Nieuws

Filip Canfyn: 'De middenklasse móét veranderen, uit puur zelfbehoud'

10 juli 2019

Bouw- en woonexpert Filip Canfyn stelt vast dat de woondroom van de middenklasse – huis-met-tuin buiten de stad – ‘verkavelingsland’ heeft doen ontstaan, de halfslachtige rand tussen de stad en het platteland. In dat land heersen de waarden van de middenklasse, angstvallig verdedigd door de politiek, klinkt het in De Standaard.

De Vlamingen zijn bang dat er aan hun verworvenheden geraakt wordt. “De mogelijke afschaffing van de bedrijfswagens, de betonstop, het rekeningrijden … Dat alles wordt geframed als een aanslag op ons inkomen en onze vrijheid, en vervolgens afgeschoten. Het volstaat om te roepen: wie gaat dat betalen?”, aldus Canfyn.

 

“De verworvenheden van de middenklasse lijken onaantastbaar. Terwijl diezelfde middenklasse ze betaalt via de belastingen. De Belgen zijn heus niet met een baksteen in de maag geboren. We worden zo gemaakt door de fiscale aanmoediging. De woonbonus is zo’n incentive. Al had die tot gevolg dat de woningprijzen stegen met zowat 40.000 euro.”

 

Canfyn  pleit daarom voor wat meer politieke moed. “Willen we opnieuw roken op café? Naar één enkele vuilniszak? Naar diesels zonder roetfilter? Nee toch? Maar verdere stappen naar een ­beter leefmilieu worden moeilijk. Hoewel iedereen de fundamentele problemen erkent, lijken de oplossingen onbespreekbaar.”

 

Drastische maatregelen

 

“Het verkavelingsland en de middenklasse móéten veranderen, uit puur zelfbehoud. Er zijn drastische maatregelen nodig. Meer van hetzelfde is onhoudbaar.”

 

Canfyn waarschuwt voor de bevolkingsgroei die op ons afkomt. “Ook bij ons komen er zowat 200.000 gezinnen bij. Die hebben allemaal onderdak nodig. Het zal knokken worden om de betaalbare woningen, onder de mensen die te veel verdienen voor een sociale ­woning en te weinig voor iets fatsoenlijks op de privémarkt. Maar niemand houdt zich met hen bezig. De Vlaamse overheid niet, want die heeft naar eigen zeggen de handen vol met de bouw van sociale woningen. De privémarkt al helemaal niet, want die mikt op kopers en betergegoeden.”

 

“Wij hebben geen huurtraditie zoals Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Er bestaat nochtans een werkbaar model, dat hier helaas geen ingang vindt. Het laat mensen hun spaargeld investeren in een fonds dat betaalbare woningen ­optrekt. De lokale overheid zoekt huurders en ­garandeert het onderhoud. De ­investeerders krijgen een return van ­pakweg 2,5 procent. Beter dan het spaarboekje. Na negen jaar krijgen de geldschieters hun centen terug.”