Kennis

Wat met bronbemalingen en omgevingsaanvragen?

Jan Meykens, SBB Accountants & Adviseurs • 30 mei 2018

Het decreet omgevingsvergunning legt op dat stedenbouwkundige handelingen en ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA) die een project vormen, samen aangevraagd moeten worden.
Met de inwerkingtreding van de Codextrein werd het “onlosmakelijk karakter” van de omgevingsvergunning een stuk uitgehold door uitzonderingen toe te laten, zoals voor de bronbemaling.

Artikel 37 van het Omgevingsvergunningsdecreet (art. 37) stelt dat wanneer een project zowel vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen als de vergunningsplichtige exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA) omvat en wanneer die aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, de vergunningsaanvraag voor de stedenbouwkundige handelingen als voor de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten (begrijp hieronder “milieuaspecten”) samen dient te worden ingediend.

 

De verplichting om beide aspecten samen aan te vragen kon een probleem vormen voor vergunningen die uitsluitend betrekking hebben op de uitvoeringsfase, zoals voor een tijdelijke bronbemaling.       

Op het ogenblik dat een aanvraag wordt ingediend voor bijvoorbeeld de bouw van een gebouw, is de aannemer of de bemalingsfirma immers doorgaans nog niet bekend. Zij bepalen echter wel vaak de uitvoeringswijze en beschikken bovendien over de vele technische gegevens die noodzakelijk zijn voor de melding of aanvraag van het IIOA-project.

 

De Codextrein die op 30 december 2017 van kracht werd, bracht een oplossing voor deze “gekoppelde” vergunningen die enkel nodig zijn bij de uitvoering van bouwwerken. De verplichting tot gezamenlijke indiening geldt daarom niet langer voor het aanvragen van een omgevingsvergunning voor een project enerzijds, en voor het aanvragen van een omgevingsvergunning die alleen nodig is tijdens de uitvoeringsfase van het project anderzijds.

 

M.a.w. voor de bemaling tijdens de uitvoeringsfase kan hiervoor een aanvraag of melding gebeuren losstaand van het stedenbouwkundig project. Merk wel op dat indien het stedenbouwkundige project een aantal ingedeelde activiteiten omvat (zoals bijvoorbeeld een airco-installatie van meer dan 5 kW) dit wel nog steeds gezamenlijk moet worden aangevraagd.

 

Let wel op: indien deze melding of aanvraag in tweede fase gebeurt, gelden hier de respectievelijke termijnen voor een omgevingsmelding of -aanvraag en moet hiermee rekening gehouden alvorens gestart kan worden met de werken.