Nieuws

Tegen 2022 zijn flats dominante woontype, evenwel niet overal

9 augustus 2019

Meer dan 6 op de tien nieuwe woonprojecten in Vlaanderen zijn appartementen. En dat sinds 2016. Als dat ritme aanhoudt, zijn flats over drie jaar het dominante woontype in Vlaanderen, berekende de Vlaamse Confederatie Bouw. Maar er blijven grote regionale verschillen. In de stad Antwerpen zijn flats nu al het voornaamste woontype; Leuven en Gent volgen op de voet. In kleinere steden en gemeenten zien we de grootste toename in flats. De afgelopen vijf jaar zijn sterke groeiers o.a. te vinden in de gemeenten rond Sint-Niklaas, Brugge en Mechelen. Maar in dezelfde regio’s zijn er evengoed gemeenten die nog vasthouden aan een traditionele mix van huizen, villa’s en flats. Globaal kunnen we stellen dat Vlaanderen steeds sterker een bouwshift doormaakt: compact wonen in of nabij kernen en overwegend hergebruik van ruimte.

Het aantal vergunde nieuwe flats is sedert 2011 fors toegenomen: van circa 16.000 in 2011 tot meer dan 31.000 in 2018. Deze toename vindt plaats in de grote steden, maar evenzeer in kleinere en middelgrote gemeenten. Toch kent niet elke gemeente dezelfde evolutie: sommige gemeenten houden vast aan huizen en villa’s, in andere gemeenten neemt het aantal flats razendsnel toe.

 

Lokale verschillen

 

  • Een schoolvoorbeeld van die sterke groei is te vinden in de regio Sint-Niklaas. Bijna alle omliggende gemeenten nemen het voortouw in de verappartementisering.
  • Hetzelfde zien we in de regio Mechelen. De omliggende gemeenten kenmerken zich door veel nieuwe flats en slechts een beperkte toename van het aantal nieuwe huizen.
  • In het arrondissement Hasselt zijn het vooral de steden Genk en Hasselt die inzetten op flats. De omliggende gemeenten houden vast aan een traditionele mix van woonvormen met veeleer een toename van het aantal huizen in Ham, Beringen en Zutendaal.   
  • In de regio Brugge zien we uiteenlopende trends. In de kleinere gemeenten en in Brugge zelf lijkt de verappertementisering eerder te stagneren, terwijl in de middelgrote gemeenten zoals Jabbeke, Beernem, Zedelgem en uiteraard in de kustgemeentes flats in de lift zitten.
  • In de Brusselse rand is het beeld tweeledig: de gemeenten die grenzen aan Brussel kennen een sterke toename, terwijl gemeenten verder van de rand zoals Hekelgem, Ternat, Roosdaal, Gooik en Pepingen maar ook Zemst en Steenokkerzeel een zeer beperkte toename kennen van het aantal flats.

 

Vlamingen kiezen vaker voor een flat dan Nederlanders

 

In Nederland zie we de omgekeerde beweging: sinds 2015 overvleugelt het aandeel nieuwe flats in Vlaanderen (meer dan 60 %) het tanende aandeel nieuwe flats in Nederland dat 40 % bedraagt. Sterker nog, er wonen in heel België 21,6 % van de gezinnen in een flat, terwijl dit in Nederland 18,9 %.  Er zijn geen aparte cijfers voorhanden, maar het aandeel in Vlaanderen dient meer uitgesproken te zijn aangezien verappartementisering er zich sterker heeft doorgezet dan in de andere gewesten in ons land. 

 

Nieuwe woonprojecten zijn compact en hergebruiken ruimte

 

Niet alleen zijn nieuwe projecten vooral flats, ook is de gemiddelde oppervlakte van nieuwe huizen gezakt van 210 m² in 1998 tot om en bij de 160 m² vandaag. Bovendien blijkt uit een recent rapport van de Vlaamse overheid dat 68 % van nieuwe woonprojecten gerealiseerd wordt op oude, hergebruikte sites en bijgevolg geen extra ruimte innemen.

 

Voorts ijvert de VCB al langer voor 6 % btw in heel Vlaanderen voor sloop en heropbouw. Dat zal de klimaat- en energiedoelstellingen ten goede komen, aangezien dit leidt tot meer vervangende nieuwbouw met een hogere energie-efficiëntie als gevolg. En eveneens stimuleert dit het hergebruik van ruimte voor woonprojecten. De nieuwe heffing op meerwaarde die de Vlaamse regering in haar nieuwe plannen voorziet, werkt dan weer averechts en zal kwaliteitsvolle verdichting eerder afremmen.