Interview

“Bouwproces radicaal herdenken”

12 februari 2018

In onze rubriek 'Ik vraag het aan' stelt Luc Vanmuysen (a2o) deze vraag aan Ken De Cooman (BC architects & studies): "In de zoektocht naar een duurzamere aanpak van het klassieke bouwproces kent de praktijk van hergebruik, recuperatie en circulaire economie sinds enkele jaren een voorzichtige opleving. Meer en meer worden sites opnieuw gesaneerd, gebouwen herbestemd en materialen hergebruikt. Deze manier van werken vraagt een sterke focus op de inventarisatie en valorisatie van het bestaande. Innovatieve oplossingen, grensverleggende technieken of nieuwe materialen worden in deze projecten slechts sporadisch en steeds op maat van het specifieke behoud of het hergebruik van een bepaald gebouw ontwikkeld. Bovendien lijken innovatieve technieken of materialen zich veelal te richten op het reduceren van de bouw- of productiekosten en blijft het duurzaamheidsaspect ons inziens onderbelicht. Blijven hierdoor niet een aantal kansen voor het ontwikkelen van radicaal nieuwe oplossingen, technieken of samenwerking onderbenut? Een integraal circulaire en CO2-arme bouweconomie heeft immers ook nood aan een omslag wanneer het gaat over onze bouwmethodes en materiaalgebruik. Volgen jullie ons in deze analyse? En hoe denken jullie als team van ontwerpers en onderzoekers dat wij als architecten hier het best mee omgaan en welke positie nemen we als regisseur van het bouwproces daarbij het best in?"

Ken De Cooman (BC architects & studies): “Beste Luc, bedankt voor jouw vragen. Bij BC architects & studies zijn we jong begonnen met enkele projecten in Burundi, Marokko en Ethiopië alvorens actief te worden in België. De bouwprocessen die we daar opstartten, waren telkens vrij uniek. We werkten mee op de site met de eindgebruikers, we ontwierpen met de voorman, we ontwikkelden bouwmaterialen uit lokale grondstoffen, we betaalden zelf mee voor het gebouw, we engageerden ons in de gemeenschappen, we maakten regels met de lokale verantwoordelijken. Kortom, de functies binnen deze bouwprocessen – architecten, voormannen, eindgebruikers, arbeiders, wetgevers, administraties, bouwheren, aannemers, bouwmateriaalproducenten – liepen in elkaar over. De bouwgroep in kwestie maakte op deze manier handgemaakte superduurzame (op vlak van ‘ecology, economy and equity’) gebouwen uit lokale natuurlijke materialen. Dit was volledig in lijn met onze visie over hoe projecten zouden moeten gedaan worden – met mensen, met bewust gebruik van weinig middelen, in duurzaamheid, met schoonheid. Het ontwerp van een bouwproces werd al snel even belangrijk als het ontwerp van architectuur zelf – en deze twee werden onlosmakelijk verbonden: onmogelijk om zo’n architectuur te maken zonder het bouwproces anders in te richten!”

 

“In België proberen we dit bouwprocesontwerp ook in te voeren. De bouwsector duurzamer maken betekent ook (misschien zelfs eerst) de bouwprocessen radicaal herdenken. We hebben een ingebetonneerde manier van doen in het bouwproces, zelfs bij wet vastgelegd: de driehoek van architect, bouwheer en aannemer met onderlinge onverenigbaarheid (Architectenwet 1939). Hierbij wordt vandaag elk driehoekspunt verder uitgespecialiseerd in ingenieurs, projectmanagers, materiaalproducenten, onderaannemers, etc. Dit model werkt enkel met afdwingbare responsabilisering (door het rechtssysteem). We zijn ervan overtuigd dat deze manier van doen bij uitstek het beste is voor het standaardbouwproject. Echter, misschien is het standaardbouwproject niet wat onze maatschappij op dit ogenblik in de geschiedenis van de planeet nodig heeft – zie ook de beschouwingen van Lionel Devlieger eerder rond wegwerpvastgoed. Kwesties als klimaatopwarming, grondstoffenuitputting, kapitaal- en inkomensongelijkheid forceren ons meer en meer naar innovatie, onderzoek, experiment en actie. Wij spelen hierin onze rol als jong bureau. We creëren ‘Pockets of sustainability’ (Zie Maarten Gielen’s en Lionel Devlieger’s curator statement voor de Triennale van Oslo): duurzame pioniersprojecten in dewelke we zo radicaal en consequent mogelijk zijn, gegeven een niet-duurzaam maatschappelijk systeem. We doen dit door het bouwproces zo te ontwerpen dat we materialen kunnen bedenken, economische modellen uitproberen en mensen betrekken, dit alles binnen ‘voorbeeldige’ architectuur richting duurzaamheid. Om deze ‘pockets of sustainability’ te creëren, werken we veel rond circulair bouwen, ambacht, nagroeibare en biogebaseerde materialen, menselijke leefbaarheid, maar ook rond moderniteit, opschaling, massaproductie en beleid.”

 

“Dit is voor ons meteen het antwoord op de kern van je vraag: architecten hebben als regisseurs van het bouwproces een geprivilegieerde positie om juist dat bouwproces en zijn invloedssfeer te herontwerpen. Het bouwproces en de resulterende architectuur zijn een krachtige hefboom ter verandering van de maatschappij: Construire, c’est pour émouvoir (naar Le Corbu). Een architect wordt zo een actieve influencer van alle belangen en alle partijen in een bouwproject, een empathische actor die integreert, combineert en meerwaarde creëert, als gedeeltelijk materiaalproducent, community organizer, aannemer, onderzoeker, activist, investeerder, beleidsmaker …”

 

“De vraag waar we bij BC architects & studies nu actief mee bezig zijn is: hoe kunnen we deze pockets of sustainability opschalen naar grotere projecten? Hoe kunnen we die kennis rond het anders organiseren van bouwprocessen – tot nu toe in een pioniersniche van kleinschalige projecten – toepassen in grootschaligere projecten met meer risico en grotere belangen van verschillende partijen? Daar hebben we vooralsnog geen antwoord op, maar wel enkele intuïties, die we nu volgen binnen lopende projecten. Zo zijn we nu BC materials aan het oprichten, een materiaalproductiebedrijf dat op een circulaire manier grondverzet van grote werven omvormt tot bouwmaterialen zoals leempleisters, leemstenen en stampleem – lokale natuurlijke inclusieve materialen zonder CO2-uitstoot en met minimale grijze energie en positieve effecten op de gezondheid van eindgebruikers.


Als we deze vraag rond opschaling verder doordenken, leidt dit ons vanzelf naar onze volgende vraag in deze keten, waarover meer in het volgende nummer.”

Bronnen
  • NAV News 91