Nieuws

'Zonder bindende maatregelen staat open ruimte in de solden'

2 januari 2019

Zonder bindende uitvoeringsmaatregelen is de betonstop een lege strategie, zeggen Filip De Rynck (Hoogleraar bestuurkunde UGent), Tom Coppens en Guy Vloebergh (hoofddocent en gastdocent stedenbouw en ruimtelijke planning UAntwerpen) in een opiniestuk in De Standaard.

In 2015 consumeerden we vijf hectare open ruimte per dag. Toen kondigde de Vlaamse regering in haar Witboek over het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) de ‘betonstop’ af: nul hectare tegen 2040.

 

"De inname van open ruimte is alweer gestegen tot zeven hectare per dag", aldus Rynck, Coppens & Vloebergh in De Standaard. Door het Vlaamse aankondigingsbeleid, dat nooit door bindende maatregelen is verankerd, en door een steeds vrijer vergunningenbeleid heeft de aankondiging van de betonstop tot het omgekeerde effect geleid."

 

"Wat nu gebeurt, liet zich voorspellen. Met de eerste wet op de ruimtelijke ordening in 1962 werd een beperking aangekondigd op nieuwe verkavelingen. Het aantal verkavelingsaanvragen verdriedubbelde onmiddellijk. Het duurde acht jaar voor de overheid via nieuwe wetgeving een moratorium instelde. Alerte grondeigenaars en abdicerende overheden: het zijn communicerende vaten."

 

"Opeenvolgende Vlaamse regeringen hebben de betonkraan steeds meer opengezet. Met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV 1997) en het decreet Ruimtelijke Ordening (1999) was er tenminste een basis om de ontwikkelingsmogelijkheden op woonuitbreidingsgebieden in landelijke gemeenten op slot te zetten. Dat werd ‘te betuttelend’ en ‘te bureaucratisch’ genoemd. Die plannen gingen de prullenmand in. Met de nieuwe methode van de ‘beleidsplannen’ en zonder dwingende uitvoering mogen gemeenten nu grotendeels zelf beslissen wat ze met hun woonreserve doen. Dat is voor gemeenten wel een heel grote verantwoordelijkheid."

 

"De harde praktijk van de vergunningen is de beste toets voor de ernst van wollige woorden op glanzend papier. Die wetgeving is aangepast, waardoor nu tal van nieuwe bouwmogelijkheden bestaan via allerlei achterpoortjes. Zo werden de criteria van een ‘uitgeruste weg’ (vereist om te kunnen bouwen) minimaal gemaakt. De invoering van de ‘zonevreemde functiewijzigingen’ maakt het mogelijk om haast elke landbouwzetel in agrarisch gebied om te vormen tot een volwaardige woning zonder landbouwfunctie, een horecazaak, een aannemersbedrijf of een tuincentrum. Dat potentiële maar oneigenlijke gebruik van landbouwgrond drijft de prijs op en brengt de echte landbouw in problemen, zei ook al de Vlaamse Bouwmeester".