of de tussenkomst van de architect, niet zomaar transponeren naar een nieuwbouw of een totaalrenovatie, luidt steevast de reactie. Door dat arrest moet de architect zich bovendien in de toekomst contractueel indekken tegen mogelijke problemen achteraf. Want wat als er in een latere fase van de bouw bijvoorbeeld betonbalken worden doorboord voor ventilatieleidingen? Net dat soort van agressieve druk benutten wij nu om onze eigen onderhandelingspositie te versterken.”