Opinie

"Hof van Cassatie over opdrachten ruwbouw-winddicht: het Waterloo van de Orde van Architecten"

Philip Adam, Secretaris NAV • 19 december 2016

Een arrest van het Hof van Cassatie heeft een einde gemaakt aan een standpunt van de Orde van Architecten dat sinds 28 februari 1992 door de Nationale Raad werd in-genomen. De Orde heeft meer dan 24 jaar volgehouden dat een architect geen op-drachten ruwbouw-winddicht kon aanvaarden. Bijna alle provinciale raden dwongen architecten om hun contracten aan te passen of hun opdracht stop te zetten. Het Hof van Cassatie heeft nu geoordeeld dat het perfect wettelijk is dat een architect een volledige opdracht kan beperken tot de fase ruwbouw-winddicht.

Tenenkrullend ...

 

Op de website van het Hof van Cassatie kan men het arrest downloaden ; daarbij vindt men eveneens het verzoekschrift van de Nationale Raad van de Orde van Architecten.

 

De argumentatie van de Nationale Raad is zonder meer tenenkrullend. De Nationale Raad steunt zich op de wet van 1939 om de opdracht van de architect te bepalen, maar gaat daarbij volledig voorbij aan de bevoegdheid van de gewesten die de lijst vaststellen van de werken waarvoor de medewerking van een architect vereist is.

 

De Nationale Raad voert als argument ook aan : “Dat de tussenkomst van de architect niet kan beperkt worden tot de ruwbouw-winddichtfase blijkt tevens uit de EPB-regelgeving.” Er wordt in het verzoekschrift uitgebreid ingegaan op dit argument om aan te tonen dat de architect zijn opdracht niet kan beperken.

 

Dat de EPB-regelgeving wordt aangevoerd als argument is zonder meer merkwaardig, want het Vlaams Energie Agentschap beschrijft in haar handleidingen zelf expliciet hoe een architect moet handelen in het geval van een opdracht ruwbouw-winddicht(!).

 

Het betreffende uittreksel uit de handleiding van het VEA:

 

De opdracht van een architect loopt minstens tot alle werken zijn uitgevoerd die leiden tot een wind- en waterdicht gebouw. Als de architect enkel controle uitvoert tot het gebouw wind- en waterdicht is, worden er werken uitgevoerd die niet meer onder de controle van de architect vallen en die toch de energieprestatie of het binnenklimaat van het gebouw meebepalen. De bouwheer moet er dan in samenspraak met de (verschillende) aannemer(s) voor zorgen dat de EPB-eisen worden nageleefd. Over deze werken worden best duidelijke afspraken gemaakt in de contracten van de aannemers met de bouwheer. Het behoort wel tot de taak van de architect om voor alle werken die de energieprestatie of het binnenklimaat van het gebouw beïnvloeden, de minimale prestaties te bepalen die voor elk onderdeel nodig zijn om aan de EPB-eisen te voldoen. De bouwheer stelt deze specificaties dan ter beschikking van de aannemer(s).

 

Na de zaak ARC-ION (waarbij de Orde voor de rechtbank een wereldvreemd standpunt innam en bouwkundig tekenaars en architect-assistenten wou verbieden om nog plannen te tekenen in opdracht van of in dienst van een architect), is dit de tweede keer op korte tijd dat de Orde door een rechtbank wordt teruggefloten.

 

Na het arrest van het Hof van Cassatie liet de Vlaamse Raad van de Orde in een e-mail aan alle Vlaamse architecten het volgende weten: “De uitspraak betekent voor architecten dat ze vanaf vandaag contracten kunnen afsluiten enkel voor het gedeelte ruwbouw-winddicht.”

 

Deze opmerking raakt uiteraard kant noch wal: de Orde heeft meer dan twintig jaar het verkeerde standpunt aangehouden en architecten gedwongen om hun contracten aan te passen of hun opdracht op te zeggen. Architecten konden ALTIJD een opdracht ruwbouw-winddicht aanvaarden.

 

Overigens stond de Orde heel alleen met haar standpunt.

De Vlaamse administraties (ruimtelijke ordening en VEA) hanteerden altijd het standpunt dat een architect zijn opdracht kan beperken tot de ruwbouw-winddicht. Advocaten die gespecialiseerd zijn in bouwzaken (o.a. mr. Uytterhoeven en mr. Honoré), zeggen al jaren dat de architect zijn opdracht kan beperken tot een ruwbouw-winddicht. Het Hof van Beroep in Luik had bovendien in 2014 ook al expliciet in die zin een uitspraak gedaan. Ook de verzekeringsmaatschappijen had al jaren geleden laten weten dat een opdracht ruwbouw-winddicht perfect wettelijk is en als dusdanig ook verzekerbaar is.

 

De Orde wist dus dat er gegronde twijfel bestond over haar standpunt. Het is een onaanvaardbare praktijk dat de Orde in dergelijke omstandigheden toch probeert om haar standpunt op te leggen aan de bouwheren, door de architecten onder druk te zetten om de contracten aan te passen. In plaats daarvan had de Orde verduidelijking moeten vragen aan de bevoegde overheden. Pas nu kondigt de Orde aan om in die richting initiatieven te willen nemen. Dit is uiteraard rijkelijk laat : de hoeveelheid energie en tijd (en bijdragen van de leden!) die werd gespendeerd aan deze discussie is niet te becijferen…

 

Standpunt van het NAV

 

Na de berichtgeving over het arrest van het Hof van Cassatie kreeg het NAV vanuit de kant van de Orde het verwijt dat ze een voorstander is van opdrachten ruwbouw-winddicht. Nochtans heeft het NAV enkel maar een neutrale weergave gegeven van het arrest van Cassatie. Het NAV heeft wel de vraag gesteld aan de Orde om over deze problematiek duidelijk te communiceren aan het korps want het NAV wist dat de meeste provinciale raden contracten ruwbouw-winddicht weigerden.

 

Dat de Orde voorstander is om de taak van de architect niet te beperken tot een ruwbouw-winddicht, kan uiteraard door het NAV volledig worden ondersteund. De inbreng van een architect bij het volledige bouwproces is, zeker voor de gewone consument, een absolute meerwaarde. Het criterium dat de Vlaamse overheid momenteel gebruikt om de medewerking van een architect verplicht te stellen, met name de stabiliteit, is hopeloos ontoereikend. Dat men bvb. een handelsgebouw mag wijzigen naar een woonfunctie zonder dat daarvoor een architect noodzakelijk is (en zelfs geen epb-aangifte) als er geen structurele werken gebeuren, is gewoon niet te verantwoorden.

 

Maar de Orde moet zich kunnen neerleggen bij de wetgeving en deze niet trachten te omzeilen door zelf regels op te stellen. Als de Orde het monopolie van de architect verder gaat uitbreiden dan hetgeen wettelijk is voorzien (door zijn leden te verplichten om geen contracten ruwbouw-winddicht af te sluiten), dan is dit een bijzonder riskante onderneming. Het NAV heeft al meermaals gewaarschuwd dat, in het geval van een klacht bij de mededingingsautoriteiten, de Orde het risico loopt op een aanzienlijke boete.

 

Bovendien heeft de Orde ook nooit een antwoord gegeven hoe men als architect moet omgaan met sommige courante praktijken in de bouwsector.

 

Nieuwbouwappartementen en -woningen worden soms te koop aangeboden als casco, waarbij de afwerking wordt overgelaten aan de nieuwe eigenaar.

Ook commerciële gebouwen (winkels, kantoren,…) worden dikwijls te koop of te huur aangeboden in fase ruwbouw-winddicht omdat de inrichting zal gebeuren door de nieuwe eigenaar of huurder.

En bij grote projecten zit het ontwerp van technische installaties vaak bij studiebureau’s.

In al deze gevallen kan een architect gewoonweg geen contract afsluiten voor de afwerking.

 

Dat de wetgever de taak van de architect altijd beperkt tot een opdracht ruwbouw-winddicht is dus te betreuren. Langs de andere kant geeft het wel de mogelijkheid om de loodzware aansprakelijkheid van de architect te beperken. Een architect kan immers voor de werken na de fase ruwbouw-winddicht perfect contractueel zijn taak (en verantwoordelijkheid) omschrijven en vastleggen. En dat is dan wel goed nieuws …

Het NAV vraagt met aandrang dat, als er zich in de toekomst nog eens juridisch “onduidelijke” situaties voordoen, de Orde in eerste instantie al het mogelijke doet om bij de bevoegde overheden en/of administraties opheldering te vragen.  Het is niet echt netjes om zijn gelijk proberen te halen op de kap van de architecten, die hun tijd moeten steken in het beantwoorden van brieven van de Orde, discussies krijgen met hun bouwheren of kosten moeten betalen voor advocaten in het Hof van Cassatie.  En elke keer dat de Orde wordt teruggefloten door een rechtbank verliest ze aan geloofwaardigheid….