Nieuws

Peter Vermeulen (Ringland): 'Gedaan met Koning Auto'

2 oktober 2018

De overkapping van de Ring en voorrang geven aan fiets, tram en bus zijn volgens Peter Vermeulen (projectverantwoordelijke van de burgerbeweging Ringland) essentieel om van Antwerpen een leefbare stad te maken. Dat schrijft hij in een opiniestuk in De Standaard.

Foto: Jules Grandgagnage

De resultaten van CurieuzeNeuzen kleuren Antwerpen bloedrood en dat is geen verrassing voor Vermeulen. "De ambities moeten fors omhoog. Minder autoverkeer en meer duurzaam vervoer: dat moet het belangrijkste beleidsdoel zijn in de nieuwe bestuursperiode. In Antwerpen gaat dat samen met de volledige overkapping van de Ring, de hefboom voor de uitbouw van een leefbare en gezonde stad."

 

"In maart 2017 sloten de Vlaamse overheid en de stad Antwerpen het Toekomstverbond met Ringland, Ademloos en stRaten-generaal. Daarin is een ‘modal shift’ afgesproken waarbij het aandeel van ‘duurzaam verkeer’ – te voet, per fiets of het openbaar vervoer – tegen 2030 omhoog moet van de huidige 30 procent naar 50 procent. En het autoverkeer omlaag moet naar eveneens 50 procent. Voor de 33 steden en gemeenten van de Vervoerregio Antwerpen bleek die 50/50-verhouding het hoogst haalbare."

 

30/70

 

"De Antwerpse schepen van Mobiliteit, Koen Kennis (N-VA), zei onlangs dat die beoogde split 50/50 al zo goed als gerealiseerd is in de binnenstad. (...) CurieuzeNeuzen toont nu duidelijk aan dat die 50/50-verhouding niet volstaat. Net zoals in Kopenhagen of Zürich moet Antwerpen naar een modal split van 30/70, met hoogstens 30 procent autoverplaatsingen en minstens 70 procent duurzame alternatieven, zowel in de stad als in de rand. Daar kunnen we geen tien jaar meer op wachten."

 

"Het nieuwe stadsbestuur moet alles uit de kast halen voor de volledige overkapping. De voorlopig geselecteerde deelprojecten volstaan niet, ze moeten ingebed worden in de volledige overkapping en mogen die vooral niet vertragen. In samenwerking met de Vlaamse overheid moet het nieuwe stadsbestuur dringend werk maken van een globale planning, een realistische financiering en concrete realisatie tegen uiterlijk 2030."