Interview

Jef Van Oevelen: 'Ja, ik schets nog al onze concepten met de hand'

Colette Demil en Staf Bellens • 29 november 2016

Architect Jef Van Oevelen startte zijn loopbaan in 1979 op het bureau van de emblematische Georges Baines, waar hij onder andere de renovatie van het iconische huis Guiette begeleidde. Nadien bouwde hij een heel gedifferentieerde portfolio uit die alom op applaus wordt onthaald. Het portret van een ‘keikop’ die even snel tekent als denkt en dan ook steevast alle conceptschetsen in het bureau eigenhandig (!) voor zijn rekening neemt.

Ondanks de bedenkingen van zijn vader, een handelaar in veevoeder, verliet Jef Van Oevelen (°1955) halfweg de jaren 70 het landelijke Kalmthout om aan de ‘academie’ in Antwerpen zijn adolescentendroom, een opleiding tot architect, waar te maken. Toen in 1979 de uitreiking van dat diploma in het zicht kwam, zag het ernaar uit dat zijn vader vooralsnog gelijk zou krijgen. Jef Van Oevelen: “De bouwsector lag compleet op apegapen. Ik herinner me nog dat mijn vader zei: ‘Troost je, slechter kan het niet worden’. Maar wij eindejaars- studenten lieten het niet aan ons hart komen. Via de beruchte carnavalfuiven die we aan de academie organiseerden, hadden we een fikse spaarpot opgebouwd, waarmee we op studiereis naar New York trokken. Tegen de gebruikelijke gang van zaken in vroegen wij welke docenten ons wilden vergezellen. Naast André Bladt bleek Georges Baines geïnteresseerd, de eerste en enige keer dat hij aan een studiereis deelnam. Hij bood me toen een stageplaats op zijn bureau aan, waar ik acht jaar ben geble- ven en de stiel heb geleerd. Georges had net de opdracht gekregen om in Wilrijk een school te bouwen met twee ondergrondse sporthallen en een hele reeks klassen. Vanaf dag een mocht ik samen met een collega die werf opvolgen. Na twee weken zei Georges plots: ‘Jouw collega is er niet langer, dus doe het maar alleen verder’. Daar stond ik, middenin een grote bouwput.”

 

Samen met Georges Baines werkte Jef Van Oevelen drie jaar aan de restauratie van het huis Guiette in Wilrijk, het enige nog bestaande gebouw van Le  Corbusier in ons land. “Een unieke ervaring. We tekenden alle raamprofielen stuk voor stuk uit en lieten ze nieuw vervaar- digen in Engeland. We ontwierpen een hedendaagse keuken die paste bij de geest van het gebouw. Om de originele maar beschadigde cementvloertegels te vervangen, lieten we nieuwe tegels op maat vervaardigen. Georges bleef zoeken tot hij had wat hij wou. In zijn eigen huis stonden enkele houten krukjes van Aalto, een paar meubelen van Rietvelt en een immense wandbibliotheek. Hij was een asceet en een filosoof, met een enorme levenswijsheid, wiens werk pas op het einde van zijn leven de gepaste waardering kreeg.”

 

Een vreemd moment beleefden beide architecten toen er een wedstrijd werd uitgeschreven om de Brusselse Rolin- kazerne om te vormen tot woningen. “Naast mijn job had ik intussen eigen activiteiten opgestart, geholpen door mijn vrouw. Als zus van architect Fons Mostien was zij goed vertrouwd met ons beroep. Helemaal in het begin zat ik ’s nachts te tekenen, terwijl zij de lasten- boeken  en  meetstaten  maakte. Zowel Georges als ik schreven ons in voor die wedstrijd. Overdag laboreerde ik aan zijn voorstel, dat neerkwam op afbraak en heropbouw. ’s Nachts boetseerde ik mijn eigen concept, gebaseerd op be- houd en renovatie van de oude kazernegebouwen die best nog een eeuw mee konden. Op een dag nodigde Georges me uit om samen te dineren in het Brusselse restaurant van zijn broer. Daar vertelde  hij  me  dat  mijn  ontwerp   het had gehaald, meteen de reden voor het etentje. Zo was hij wel. Het verhaal van de Rolinkazerne kende jammer genoeg een minder fraai verloop. Als groentje belandde ik tussen de kaken van Brusselse promotoren en van mijn ontwerp is uiteindelijk niets in huis gekomen.”

Mahatma Gandhiwijk Mechelen - Jef Van Oevelen

Bouwen vanuit de leegte

 

In 1988 richtte Jef Van Oevelen het architectenbureau op   dat   tot   vandaag zijn naam draagt. “Op aandringen van Georges Baines gaf ik vanaf 1986, toen  hij zijn docentschap neerlegde, les aan   de architectenopleiding in Antwerpen. Dankzij die zekerheid hoefde ik geen projecten om den  brode  te  aanvaarden, wat zeker in de moeilijke beginjaren mijn leven veraangenaamde.” Van woningbouw evolueerde het bureau geleidelijk naar grotere opdrachten. Vandaag bestrijkt de brede portfolio  onder andere sociale en private collectieve huisvesting, zorgarchitectuur, bedrijfsgebouwen, scholen,  instellingen voor bijzondere jeugdzorg, andere publieke opdrachten en  PPS-projecten met een gemengd programma. “Sociale woningbouw was van in het begin een constant gegeven voor het bureau. De verantwoordelijkheid nemen om  binnen een beperkte ruimte en budget toch een programma te realiseren voor een zwakkere groep, spreekt me sterk aan. Sociale woningbouw start voor mij altijd met een  kwaliteitsvolle, leesbare en begrijpbare publieke ruimte."

 

"In grote groepen met een dikwijls hoge densiteit moet iedereen intuïtief aanvoelen wat publiek en wat privaat is, waar je wel en niet mag komen. Bovendien hebben de bewoners, gezien de beperkte woon- ruimte, meestal de neiging om meer publieke ruimte in beslag te nemen voor vuilniszakken, schotelantennes, een tuinhok of fietsen. Als ontwerper moet je trachten na te gaan of dat kan, in hoe- verre dat weegt op de resterende publieke ruimte en welke alternatieven het financiële korset eventueel nog biedt.”

 

“Bouwen vertrekt bij mij altijd vanuit de vraag: waar bouwen we niet? Als je dat vastlegt, hou je vanzelf een bepaalde morfologie over. Een plein, straat, door- steek of onderdoorgang houdt in dat je bepaalde afstanden en hoogtes moet respecteren en bepaalt wat je kunt bouwen. Als volgende stap kijk je dan hoe bepaalde ruimtes met elkaar communiceren. Past daar een slaapkamer, een leefruimte, een circulatie? Komen private en publieke ruimte met elkaar in conflict of geven ze elkaar een bepaalde lading? Aan de hand van al die vragen kan je dan nagaan of een programma wel of niet klopt op die plek.”

 

Handmatige schetsen als startpunt

 

Het bureau telt vandaag 15 architecten. Jef Van Oevelen staat nog altijd zelf in voor de opstart van elk project. “Ik be- heer elk dossier tot het concept vast ligt en klopt met een mening, programma, omgeving, budget. Vanaf dan neemt een collega de teugels over en ben ik alleen nog bij de belangrijke beslissingen betrokken. Een samenwerking met  andere bureaus benader ik vanuit diezelfde filosofie: werk eerst individueel een idee uit en bespreek dat dan  samen. Dat  is de enige garantie op een onderbouwde dialoog. De vraag van opdrachtgevers is altijd op een of andere manier gekleurd: financieel, politiek, onvoldoende inzicht. Als architect moet je daar doorheen kijken om de echte, objectieve vraag te detecteren. Het is dikwijls een proces van ‘herkennen’ en ‘erkennen’. Daarmee neem je meteen stelling in: wat doe je wel, wat doe je niet? Afhankelijk van wie die röntgenbril opzet, krijg je andere accenten in die eerste stelling."

Maar de moderne wereld stopt niet aan de voordeur van het architectenbureau in Ekeren, integendeel. “Onze oudste dochter ontwikkelt hier sinds enkele jaren een eigen activiteit in grafische communicatie en vormgeving en recent zijn nog twee nieuwe vennootschap-  pen in het bureau ondergebracht. De eerste, E-norm, legt zich toe  op  ener-  gie en duurzaamheid en verzorgt ook voor derden de EPB-verslaggeving en PHPP-berekeningen. De  tweede, 3d depoo, houdt zich uitsluitend bezig met visualisatie en wordt aangestuurd door mijn schoonzoon, die zich heeft gespe- cialiseerd in computertekenen. In het bureau werken wij al ruim 15 jaar met ArchiCAD. Intussen experimenteren we ook met bimmen, en geregeld laten we 3D-maquettes printen.”

KTA in Heist-op-den-Berg - Jef Van Oevelen