Nieuws

“Hou op met mensen op boerenbuiten schuldgevoel aan te praten”

1 juli 2019

De krant De Standaard sprak met Lies Laridon, burgemeester van Diksmuide. Aanleiding is de polemiek rond de Mobiscore. “De mensen percipiëren het als een soort epb- of epc-score, en die heb je zélf in de hand. De mobiscore niet. De paniek komt dus vooral door een perceptieprobleem.”

Foto: Mark Ahsmann

“Ik heb 6.000 inwoners in de stadskern, maar 10.000 in de dorpen. Als ze daar gelukkig zijn, laat ze daar wonen. Wij weten ook dat we als bestuur onze verantwoordelijkheid moeten nemen, en dat we compacter moeten gaan wonen. Ons deel van de deal is dat wij erop toezien dat het platteland niet volgebouwd wordt, dat de dorpskernen levendig blijven, dat we woonuitbreidingsgebieden bevriezen.”

 

“We willen niet dat ze het gevoel hebben dat ze verkeerd wonen”, gaat Laridon verder in het interview. “Hou op met de mensen op de boerenbuiten een schuldgevoel aan te praten.”

 

Maar die stigmatisering is niet het ergste, klinkt het. “Wel dat de dienstverlening achteruitgaat. Twintig jaar geleden waren de dorpen veel levendiger. Dat komt omdat de overheden en de private sector alle dienstverlening afbouwen. Er zijn amper nog postkantoren. Niet elk dorp heeft een postbus. Soms moet je 3 kilometer met de auto rijden om een brief te posten.”

 

Stad vs. platteland

 

Vandaag is wonen in de stad duurder dan op het platteland, terwijl het volgens de Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck omgekeerd zou moeten zijn. Want wie gaat wonen op het platteland, kost meer aan de gemeenschap. Het is een redenering die Lies Laridons niet volgt. “Op sommige vlakken kost het platteland misschien meer, maar op andere vlakken dan weer minder. In tegenstelling tot de stad hebben wij geen straathoek- of buurtwerkers nodig, wij vormen zelf onze gemeenschap. Buren praten nog met elkaar. Hetzelfde geldt voor investeringen in politienetwerken en zo.”

 

Al wil Laridon wel een voortrekkersrol spelen op het vlak van kernverdichting. “We streven naar 20.000 inwoners (vandaag zijn het er 16.700), maar dat betekent niet noodzakelijk dat de stadskern geografisch zal uitbreiden. We hebben, soms zelfs tegen de wil van de bevolking in, al appartementenbouw toegelaten in de dorpen. De Vlaming koestert nog altijd de idyllische gedachte van een huisje-tuintje, maar als gemeentebestuur moet je soms een voortrekkersrol spelen.”

 

Belangrijk is om die overgang niet te bruusk te laten gebeuren, klinkt het. “Het is geen of-ofverhaal. Mensen doen inzien dat het niet nodig is om zo groot te wonen, is een geleidelijk proces. Als je wilt dat het gedragen wordt door de bevolking, is er geen andere weg. Anders krijg je opstand.”