Interview

“We zijn trots als een project de impact van architectuur op de samenleving weerspiegelt“

Colette Demil en Staf Bellens • 14 juni 2019

Volgend jaar viert het Brusselse architectenbureau MODULO architects zijn 20e verjaardag. Dankzij specialisatie en een intelligent groeiparcours namen zowel de schaal van de projecten als het aantal medewerkers in die twee decennia almaar toe. Vandaag is MODULO naar eigen zeggen ‘een kleine tussen de groten’. Van de drie stichters zijn Gijs Deknopper en Pierre Spruytte nog aan boord als partner-bestuurder. Zij worden geflankeerd door drie jongere partners, met wie DIMENSION een gesprek had: architect Olivier Barré en ingenieur-architecten José-Frederic Baeyens en Lieven Van Landschoot.

V.l.n.r.: Gijs Deknopper, Lieven Van Landschoot, Olivier Barré, José-Frederic Baeyens en Pierre Spruytte. Foto: Studio Dann

Specialisatie is MODULO’s middlename. Het architectenbureau werd in 2000 opgericht om in Rixensart een laboratorium voor GSK te concipiëren. In de nichemarkt van laboratoria, onderzoekscentra en farmaceutische infrastructuur bekleedt MODULO architects vandaag een ijzersterke positie, met referenties van zowat alle Belgische universiteiten en een keur aan publieke en private opdrachtgevers waaronder Solvay, AB Inbev, BASF en GSK. De afgelopen zeven jaar breidde het bureau zijn werkterrein uit met zorgarchitectuur. Het sluitstuk van de activiteitenwaaier is een buitenbeentje: parkeergebouwen. Olivier Barré: “We hadden reeds referenties in parkeergebouwen en kregen de kans om een partnerschap aan te gaan met een hypergespecialiseerd Brussels bureau. De vader van een vriendin ontwierp parkeergebouwen over heel de wereld. Een voltreffer, want vandaag behoren we tot de weinige experts in ons land. Waar parkeergebouwen pakweg tien jaar geleden louter functioneel en goedkoop moesten zijn, vormen dergelijke opdrachten nu een boeiende kluif. Ze fungeren als knooppunt voor de mobiliteit in centra en moeten voldoen aan een hele rist kwaliteiten: mooi, attractief, efficiënt, duurzaam, kostenbewust, flexibel.” José-Frederic Baeyens: “Recent ontwierpen we, in samenwerking met het Nederlandse architectenbureau GAF – Gortemaker-Algra-Feenstra en het studiebureau Ellyps, voor het UZ Saint-Luc in Woluwe een personeelsparking met bijna 1000 plaatsen. Dankzij een speciale bouwtechniek heeft het flexibele en relatief goedkope gebouw een vlak plafond in plaats van de gebruikelijke balkenstructuur. Die hoogte biedt volop mogelijkheden voor latere aanpassingen en functiewijzigingen. Bovendien heeft de constructie voldoende draagkracht om indien gewenst een zevental extra verdiepingen te torsen.”

 

Added value

 

Olivier Barré: “Onze eigenheid houdt in dat wij zweren bij hedendaagse architectuur en altijd toegevoegde waarde willen bieden inzake esthetiek, functionaliteit, technische expertise, duurzaamheid, flexibiliteit en persoonlijke benadering. Daarom houden we ons op dit ogenblik afzijdig van seriële kantorenbouw of residentiële promotiebouw. Daarin is het dikwijls moeilijk om de architecturale kwaliteit te bewaken en verlopen de onderhandelingen over de voorwaarden meestal op het scherp van de snee. In de sector onderwijs waren  we in het verleden wel aanwezig, wat  ook logisch was gezien onze band met de universiteiten. Maar de concurrentie is daar groot en we kunnen er onze toegevoegde waarde te weinig verzilveren. Daarom focussen we ons op de drie vermelde domeinen met projecten waarin we dankzij onze added value verder kunnen gaan dan in meer gebruikelijke architectuuropdrachten. Maar uiteraard houden we een waakzaam oog op de evoluties in de markt.”

 

Hoe pakt MODULO architects die gespecialiseerde projecten aan? Om te beginnen is de partners een duidelijke taakverdeling toebedeeld. Olivier is verantwoordelijk voor de PR en de prospectie, vooral van de wedstrijden.

Lieven legt zich toe op parkeergebouwen en waakt over de IT. Hij ontwikkelde onder andere het timesheetsysteem en de interne communicatiemogelijkheden, en introduceerde BIM in het bureau. José-Frederic focust zich op de laboratoria en publieke opdrachten.

José-Frederic Baeyens: “Het voordeel van onze huidige omvang is dat de overhead beperkt blijft, zodat de partners zich niet tot specifieke taken moeten beperken, maar allemaal architectuur kunnen blijven beoefenen.”

 

Grenzen aan de groei?

 

Omvang is een van de thema’s in de denkoefening over de richting waarin het bureau in zijn derde decennium uit moet. Olivier Barré: “De schaal van onze projecten kende de voorbije vijf jaar fikse groeischeuten, wat nu een consolidatiefase vergt. We bevinden ons momenteel naast de grote jongens op de speelplaats, waar we met 20 medewerkers wel een van de kleinsten zijn. Met die mankracht is het serieus aanpoten om al het werk dat op de plank ligt, rond te krijgen, zodat we soms een mooie opportuniteit moeten laten passeren. We zouden morgen probleemloos 30 mensen aan het werk kunnen zetten, het aantal dat we als maximum hebben vooropgesteld. Maar de vraag is welk soort projecten je met die extra mensen wil verwezenlijken. Meer opdrachten aanvaarden om iedereen aan de slag te houden en dan maar de gebruikelijke kwaliteit laten slabakken, lijkt ons een fundamenteel slechte optie.” Lieven Van Landschoot: “De stap naar grotere projecten vergt trouwens meer dan alleen extra mankracht. Totnogtoe volgt in onze ideale aanpak een vaste medewerker een project volledig op, van voorontwerp tot  definitieve  oplevering. In grote projecten is dat onhaalbaar. Een iemand kan niet het volledige project beheersen en alle vergaderingen bijwonen. Je hebt nood aan een compleet andere structuur, met ervaren mensen in de tweede lijn op wie je kan terugvallen om een deel van de taken over te nemen. Als iemand in een groot project niet vertrouwd is met bv. het deelaspect brandveiligheid, verlies je heel veel tijd of kom je tot een suboptimale oplossing.”

In 2012 won MODULO in samenwerking met ARCADIS FALLYS en KHôZé architecture de architectuurwedstrijd die de industriële hogeschool ECAM organiseerde voor haar nieuwbouw in Woluwe. Alle auditoria zijn boven elkaar gestapeld aan een zijde van het gebouw. Het complexe programma van leslokalen, laboratoria, ateliers en bureaus werd flexibel ingevuld en op elkaar afgestemd. © modulo-gaf

We spreken Nederlands, Frans, Engels

 

Ervaren krachten zijn weliswaar amper te vinden, maar aan aanbod ontbreekt het MODULO niet. José-Frederic Baeyens: “Hoewel we ons niet echt profileren, zijn we in trek bij jonge architecten. Daar zijn redenen toe. Onze portfolio omvat boeiende projecten, iedereen krijgt de kans om een project van A tot Z op te volgen en we besteden veel aandacht aan een goede integratie in het team. In de ruim twaalf jaar dat ik bij MODULO ben, werd er nog niemand de laan uitgestuurd. Als de hoeveelheid werk in het verleden al eens afnam, zochten we een andere tijdsinvulling of trokken we desnoods de broeksriem even aan. Bovendien is de ambiance goed en kan iedereen zijn werk relatief flexibel organiseren.” Olivier Barré: “We zouden ons bureau efficiënter kunnen stroomlijnen, junior medewerkers ook beperkte taken kunnen geven, ze weren van vergaderingen en ze op non-actief zetten als er onvoldoende werk is. Ons bureau zou zo efficiënter gestroomlijnd zijn, maar voor die benadering gaan we niet. Vandaar de bovengrens van 30 medewerkers. Een andere eigenheid van MODULO is dat we compleet drietalig zijn. Dat maakt mee de kracht uit van het bureau: we kunnen onze klanten in hun taal te woord staan. Voor de Solvay onderzoekscampus in Brussel praten we bv. Engels met onze collega’s van het Deense architectenbureau Schmidt Hammer Lassen, Frans met de directie en Nederlands met de ingenieurs van VK Engineers.”

 

Wij spelen niet

 

MODULO architects houdt de vinger constant aan de pols, maar laat zich niet meeslepen door hypes, betoogt Oliver Barré die de afgelopen twee jaar voorzitter was van de cluster ecobuild.brussels, het netwerk van de sector voor duurzaam bouwen in het Brusselse Gewest. “Wij spelen niet en doen niet aan groene communicatie, maar bekijken duurzaamheid heel rationeel.”

 

Een illustratie van die aanpak vinden we terug in het laboratorium dat MODULO enkele jaren geleden renoveerde voor UCL in Louvain-la-Neuve. José-Frederic Baeyens: “Het gaat om een van de drie vleugels van het chemisch onderzoeksgebouw Lavoisier. Om niet aan de typische betonarchitectuur te raken, hebben we de gebouwschil gelaten zoals ze was. Binnen daarentegen hebben we alles compleet vernieuwd en de nieuwste technieken toegepast. Vooral onze voorstellen om het energieverbruik van de 120 zuurkasten te beperken, vielen erg in de smaak. Die werkkasten met verstelbare schuiframen, waarin onderzoekers kunnen werken met bescherming tegen een blootstelling aan schadelijke stoffen, zijn energieverslinders. Eén zuurkast heeft pakweg eenzelfde  warmteverlies als een glasloos raam van een vierkante meter. Via isolatie, differentiatie in gebruik, variabele ventilatiedebieten, warmterecuperatie met behulp van platen en een simultaneïteit coëfficiënt die gebruikers ertoe aanzet om de zuurkasten niet nutteloos te laten draaien, slaagden we erin het energieverbruik drastisch terug te schroeven, uiteraard zonder de veiligheid en gezondheid in het gedrang te brengen. Als architect kunnen we in de coördinatie van dergelijke  technieken een fikse meerwaarde bieden, omdat wij een veel sterkere interactie hebben met de klant dan het studiebureau en de principes en mogelijkheden van bepaalde installaties kennen. Daardoor kunnen wij technische alternatieven voorstellen die het studiebureau verder berekent en uitwerkt.”

 

Lieven Van Landschoot: “Wij laten de bouwheer ook nooit in de steek en volgen installaties na oplevering op om, indien nodig, samen naar oplossingen te speuren. Dat bestendigt de relatie met onze grote klanten. UCL was erg tevreden over onze voorstellen voor de zuurkasten en over het feit dat budget en timing netjes werden gerespecteerd. Bij een volgende offerteaanvraag heb je daardoor een subjectief streepje voor, op voorwaarde dat je offerte correct is natuurlijk. Niet voor niets kregen wij de opdracht voor de renovatie van de twee andere vleugels toevertrouwd.”

Nieuwbouw en verbouwing (2015) van de kleuter- en basisschool van Corroy-le-Grand in de gemeente Chaumont-Gistoux. Het sterk hedendaagse nieuwe gebouw met negen klassen, administratie, een refter en een sportzaal contrasteert met het bestaande klassieke schoolgebouw en structureert de buitenruimte dankzij de zorgvuldige inplanting op het sterk hellende terrein.

Techniekarchitectuur

 

Techniek en architectuur vormen overigens twee kanten van eenzelfde medaille. José-Frederic Baeyens: “In het scheikundelaboratorium hebben we alle technische elementen zichtbaar gelaten maar strikt toegekeken op de lijnvoering en creatief omgesprongen met diameters en verlichting. Het resultaat zijn aantrekkelijk ogende gangen. Een vergelijkbare aanpak hanteerden we voor de ingenieursschool ECAM in Woluwe, waar het budget ontoereikend was voor de hedendaagse architectuur  die ze verwachtten binnen het uitgebreide vooropgestelde programma. Dankzij de toenmalige dip in de bouwsector en een oordeelkundige inzet van betonblokken, betonnen plafonds en zichtbaar gelaten technieken konden we toch een geslaagd antwoord formuleren. In plaats van de betonblokken halfsteens te vermetselen, lieten we ze in stapelverband plaatsen met toepassing van extra wapening. De inplanting van de ramen is zorgvuldig bestudeerd en sommige buizen zijn gelakt. Ook hebben we de drie auditoria boven elkaar geplaatst, zodat er ondanks de noodzakelijke hoogte voor dergelijke lokalen geen ruimteverlies was.”

 

De begeleiding van opdrachtgevers gaat soms heel ver. Momenteel staan er twee grote projecten voor UZ Saint-Luc op het programma, een psychiatrisch ziekenhuis en een kankerinstelling. Om de opdrachtgevers inzicht te bieden in de mogelijkheden van BIM voor hun facility management, organiseerde MODULO een informatienamiddag voor de technische directeurs. José-Frederic Baeyens: “In feite gaat het om twee pilootprojecten op weg naar de transformatie tot Saint-Luc 2025. Daardoor moeten wij alles mee helpen uitvinden voor hen, wat meer moeite vergt.”

Olivier Barré: “Als architect ben je trots op dergelijke projecten, omdat ze de impact van architectuur op de samenleving heel duidelijk weerspiegelen. Als ons kankerinstituut ertoe kan bijdragen dat iemand het ondanks zijn ziekte toch iets minder moeilijk heeft, geeft dat een enorme voldoening.”

 

De druk van wedstrijden

 

Een zwak punt noemen de architecten het feit dat zij hun opdrachten nagenoeg allemaal via wedstrijden verwerven. Een feilloze selectie is broodnodig, zowel voor de slaagkansen als voor de kwaliteit van de architectuur, maar lukt jammer genoeg niet altijd. Zo knauwen onze gesprekspartners nog altijd na op een wedstrijddossier waarin het gebruikelijke tweeledige lastenboek was vervangen door een turf van 400 bladzijden, alleen onderverdeeld door een nummering tot in totaal acht cijfers, en doorspekt met verwijzingen naar een hele reeks bijlagen. “Alles was compleet verankerd. Voor architectuur was er geen plaats. Uiteindelijk zijn drie van de vijf weerhouden architectenbureaus, waaronder wij, uitgesloten wegens een afwijking van het lastenboek, zodat we zelfs geen aanspraak konden maken op de bescheiden wedstrijdvergoeding. Voor de drie bureaus samen gingen daarmee duizenden uren werk in rook op. Voor een klein bureau als het onze weegt dat extra zwaar door. Gelukkig draagt een gewonnen wedstrijd omgekeerd ook relatief meer bij aan ons omzetcijfer.”

 

Samenwerking blijft ook voor een gespecialiseerd bureau een must, snijden de partners van MODULO een laatste gespreksthema aan. “Wij blijven generalisten die een beroep doen op de expertise van heel veel partijen. Om die expertise  te verzamelen, werken we veel samen met buitenlandse ontwerpbureaus. In Nederland worden bijvoorbeeld meer nieuwe ziekenhuisconcepten getest dan bij ons. Een samenwerking geeft ons ook meer slagkracht. Als je gedurende een beperkte periode veel ontwerpuren moet presteren, kan je terugvallen op je partner. Omgekeerd brengen wij onze kennis van de lokale situatie, onze ervaring in projectmanagement, onze technische knowhow en onze contacten met de opdrachtgever in.”

 

Overweegt MODULO de stap naar het buitenland? “Niet in de nabije toekomst. De markt in België is voldoende groot, en bij gebrek aan lokale contacten en kennis van de regulering, zou het risico te groot zijn. Om maar te zwijgen van de verschillen in bouwcultuur en in de rol van de architect. We overwegen wel een partnership met een Frans bureau, waarvoor onze expertise een toegevoegde waarde kan betekenen met het oog op gezamenlijke projecten in Frankrijk. Maar voorlopig zijn er nog geen concrete plannen.”