Nieuws

'k Vraag het aan: Luc Deleu aan Lionel Devlieger (ROTOR)

11 augustus 2017

Luc Deleu aan Lionel Devlieger (ROTOR): “Ik ben benieuwd naar de motivatie achter ROTOR. IK denk namelijk dat die verhelderend kan zijn voor de architectuurwereld. Hoe kan het architectuurplatform iets betekenen voor ROTOR? Wat kan ROTOR betekenen binnen de bouw(kunst)wereld?

Lionel Devlieger (ROTOR): “Dag Luc. Dank je voor je vraag/vragen. Ik ga starten met je vraag over onze motivatie. En passant licht ik misschien ook een tipje van de sluier over de twee andere vragen.

 

Zoals je weet, zijn we een multidisciplinair team met niet alleen architecten, maar ook (bio)ingenieurs, scenografen, journalisten, juristen en anderen. Onze hoofdbekommernis is niet het verdedigen van goede architectuur. Niet dat we niet van architectuur houden, integendeel, maar we voelen dat daarvoor al een goed gestructureerde lobby bestaat. Wat we wel verdedigen, en daarin voelen we ons eenzamer, is het recht van bouwcomponenten om te blijven bestaan nadat het geheel waarin ze pasten ten dode is opgeschreven. Je kan dat als een klein zijaspect van het bouwwezen zien, en dat is het grotendeels ook. Het lijkt ook een eenvoudig streven, maar dat is het niet. De hindernissen die je moet overwinnen om hergebruik op grote schaal mogelijk te maken, zijn talrijk en uiteenlopend: technisch, logistiek, juridisch, economisch, psychologisch, noem maar op. Ze vragen ook dat je intervenieert op de systemen die eigen zijn aan het hedendaagse bouwwezen.

 

Om daarop te kunnen reageren, neemt onze werking verschillende vormen aan. Soms zijn we adviesbureau voor overheden of bedrijven, soms zijn we onderzoekers, ontwerpers, tentoonstellingmakers, auteurs, gastdocenten. We nemen de vorm aan die het probleem van ons vraagt. Sinds kort hebben we ons ook als aannemer gevestigd om zelf gebouwen te kunnen ontmantelen. De materialen en componenten die we zo verkrijgen, verkopen we dan verder aan architecten, opdrachtgevers, particulieren et cetera, of gebruiken we zelf. De projecten die we daarmee uitvoeren, zijn eerder bescheiden in schaal en ambitie. We hebben een voorliefde voor de inrichting van werkplekken, en de schaal waarop we denken is eerder die van de tafelpoot, het plafondelement of de verlichtingsarmatuur dan die van het bouwblok of  het landschap.

 

Enkele weken geleden hadden we een eminent Amerikaans collega op bezoek, een meester-ontmantelaar. Hij schrijft een maandelijkse nieuwsbrief over het hergebruiken van bouwmaterialen die ons al jaren inspireert. Hij signeert die newsletter met de naam The Velvet Crowbar, de fluwelen koevoet. Deconstruction, zijn discipline, definieert hij als de kunst van het zorgvuldig, onderdeel per onderdeel, ontmantelen van een gebouw; een omgekeerd bouwproces. Unbuilding is een andere veel gebruikte term in de VS, waar woningen overwegend in houtskeletbouw zijn opgetrokken, en waar unbuilding tot op de minste nagel in principe haalbaar is. Abbau is de juiste vertaling in het Duits. Het Nederlands schiet hier even tekort. Het is niet alleen een moeilijke economische oefening, zeker in tijden waarin de arbeidskost zo duur is; het is ook een mentale discipline, die vraagt om bescheidenheid.

 

Als architecten werden we getraind om het regisseren van bouwprojecten te zien als een scheppende daad. De materialen staan ten dienste van een overheersend origineel idee. De discipline van de Abbau vraagt daarentegen aandacht voor geniale kleinigheden, triviaal lijkende, maar perfect geëvolueerde systeempjes: de baksteen, de kassei, de tegel, de elementen van een gietijzeren radiator, het ophangsysteem van een vals plafond ...

 

Het naoorlogse bouwwezen heeft de business van de afbraak van niet langer gewenste gebouwen volledig uitbesteed aan een aparte sector: de afbraakaannemers. Het wegnemen van een gebouw is in handen van die sector verworden tot een ingenieursproject. Afbraak wordt gelijkgesteld met zo snel mogelijk transformeren tot een hoop handelbaar puin. Hoge stortkosten zorgen ervoor dat er wat wordt gesorteerd, maar behalve voor de metaalfractie is recycling steevast downcycling. Dat recyclageverhaal heeft ons collectief in slaap gedommeld. De vernietiging van waarde aan onhernieuwbare grondstoffen en energie-inhoud (embodied energy) in als puin afgevoerde materialen gebeurt op kolossale schaal. België produceerde in 2012 een kegel bouwpuin die twee keer zo hoog reikt als de piramides van Gizeh (24.000.000 ton). Acht jaar eerder was dat in gewicht nog minder dan de helft. De schuld in de schoenen van de afbraakaannemers schuiven, zou wat makkelijk zijn. Iedereen heeft zich met graagte van het probleem afgewend. Het is ook een feit dat architecten doorgaans niet stilstaan bij het levenseinde van hun bouwwerk. Bouwen, en liefst voor de eeuwigheid, blijft het streefdoel van een hele beroepsgroep architecten en stedenbouwkundigen. Terwijl we eigenlijk regisseurs nodig hebben van semipermanente infrastructuur, die met even veel graagte ontmantelen wat ze een decennium of twee eerder optrokken.

 

Het was al in 1979, Luc, dat je in de vorm van een kunstwerk verklaarde dat België afdoend volgebouwd was. Vandaag lijkt de term 'betonstop' voor de Vlaamse overheid nog altijd te explosief, maar de zittende bouwmeester pleit – gelukkig - voor een reductie van het bouwareaal, een ruimtelijke krimp cfr. het statement van Leo Van Broeck eerder in deze rubriek. De grote kracht die nog altijd uitgaat van 'De laatste steen van België', zelfs veertig jaar na datum, is wat mij betreft de rituele dimensie ervan. En ik zeg dat zonder ‘tongue in cheek’-intonatie. Solemnele eerste steenleggingen hebben we nog altijd bij de vleet, maar het plechtig en collectief erkennen dat we nu best overstappen van het koloniseren van het landschap met bouwmaterialen naar iets anders, lijkt nog steeds enkel in de kunst mogelijk. In dezelfde trant fantaseren wij over ceremonies die plechtig een Abbau inzetten, en aldus hulde brengen aan een bouwwerk dat aan het kortste eind heeft getrokken. Voor het zoeken naar dat nog uit te vinden eerbetoon staan we bij Rotor alvast klaar. Alvast geen springstof, sloopkogels of kaakbrekers. Misschien iets met een fluwelen koevoet."

In de volgende editie van NAV News lanceert Luc Deleu een nieuwe vraag. Spannend …