Nieuws
De stad in 2050: meer verdichting, zonder in konijnenkoten te kruipen
19 februari 2019
ID / Hatim Kaghat
Hoogbouw aan het station
Als het van Leo Van Broeck afhangt is in 2050 de trein het vervoersmiddel nummer één. “Om zo veel mogelijk mensen uit de file en op de trein te krijgen, mag er vlak bij een station best wat hoger gebouwd worden. Er is verdichting nodig, meer mensen op één plaats, in plaats van de huidige versnippering.”
De Decker: “Wat mij betreft moeten steden als Antwerpen of Gent niet zozeer groeien. Ik denk veeleer aan plaatsen als Wetteren, Aalter of De Pinte. Ze hebben de ruimtelijke capaciteit en een strategisch goed gelegen station van waaruit de ontwikkeling kan vertrekken.”
Zorgcentrum in nieuwe wijk
De Decker: “Vanaf 2030 stijgt het aantal tachtigplussers. Dus moeten we de ruimte daaraan aanpassen. De meeste van die toekomstige tachtigplussers wonen in 2019 nog in onaangepaste woningen op onaangepaste plekken. Het is zaak om oude mensen op tijd te laten verhuizen naar geschiktere plaatsen, vóór ze zorg nodig hebben.”
Van Broeck: “Wie vandaag op een afgelegen plek woont en zo lang mogelijk uit het bejaardentehuis wil blijven, moet zo snel mogelijk verhuizen. Omdat thuiszorgers tegenwoordig nog maar de helft van het aantal bejaarden op één dag kunnen bezoeken, door de toegenomen files.”
De Decker: “Om ouderen uit hun woning te lokken, is wel een goed alternatief nodig. Dat zou zo’n multifunctionele wijk in de stationsbuurt kunnen zijn, met zowel aangepaste appartementen en cohousingprojecten als zorgunits.”
En wat met onze zo gekoesterde eigen hof?
Van Broeck: “Het is niet zo dat mensen geen huis met tuin mogen hebben. Een rijwoning met tuin blijft mogelijk. In mijn berekening voor een voldoende verdichting in dorpen of kleine steden bouw je gemakkelijk 50 à 60 woningen per hectare, of gemiddeld 180 vierkante meter per perceel. Dat is niet niks. We moeten dichter bij elkaar gaan wonen om minder natuur in te palmen, zonder daarvoor in konijnenkoten te kruipen.”