Nieuws

'Verkavelen omdat het geld opbrengt? Integendeel, het kost de overheid ontzettend veel geld'

5 november 2018

Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck herlas voor Knack het standaardwerk van architect Renaat Braem, 'België, het lelijkste land ter wereld', en moet vaststellen dat de toestand nog is verslechterd. Van Broeck wijst onder andere met de vinger naar onze verkavelingsdrang. Een gewoonte die handenvol geld kost, aldus de Bouwmeester. 'De bui die Braem zag hangen, is een wolkbreuk geworden.'

Foto: Hatim Kaghat

Knack: Tijdens uw lezingen zegt u dat vrijstaand bouwen 'crimineel' is.

Van Broeck: Dat heb ik nooit zo gezegd. Ik heb wél gezegd: nu nog nieuwe verkavelingen bijmaken als lokaal bestuur is misdadig tegenover de natuur en de bevolking.

 

Gebeurt dat nog veel?

Van Broeck: Minder dan vroeger. Ook omdat er gewoon minder ruimte rest om te verkavelen. Maar tegelijk zien we sommige gemeenten nog rap-rap verkavelen in het licht van de aankomende betonstop. Rond 1855 schreef een Fransman al dat bossen kappen en industriële uitstoot ons ecosysteem om zeep zouden helpen. In 1896 schreef Svante Arrhenius, een Zweedse natuur- en scheikundige, dat broeikasgassen de aarde zouden opwarmen - hij kreeg later de Nobelprijs voor de Scheikunde. We weten het dus al 160 jaar, en toch gaan beleidsmakers nog te vaak door met verkavelen en het vermoorden van de natuur.

 

Omdat het geld opbrengt.

Van Broeck: Maar nee, integendeel. Een verkavelingsvilla kost de overheid ontzettend veel geld aan wegenbouw, rioleringen, dure huisvuilophaling en postbezorging. Alleen de fiscaal aftrekbare bedrijfsauto's die nodig zijn om naar de afgelegen villawijken te rijden, kosten de overheid al 4 miljard euro per jaar.

 

Is er al berekend wat verkavelingen ons kosten?

Van Broeck: Het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) heeft over enkele maanden een studie klaar. Uit de eerste resultaten blijkt dat overheidskosten van onze slechte urbanisatie enorm zijn, tot 30 miljard euro per jaar. Zo is de infrastructuur circa vijftien keer duurder per woning in het buitengebied dan in de kern van dorpen of steden.