Nieuws

‘Vlaanderen is ruimtelijke obees’

17 januari 2018

De openbare ruimte in Vlaanderen kunnen we beter benutten. Architecten Tim Vekemans en Dimitri Minten (RE-ST) pleiten in De Standaard voor een scan om het grote potentieel bloot te leggen.

“Vlaanderen bulkt van de zwerfruimte: ruimte die we samen hebben gecreëerd, maar onderbenutten. Die onderbenutting is vaak niet zichtbaar en daarin schuilt een grote opportuniteit. We hebben meer ruimte verhard en gebouwd dan we nodig hebben. Het zou goed zijn om te weten welk deel we beter kunnen benutten, of misschien wel kunnen afstoten. Er valt alleen maar bij te winnen. Een scan van het gebruik van onze huidige ruimte kan zichtbaar maken hoe groot het potentieel is.”

 

Vekemans en Minten geven enkele voorbeelden:

  • Leegstand: Een kleine Limburgse gemeente bouwt vandaag een (bij voorbaat ­onderbenutte) ontmoetingsruimte naast zijn dorpskerk. In die laatste vindt alleen nog een wekelijkse eucharistieviering plaats. Duidelijk een gemiste kans, want uiteraard zijn de kerken – die vaak bedreigd zijn door volledige leegstand – ontmoetingsplaatsen bij uitstek. De problematiek van onderbenutting wordt hier verdubbeld. Het is niet dat we niet experimenteren met nevenbestemmingen van kerken, maar dat gebeurt (nog) te weinig. We bouwen dagelijks nog zwerfruimte bij.
  • Onthaden: We vergeten (te) vaak hoeveel ruimte we al hebben en wat we er allemaal mee kunnen doen. We hebben geen nieuw dok nodig om de slagkracht van de Antwerpse haven te vergroten. De Vlaamse overheid onderzoekt terecht alternatieven om de containercapaciteit op te drijven binnen de huidige havencontouren. Vanuit de lucht kun je de oplossingen vermoeden. Hectaren vol met naast elkaar gestockeerde auto’s getuigen niet van efficiënt ruimtegebruik. En industriële loodsen met een gemiddelde dakrandhoogte van tien meter kunnen gerust nog verdubbeld worden. Hetzelfde gaat ook op voor de bedrijventerreinen in Vlaanderen.

 

“Gedurende één legislatuur onze behoeften en aanbod structureel beter op elkaar afstemmen, kan onze ruimtelijke verorbering stevig afremmen. We zouden dubbel besparen, economisch en ecologisch. Bouwen kan nog wel, weliswaar op geschikte locaties, en als het vooraf wordt gegaan door niet-bouwen.”