Nieuws

Voorzitter Faba: 'Energiebeleid staat los van de realiteit'

30 maart 2018

Frank Goes (Gedelegeerd bestuurder van Goes nv) werd benoemd tot Voorzitter van de Federatie van Algemene Bouwaannemers (Faba) dat deel uitmaakt van de Confederatie Bouw. De nieuwe Voorzitter is bijzonder ongerust over het gebouwen energiebeleid zoals uitgestippeld door de verschillende Gewesten (EPB), die hij totaal onrealistisch en onbetaalbaar acht zowel voor de kandidaat-kopers als voor de openbare overheden.

Frank Goes werd op het Federaal Comité (Algemene Vergadering) van 21 maart 2018 benoemd tot Voorzitter van de Federatie van Algemene Bouwaannemers (Faba) voor een termijn van 3 jaar. Frank Goes is burgerlijk ingenieur bouwkunde en heeft een MBA bedrijfsmanagement op zak.

 

Tijdens zijn eerste toespraak heeft de nieuwe Voorzitter van de Faba zijn sterke bezorgdheid uitgedrukt over de energieprestaties eisen gesteld aan gebouwen. “De te bereiken prestaties staan totaal los van de realiteit. Men begint zich af te vragen, eens het gebouw gezet of geïsoleerd is, hoe het correct te verluchten is om condensatie fenomenen te vermijden, die gevaarlijk zijn voor de bewoonbaarheid” en verder “De drie Gewesten zouden beter met het federaal niveau overleggen om de investeerders en de particulieren aan te zetten diepgaand te renoveren, of in desbetreffend geval, de bestaande gebouwen te slopen in plaats van onbetaalbare eisen te stellen aan nieuwe gebouwen."

 

Ter herinnering, België telde begin 2017 bijna 200.000 appartementsgebouwen met iets meer dan 1,4 miljoen woningen. Twee derden van deze gebouwen (ongeveer 130.000) dateren van vóór 1981 en zijn dus bijna 40 jaar oud. Met andere woorden, de appartementsgebouwen zijn vrij oud en werden gebouwd met ondertussen voorbijgestreefde materialen en technieken. Ze behalen maar middelmatige resultaten inzake energieprestaties – dikwijls in het nadeel van de bewoners.

 

Bepaalde appartementsgebouwen moeten daarom dringend gerenoveerd worden. In Vlaanderen alleen wordt geschat dat 37 % van de woningen van onvoldoende kwaliteit zijn – waarvan 13 % aan ernstige structurele problemen (stabiliteit, vocht, verluchting) en aan problemen inzake basiscomfort (enkele beglazing, middelmatig sanitair, gebrek aan isolatie) lijden.