Architectuur

Officieel geopend Antwerps provinciehuis trekt de kaart van efficiëntie en duurzaamheid

18 november 2019

Het nieuwe Antwerpse provinciehuis is officieel geopend. Architect Xaveer De Geyter creëerde een markant ontwerp met 683 driehoekige ramen en een in het oog springende ‘zwenk’. Het passieve gebouw is volledig onafhankelijk van fossiele brandstoffen. Verwarmen en koelen gebeurt met een installatie voor boorgatenergieopslag (BEO). Bollinger + Grohmann en boydens engineering waren studiebureaus van dienst, Michel Desvigne Payagistes stond in voor het landschap.

Foto: Provincie Antwerpen

Een volledig transparante architectuur symboliseert het openbare karakter van exporuimten en auditorium en het democratische karakter van het congres in het onderste volume. Het hoofdgebouw dat schrijlings van de voorbouw contact maakt met het maaiveld, is volledig bedekt in glazen mozaïektegeltjes. Deze worden onderbroken door driehoekige ramen die een maximale daglichtinval verenigen met een minimale gevelperforatie.

 

Met zijn nieuwe thuishaven trekt het provinciebestuur resoluut de kaart van efficiëntie en duurzaamheid. Met zijn hoogwaardige isolatie, intensief groendak bovenop de ondergrondse parking, zonnepanelen op het dak, zuinige ledverlichting en hergebruik van regenwater, is het provinciehuis een voorbeeld voor toekomstige bouwprojecten. In het eerste werkjaar leverde het een energiebesparing op van maar liefst 78%, aldus Architectura.be.

 

De dragende gevels bevinden zich binnen het beschermd volume en zijn daardoor onderdeel van de thermische massa. In de vloeren is betonkernactivering opgenomen, verbonden met warmtepompen en een BEO-veld dat zich bijna over het volledige terrein uitstrekt. De van trippelglas voorziene driehoeksramen zijn onderdeel van een verder volledig gesloten en compacte gebouwschil. Op de kantoorverdiepingen staan decentrale luchtgroepen om lange kanalen en daarmee transportverliezen te voorkomen. Door passieve koeling in de betonnen toren zijn enkel enkele grote ruimten in het glazen volume voorzien van adiabatische koeling. Regenwater wordt waar mogelijk opgevangen, geïnfiltreerd in het landschap en gebruikt voor toiletspoeling. In ruimten zonder verhoogde vloer is verwarmd door middel van een laag temperatuursysteem en op het dak liggen pv-panelen.