Nieuws

NAV actiepunt 26 mei: professioneel georganiseerde opdrachten

9 mei 2019

In de aanloop naar de Europese, federale en regionale verkiezingen op 26 mei bundelde NAV negen actiepunten in een memorandum. Toekomstige beleidsmakers krijgen zo een duidelijk beeld van de hete hangijzers in onze sector. Een van de prioriteiten is een professionele organisatie van opdrachten binnen een flexibel wettelijk kader.

Zowel private als publieke opdrachtgevers maken veelvuldig gebruik van ontwerpwedstrijden en prijsvragen. Die zijn echter niet opportuun voor álle bouwprojecten en als ze niet oordeelkundig worden aangepakt, ontsporen ze veelal. Uit een onderzoek in 2015 van adviesbureau Ecorys i.o.v. G30 blijkt dat architectenkantoren per aanbesteding gemiddeld 23.000 euro investeren en dat met een geringe slaagkans: 73% van die deelnames levert geen enkele opdracht op, en 8% van de procedures wordt stopgezet. NAV pleit voor een inperking van architectuurwedstrijden voor die gevallen waarvoor ze in het leven zijn geroepen: uitzonderlijke ontwerpvraagstukken.

 

In het geval zo’n ontwerpwedstrijden georganiseerd worden, dan moet dat op een duurzamere manier. Om constructief mee het pad uit te zetten naar zo’n duurzamere aanpak heeft NAV een model van selectieleidraad en bestek voor het aanstellen van een ontwerper opgemaakt. Daarnaast heeft NAV tien concrete aanbevelingen voor zowel private als openbare opdrachtgevers geformuleerd, die door bijna 1.000 architecten werden ondertekend. We vragen onder meer om een standaardprocedure in twee trappen, duidelijk afgebakende inschrijvingen, een welomschreven projectambitie en een faire vergoeding. Alleen zo blijven architectuurcompetities ook leefbaar voor de deelnemers. De overheid zou een voorbeeldrol moeten opnemen door deze goede praktijken zoveel als mogelijk in hun eigen oproepen toe te passen. De overheid in het algemeen, in casu de Vlaams Bouwmeester, zou hier een voortrekkersrol moeten spelen door een protocol uit te werken en de principes ervan wettelijk te laten verankeren.

 

De meeste architectuurwedstrijden worden vandaag door overheden in de markt gezet als een publiek-private samenwerking (veelal onder de vorm van een DBFM). Dit type samenwerking verplicht de aannemer en de architect om als één projectconsortium in te schrijven op een opdracht, hetgeen botst met de onverenigbaarheid tussen aannemer en architect zoals opgelegd in de Architectenwet. Zowel aannemers als architecten bevinden zich in een moeilijk parket: interessante opdrachten links laten liggen of zich in allerlei bochten wringen om toch te kunnen deelnemen. Een aangepaste wettelijke context dringt zich dan ook op. De Architectenwet van 1939 moet worden aangepast zodat er meer ruimte is voor nieuwe samenwerkingsmogelijkheden met andere bouwactoren. De onafhankelijke positie van de architect binnen het bouwproces dient daarbij in het belang van de openbare orde ten alle tijde te worden gegarandeerd. NAV ziet evenwel mogelijkheden om deze onafhankelijkheid een andere invulling te geven dan die van vandaag. Wij verwijzen hierbij graag ook naar het derde hoofdstuk uit dit memorandum: ‘Een hedendaags kader voor de architect-ondernemer’.