Nieuws

RE-ST: '60% van onze woningvoorraad is onderbenut'

19 februari 2018

Architecten Tim Vekemans en Dimitri Minten van RE-ST hebben van niet-bouwen hun businessmodel gemaakt. "Zestig procent van onze woningvoorraad is onderbenut", zeggen ze in een interview in De Morgen.

Dimitri Minten en Tim Vekemans hebben er een missie van gemaakt eigenaars van gebouwen ervan te overtuigen hun ruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken, en wat ze te veel hebben ter beschikking van anderen te stellen.

 

“Architecten beantwoorden een ruimtelijke vraag altijd met een gebouw”, zegt Dimitri Minten. “Wij zijn tot het besef gekomen dat mensen die een beroep op ons doen in de eerste plaats een ruimtelijke behoefte hebben. Wij vinden dat je die behoefte niet altijd met gebouwen moet beantwoorden. Voor je begint met bouwen, moet je eerst onderzoeken of niet-bouwen een optie is.”

 

Niet-bouwen klinkt als een provocatie. Jullie geven de indruk tegen je eigen winkel te spreken.

Minten: “Het is nochtans niet nieuw: architect en kunstenaar Luc Deleu benoemde het niet-bouwen al in de jaren 70, toen de bouwwoede in ons land hoogtij vierde. Toch hebben veel mensen het er nog altijd moeilijk mee. De eerste gesprekken met een architect gaan vaak over het percentage dat hij of zij krijgt om het ontwerp te bouwen. Wij willen het eerst hebben over de ruimtelijke behoefte van onze opdrachtgevers. Het duurzaamste gebouw is het gebouw dat je niet bouwt.”

 

Hoe kun je als architect leven van niet-bouwen?

Vekemans: “Het is niet zo dat we met RE-ST nooit bouwen. Als een bouwvraag terecht is, dan bouwen we. We doen veel huisvestingsprojecten, omdat er nood is aan goede collectieve huis­vesting.”

Minten: “Een van de tactieken van niet-bouwen is restaureren, renoveren en ­her­bestemmen. Er zijn veel manieren om een bestaand patrimonium nieuw leven in te blazen.”

 

Dat staat haaks op de baksteen die veel Belgen in de maag hebben. Jullie beogen niets minder dan een mindshift.

Minten: “De baksteen in de maag is ook maar het resultaat van een mindshift in de jaren 60 en 70. Na de Tweede Wereldoorlog was er grote woningnood. We hebben toen beslist eigendom te stimuleren en massaal gronden ter beschikking te stellen aan de ­mensen, zodat iedereen zijn eigen huis kon bouwen. Het woning­aanbod vandaag is een erfenis van die periode. Er is een enorme gebouwenvoorraad. De Vlaamse Bouwmeester heeft berekend dat we met ons huidig ruimtebeslag in Vlaanderen 17 miljoen mensen kunnen huisvesten.”

Vekemans: “Niet-bouwen kadert in het debat over duurzaamheid. In Vlaanderen wonen we hopeloos verspreid – overal en nergens. Het gevolg: fileproblemen, een slinkende biodiversiteit en een dalende luchtkwaliteit. De baksteen ligt ons vooral óp de maag.”