Nieuws

Als de oude dag nadert, hoeft de fermette niet meer

NAV • 7 november 2016

Zijn de kinderen het huis uit? Dan ruilen steeds meer vijftigplussers hun woning in voor een kleiner stekje, het liefst in de stad. Al is die keuze niet altijd makkelijk, meldt De Standaard.

Uit een studie van 2001 bleek al dat gemiddeld de helft van de Vlaamse eengezinswoningen onderbezet zijn: er wonen minder mensen in dan het huis aankan. De gemiddelde Belgische woning is intussen bovendien 52 jaar oud. Dat is bijna een Europees record.

 

Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck juicht de trend naar kleiner, geconcentreerd wonen toe. ‘De terugkeer naar de stad is ingezet door de jongbejaarden’, zegt hij. ‘Het zijn mensen die mosselen willen eten dicht bij huis en dan de tram naar hun appartement nemen.’ En bij een overlijden zit de andere niet zo alleen. ‘Vereenzaming in de verkaveling is een enorm probleem.’

 

En dus spelen bouwpromotoren gretig in op de vraag naar kleinere, comfortabele stadsappartementen. Het aantal bouwvergunningen voor gezinswoningen daalt flink, terwijl dat voor appartementen ligt stijgt. Zestigers verruilen hun huis in de groene rand voor een kleiner appartement in de stad. Dat doen ze vooral voor de faciliteiten: de cultuur, de winkels, het feit dat alles dichtbij is. Maar het zijn vooral de kapitaalkrachtigen die de sprong wagen.

 

Woningen ook aangepast?

 

Oudere mensen die dat niet doen, staan volgens Pascal De Decker, hoofddocent architectuur aan de KU Leuven, voor uitdagingen. Vereenzaming, versnipperde zorgvoorzieningen, thuisverpleegsters die grote afstanden moeten afleggen om de verspreid wonende bejaarden te bezoeken. ‘Ik pleit niet voor bejaardengetto’s, maar een zekere concentratie is echt wel gewenst.’ Al is een kleiner appartement in de stad volgens De Decker geen garantie dat de bewoner daar tot zijn laatste dag zal kunnen blijven. ‘Vaak zijn het inderdaad kapitaalkrachtige ouderen. Maar zijn die woningen daarom ook aangepast?’ Er zijn wel degelijk grote verschillen tussen de woonnoden van een vijftigplusser en die van iemand die de zeventig voorbij is.