Nieuws

'Geen extra verlenging van behandelingstermijnen en openbare onderzoeken'

Emma Vanderstraeten, RAUM • 17 april 2020

Deze week, op vrijdag 24 april, loopt de opschorting van openbare onderzoeken af. En er is goed nieuws, want deze coronamaatregel krijgt geen verlengstuk. Er komt dus geen bijkomende verlenging van de behandelingstermijnen en openbare onderzoeken voor omgevingsvergunningen en ruimtelijke uitvoeringsplannen. Daarmee komt Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir tegemoet aan de oproep van NAV om de vertragingen in de bouwsector zo veel mogelijk te beperken. Daarnaast wordt bevestigd dat de dienstverlening van lokale besturen tot de essentiƫle dienstverlening behoort. Burgers zullen zich ook mogen verplaatsen naar het gemeentehuis voor inzage in de documenten, tijdens een openbaar onderzoek of voor informatie allerhande. NAV is tevreden met deze steun aan de broodnodige economische heropstart van onze sector.

De Vlaamse regering keurde op 24 maart het uitvoeringsbesluit goed waarmee de beslissingstermijnen voor vergunningsprocedures werden verlengd en waarbij enkele procedurele aanpassingen gebeurden, zoals de opschorting van openbare onderzoeken. Deze noodmaatregelen golden tot en met 24 april 2020.

 

Minister Demir besloot vorige week om de noodmaatregelen niét te verlengen, waarmee ze tegemoetkomt aan de oproep van NAV om vertraging in de bouwsector zoveel mogelijk te beperken.

 

Dit artikel biedt een stand van zaken over de impact van het coronavirus op vergunningsdossiers na 24 april 2020: welke regelgeving is er nu van toepassing? Wat met lopende dossiers? Hoe worden opgeschorte openbare onderzoeken verdergezet?

 

Er wordt ook toegelicht dat vergunningen die zouden vervallen tussen 20 maart en 31 december 2020 van rechtswege met 6 maanden worden verlengd, dankzij een nieuw besluit van de Vlaamse regering.

 

Termijnen

 

De termijnverlengingen golden voor vergunningsaanvragen (zowel volgens de vereenvoudigde als de gewone procedure), de termijn om beroep in te stellen (zowel bij de deputatie als bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, voortaan RvVb), als bij beroepsdossiers.

 

  • Dossiers, ingediend tussen 24 maart en 24 april, worden behandeld binnen volgende (nood)termijnen[1]:
    • Vergunningsaanvragen; vereenvoudigde procedure (d.i. zonder openbaar onderzoek): + 30 dagen (totaal 90 dagen)
    • Vergunningsaanvragen; gewone procedure (d.i. mét openbaar onderzoek): + 60 dagen (totaal 165 of 180 dagen, afhankelijk van de nood aan de organisatie van een omgevingsvergunningscommissie)
    • Beroepsdossiers, ongeacht de procedure: + 60 dagen.

Vergunningsaanvragen of beroepen waaraan een verlenging van de beslissingstermijn werd toegekend, blijven die verlenging behouden.

 

  • Dossiers waarvoor tussen 24 maart en 24 april een vergunning werd verleend of geweigerd, doorlopen een beroepsprocedure met de volgende (nood)termijnen:
    • Termijn om administratief beroep te kunnen instellen: + 30 dagen (totaal 65 dagen).
    • Termijn om beroep in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen: + 30 dagen (totaal: 75 dagen).

 

  • Vergunningsaanvragen, ingediend op 25 april of later, worden behandeld binnen de normale beslissingstermijnen:
    • Vereenvoudigde procedure: 60 dagen;
    • Gewone procedure: 105 of 120 dagen.

 

Als er op 25 april of later een beslissing wordt genomen, wordt de termijn om beroep aan te tekenen niét verlengd en gelden terug de normale termijnen (nl. 30 dagen voor een beroep bij deputatie en 45 dagen voor een beroep bij RvVb).

 

Uitvoeren van een vergunning

Een omgevingsvergunning kan worden uitgevoerd als de aanvrager niet binnen de 35 dagen op de hoogte is gebracht van de instelling van een beroep. Dit is te tellen vanaf de dag na de aanplakking van de vergunning.

 

De werken kunnen m.a.w. starten na een ‘wachttijd’ van 35 dagen. De wachttijd om te mogen starten met de werken is gekoppeld aan de termijn om administratief beroep aan te tekenen.

 

Doordat de termijn om administratief beroep aan te tekenen werd verlengd met 30 dagen, werd ook de wachttijd vooraleer een vergunning mag worden uitgevoerd verlengd met 30 dagen, wat het totaal op 65 dagen bracht. Dit geldt voor omgevingsvergunning verleend tussen 24 maart en 24 april 2020.

 

Zoals hierboven werd toegelicht, wordt de termijn om beroep aan te tekenen niét verlengd, als er op 25 april of later een beslissing wordt genomen. Vergunningen die verleend worden op 25 april of later kunnen worden uitgevoerd na een wachttijd van 35 dagen, te tellen vanaf de eerste dag na de aanplakking van de vergunning.

 

Termijnen en uitvoeren vergunning - Voorbeelden

  • Er is een vergunning verleend op 25 maart en aangeplakt op 1 april à starten met de werkzaamheden op 6 juni 2020 als er geen beroep werd aangetekend, d.i. na een wachttijd van 65 dagen; nl. 35 dagen in normale omstandigheden plus de verlenging van 30 dagen, te tellen vanaf de eerste dag na de aanplakking.
  • Een dossier volgens de vereenvoudigde procedure, ingediend op 20 april, à de normale beslissingstermijn van 60 dagen wordt verlengd naar 30 dagen, waardoor je op 18 augustus een beslissing kan verwachten (rekening houdende met de 30 dagen om het dossier volledig en ontvankelijk te verklaren). De termijn om beroep in te dienen is voor dit dossier terug 30 dagen. De wachttijd alvorens je kan starten met de werken is terug 35 dagen, te tellen vanaf de eerste dag van de aanplakking.
  • Er wordt een vergunning geweigerd op 2 april, waardoor de termijn om beroep in te dienen met 30 dagen werd verlengd en loopt tot 6 juni. Wanneer het beroep wordt ingediend op 25 april of later, wordt het dossier behandeld volgens de normale beroepstermijnen. Wanneer het beroep zou zijn ingediend voor 25 april, dan werd dit dossier behandeld volgens de noodtermijnen en duurde de beroepsprocedure 60 dagen langer dan de normale termijn.

 

Openbare onderzoeken

Lopende openbare onderzoeken werden opgeschort tot na 24 april 2020. Openbare onderzoeken die nog moesten opstarten zouden eveneens pas na die datum worden georganiseerd.

 

De voorbije weken hebben volgens minister Demir aangetoond dat de administraties zich kunnen organiseren en in staat zijn de administratieve procedures op te volgen. Ze bevestigt dat de dienstverlening van de lokale besturen een essentiële dienstverlening is en dat burgers een verplaatsing mogen doen naar het gemeentehuis om documenten in te kijken.

 

De Vlaamse regering verduidelijkt dat het haar intentie was om voldoende flexibiliteit te geven aan de lokale besturen die de openbare onderzoeken organiseren. Er is om die reden geen automatische start of verderzetting van de openbare onderzoeken op 25 april. De gemeente bepaalt zelf de concrete start- en einddatum.

 

In het geval van een lopend openbaar onderzoek wordt de nieuwe einddatum aangepast op de gele affiche. Het is niet nodig om het openbaar onderzoek terug aan te kondigen in een dag- of weekblad, noch om de individuele kennisgeving opnieuw te organiseren. Bij het bepalen van de start of verderzetting van het openbaar onderzoek moet de gemeente wel rekening houden met de termijn waarbinnen de vergunning moet worden verleend of geweigerd. De Vlaamse regering roept op om de openbare onderzoeken zo snel mogelijk te laten doorstarten om onnodige vertragingen te vermijden.

 

De gemeente kan ook beslissen om een reeds opgestart openbaar onderzoek volledig opnieuw te organiseren, omdat bijvoorbeeld het gemeentehuis reeds gesloten was tijdens de eerste periode van het openbaar onderzoek.

 

De aanpassing van de datum op de gele affiche kan door de gemeente zelf gebeuren; door manueel de data te wijzigen, of door een nieuwe gele affiche aan te plakken. De kans is groot dat de gemeente hiervoor contact opneemt met de aanvrager en de architect. Het lijkt immers onhaalbaar voor grotere gemeenten en steden om alle affiches zelf te vervangen. Ter volledigheid wordt meegegeven dat de gele affiche moet blijven hangen tot aan de (nieuwe) einddatum van het openbare onderzoek.

 

Vervaltermijnen

Er werd actie ondernomen op vlak van het verval van vergunningen voor stedenbouwkundige handelingen, voor de exploitatie en voor kleinhandelsactiviteiten.

 

Artikel 99 van het omgevingsvergunningsdecreet maakte reeds mogelijk om de vervaltermijn van een vergunning eenmalig met twee jaar te verlengen, wanneer de werken niet kunnen starten door redenen buiten de wil van de vergunninghouder. Deze verlenging moet minstens 3 maanden voor het verval van de vergunning worden aangevraagd. De vergunninghouder moet eveneens aantonen dat het niet starten van de werken het gevolg is van een oorzaak waarop hij geen impact heeft, bijvoorbeeld een faillissement van de geselecteerde aannemer; het uitblijven van een beslissing omtrent subsidiëring.

 

Door de coronamaatregelen worden aanbestedingsprocedures, leveringen van bouwmaterialen en het werken op de werf zelf bemoeilijkt. De Vlaamse regering wil proactief optreden en vermijden dat voor deze projecten een aanvraag tot verlenging van de vergunning moet gebeuren. Hiertoe besliste ze op 17 april om alle omgevingsvergunningen die tussen 20 maart en 31 december 2020 zouden vervallen te verlengen met 6 maanden, met uitzondering van omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.

 

De verlenging gebeurt van rechtswege (lees: automatisch). De vergunninghouder hoeft aldus geen aanvraag in te dienen of enige andere actie te ondernemen. In de vergunning opgelegde voorwaarden en lasten blijven gelden.

 

[1] De totale termijnen zijn exclusief de termijn om een dossier volledig en ontvankelijk te verklaren (d.i. 30 dagen, en wordt niet verlengd door het besluit). In bepaalde gevallen komen er nog eens 60 dagen bij; bijvoorbeeld als de gemeenteraad een beslissing over de zaak der wegen moet nemen of als er een administratieve lus wordt toegepast.