Nieuws
Bouwmeester lanceert alternatief voor afbraak Casablancawijk
16 januari 2019

Albertbuilding. Bron: onroerend erfgoed
De Casablancawijk in Kessel-Lo, een ontwerp van Stynen, geldt als een mijlpaal. Het project was vooruitstrevend en bracht de ideeën van de modernisten in de praktijk. De gebouwen met hun uiteenlopende hoogtes zijn een schoolvoorbeeld van hun mixed development. Lage kubuswoningen zijn per vier aan elkaar gekoppeld. In de Albertbuilding, acht verdiepingen hoog, zitten appartementen. Voor eengezinswoningen heeft de wijk een aanbod voor families van 4, 5, 7 of 8 personen.
Stynen had een grote bewondering voor Le Corbusier en kende hem persoonlijk, aldus De Standaard. Hij liet zich in Marseille door hem rondleiden in zijn Unité d’Habitation. Zijn invloed is duidelijk. De Casablanca is exemplarisch voor zijn industriële esthetiek.
‘Het gebouw van Stynen neerhalen en nieuwe sociale woningen in de plaats zetten, dat is zonde’
Leo Van Broeck, Vlaams Bouwmeester
In de jaren 90 kreeg de site een grondige update, de jongste jaren groeide het besef dat er opnieuw een ingreep nodig was om aan de normen van de sociale huisvesting te voldoen. Eigenaar Dijledal zag er meer in om het gebouw te slopen en schreef een wedstrijd uit om er een nieuw in de plaats te zetten.
Toch is het mogelijk om via een renovatie het originele ontwerp van Stynen te benaderen. Voor Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck hoeft het niet per se à l’authentique. ‘Het moet niet gerestaureerd worden als een Lam Gods’, zegt hij. ‘Dan wordt het peperduur en elitair. Maar het gebouw van Stynen neerhalen en nieuwe sociale woningen in de plaats zetten, dat is zonde.’
Daarom pleitte de Bouwmeester voor een nieuwe piste. ‘Het is haalbaar om de Albertbuilding te renoveren in de geest van Stynen. Mijn voorstel is om er een toegankelijk middenklasseproject van te maken, voor studenten of voor jonge starters. Dijledal zou dan elders in de stad bouwrechten moeten krijgen voor een substantieel aantal vierkante meter. Daar kan het dan nieuwe sociale woningen optrekken. Die operatie hoeft niet eens duur te zijn. Onder begeleiding kan een vastgoedspeler aan de slag en met de opbrengst financier je de restauratie.’
De stad Leuven heeft het idee opgepikt. Schepen van Onroerend Erfgoed Carl Devlies (CD&V): ‘Uit de studie die we lieten uitvoeren, blijkt dat de site een grote erfgoedwaarde heeft. Nu bekijken we of we een alternatief kunnen vinden voor de sociale huisvesting. Daarvoor moeten we elders in de stad een plek zoeken voor een tachtigtal wooneenheden. Een financiële constructie hebben we nog niet opgezet. We willen dit traject samen doorlopen met Dijledal.’