Opinie

"Is de architect de behoeder van de open ruimte?"

Architect Kati Lamens, voorzitter NAV • 15 oktober 2018

Wij architecten zijn er ons ten volle van bewust dat wij – en de hele samenleving rondom ons – zinvol moeten omspringen met de schaarse beschikbare ruimte. Hoe meer iedereen daarvoor wordt gesensibiliseerd, hoe beter. Minder enthousiast zijn we over het moraliserende vingertje dat vandaag soms snel wordt geheven, zeker als die vinger pertinent in onze richting priemt. Want ruimte is een collectieve opgave, waarin wij een essentiële rol kunnen vervullen, op voorwaarde dat we daarvoor het fiat en het vertrouwen krijgen.

Neem nu de uitspraak van Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck dat architecten mee het beleid maken en ervoor kunnen zorgen dat een college electoraal geen nieuwe verkavelingen meer verkocht krijgt. Architecten zouden ook klanten moeten weigeren die in een verkaveling willen bouwen. Daarmee kent hij ons veel autoriteit toe. Te veel, vrees ik.


Wij architecten nemen vooraf onze verantwoordelijkheid op via onze adviesrol bij de lokale gecoro’s, bij de opmaak van BPA’s, RUP’s en lokale bouwverordeningen, bij het uitschrijven van projectdefinities, bij het bevriezen van woonuitbreidingsgebieden. Collegiaal en gesteund door onze beroepsverenigingen trachten we als groep op het beleid te wegen en onze maatschappelijk rol te spelen. Maar als een college de adviezen van zijn gecoro of omgevingsdienst in de wind slaat, blijkt onze autoriteit gefundeerd op kwelgrond. Idem dito als een landmeter-expert een verkaveling uittekent en wij achteraf hoogstens de marges van de uitgezette krijtlijnen kunnen verkennen.


Als een bouwheer een vrijstaande woning wil, moeten wij hem inderdaad wijzen op de consequenties van die keuze, zowel voor hemzelf als voor de samenleving. Maar wat als hij ‘volhardt in de boosheid’? Moeten we dan ‘crimineel’ schreeuwen, hem de deur wijzen en in de armen van de gretige bouwpromotor doen belanden? Dat lijkt mij een heel eenzijdige interpretatie van het begrip verantwoordelijkheid. Eens de verkaveling er ligt en de bouwheer voor je deur staat, is het te laat. De individuele architect kan op dat ogenblik enkel nog trachten een zo optimaal mogelijke bestemming te geven aan het bouwperceel in kwestie, op een duurzame manier wat ruimtegebruik, materiaalgebruik, energetische kwaliteiten … betreft. Maar de behoeder van de open ruimte is hij dan zeker niet.


Recent zei een lid van het Vlaams Parlement: Leo Van Broeck kan de zaken heel goed op scherp stellen, en des te beter als hij zo mensen bewust kan maken van het probleem. Maar er blijft een kloof tussen de zaken op scherp stellen en overgaan tot een realistisch beleid. Het zij genoteerd: wij architecten zijn geen beleidsmakers, we kunnen enkel beïnvloeden.

Bronnen
  • NAV News 94