Nieuws

'BENOveren is de beste investering'

22 oktober 2018

Een eigen huis is een droom van elke Belg. Op lange termijn is het daarenboven de beste belegging. Een huis – om er zelf in te wonen, maar eveneens als belegging – is een investering waarvan het rendement dat van een klassiek spaarboekje ruim overstijgt. Natuurlijk is het van cruciaal belang dat je het goed onderhoudt – een huis ‘verslijt’ in een tempo van 1 procent per jaar – en indien nodig renoveert. Nog beter is dat je BENOveert , Beter rENOveert dus, met energetische ambities die reeds conform de doelstellingen van het Renovatiepact 2050 zijn, en ook slim gepland en met deskundig advies van BENOvatievoorlopers: architecten, aannemers, energieadviseurs en producenten van bouwmaterialen. Zo dijk je niet alleen die slijtage in, maar zorg je er tevens voor dat het huis waardevast blijft en over vele jaren nog altijd voldoet aan alle wensen en vereisten op het vlak van comfort, esthetiek en energie.

Waarom nu een woning kopen én BENOveren?

 

Nog nooit eerder stond er zoveel geld bij de banken ‘geparkeerd’, waar het minder opbrengt dan de inflatie. Eind juni 2018 steeg de teller tot 265,8 miljard euro, zo blijkt uit cijfers van de Nationale Bank van België. Terwijl de meeste spaarrekeningen amper een rentevergoeding van 0,11 procent bieden.  

 

De lage rente op hypothecaire leningen zorgt ervoor dat het nog steeds interessant is om te investeren in het bouwen of renoveren van woningen. De voorbije 40 jaar werden onze woningen volgens Immoweb jaarlijks gemiddeld 5,5% duurder, appartementen gemiddeld 5%. In de toekomst zal – door de felle groei van de bevolking, het toenemend aantal kleinere gezinnen en de dalende hoeveelheid nieuwbouwwoningen als gevolg van een tekort aan bouwgronden –  de waarde van een huis enkel maar toenemen. Volgens prognoses van het Planbureau zal België in 2030 12,2 miljoen inwoners tellen. Al deze mensen moeten een dak boven hun hoofd hebben. De vraag naar residentieel vastgoed zal dus hoog blijven, wat de waardevastheid van een investering in een eigen woning verzekert.

 

Ook voor beleggers is een huis kopen, opknappen en verhuren, of het  – na minstens 5 jaar, wanneer geen meerwaardebelasting meer betaald hoeft te worden – verkopen, een veilige en stabiele investering die fiscaal en financieel interessanter is dan het klassieke spaarboekje. Interesten op de lening kunnen afgetrokken worden van het totaal onroerend inkomen, wat neerkomt op minder belastingen.

 

Energiezuinigheid bepaalt steeds meer de waarde van een woning

 

Hoeveel een bestaande woning kost, werd tot voor kort grotendeels bepaald door vijf parameters: de bewoonbare oppervlakte, de totale grondoppervlakte, de oriëntatie, de ligging/bereikbaarheid, en de toestand van het gebouw. Daar is volgens Jan Uyttersprot, EPC-deskundige en docent Schatting en Waardebepaling aan de hogeschool HUB KAHO, een nieuwe parameter bijgekomen: de energiezuinigheid van de woning. Potentiële kopers/verbouwers kijken steeds meer naar de EPC-waarde en stellen zich de vraag wat het kost om het huis energiezuinig te maken.

 

De woningpas en het vernieuwde EPC kunnen hierbij binnenkort soelaas bieden. “De woningpas is een soort digitaal paspoort van een woning, met daarin alle data en attesten waarover de overheid beschikt”, verduidelijkt Ineke De Schoenmaeker van het Vlaams Energieagentschap. “De woningpas geeft een volledig overzicht van de toestand van een woning. Eigenaars, en later ook mogelijke kopers of huurders, komen zo in één oogopslag alle nuttige informatie over de woning te weten. Dus ook de energiezuinigheid ervan. Vanaf 2019 wordt het EPC in een nieuw kleedje gestoken. Het EPC+ geeft een berekening van het energieverbruik van een woning, tips hoe je de energieprestatie kan verbeteren, en een raming van hoeveel elke ingreep je zal kosten. Elke woning krijgt tevens een label, gaande van F – een zeer energieverslindende woning – tot A+, een woning die meer energie produceert dan verbruikt. Het streefdoel van de Vlaamse Regering is dat tegen 2050 alle woningen en appartementen in Vlaanderen een A-label – of beter – hebben, oftewel een EPC-energiescore van maximaal 100. Via het vernieuwde EPC zie je hoe ver je nog van het A-label verwijderd bent, en welk energielabel je door bepaalde ingrepen kan bereiken.”

 

Kati Lamens, voorzitter van Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV), vindt de woningpas en het vernieuwde EPC+ prima initiatieven: “Elke toekomstige eigenaar heeft er baat bij om zo snel mogelijk een zicht te krijgen op de kwaliteit van het goed dat hij wenst aan te kopen”, stelt ze. “Het is daarom ook goed om bovenop die woningpas in een zo vroeg mogelijk stadium het advies van een architect in te winnen. Die kan op bouwgebreken wijzen, een correct zicht bieden op de te verwachten kostprijs voor de renovatie, wijzen op het potentieel van de ruimtes die je gaat kopen… Zo kan je bijvoorbeeld functies herschikken, waardoor meteen uitbreiden niet nodig is en je die middelen kan gebruiken voor andere zaken. Samen met de informatie uit de woningpas voorkomt dit dat je voor verrassingen komt te staan wanneer de werken aanvangen. Zo heeft het bijvoorbeeld geen zin om bouwvallige wanden aan de buitenzijde van isolatie en een nieuwe gevelafwerking te voorzien, of om een extra belasting op een bestaande dakconstructie te leggen als de stabiliteit ervan al twijfelachtig is.”

Bronnen
  • Marquiz