Nieuws

Wie bouwgrond ziet verdwijnen, krijgt voortaan de volle pot

20 november 2017

Wie de bestemming van zijn bouwgrond ziet veranderen in landbouw- of natuurgebied, krijgt daarvoor nu een schadevergoeding van 80 procent van de waardevermindering. De Vlaamse regering vindt dat te weinig, en legt de laatste hand aan een decreet dat het bedrag optrekt naar 100 procent. Dat meldt Het Nieuwsblad. Na het debacle van de boskaart moet dat de Vlamingen geruststellen over de betonstop in 2040.

De Vlaamse regering neemt, na de boskaart, nu een nieuwe start. De visie blijft dezelfde: tegen 2040 mag buiten de stads- en dorps­kernen geen nieuwe grond meer worden aangesneden. Alleen komt er nu een ­hogere schadevergoeding voor de grondeigenaars die daar het slachtoffer van worden. De minister van Ruimtelijke ­Ordening, Joke Schauvliege (CD&V), heeft hierover een voorstel klaar.

 

De nieuwe regeling maakt een einde aan het huidige systeem van “plan­schade”. Dat is het bedrag dat eigenaars krijgen als ze de waarde van hun grond zien dalen door de plannen van de overheid. Bijvoorbeeld als hun bouwgrond plots natuur- of landbouwgebied wordt. Die eigenaars krijgen nu 80 procent van de waardevermindering, gebaseerd op de (geïndexeerde) aankoopprijs. In de toekomst zou dat dan 100 procent van die waardevermindering worden, én wordt dat bedrag berekend op basis van de (geschatte) actuele verkoopprijs.