Bouw

Herzie parkeernormen met oog voor de toekomst

28 november 2019

Vastgoedontwikkelaars voorzien verplicht parkings in hun projecten, maar krijgen die aan de straatstenen niet meer kwijt. Dat schrijft de krant De Standaard vandaag. “Logisch”, zegt Kati Lamens, voorzitter van Netwerk Architecten Vlaanderen. “De mentaliteit van de mensen verandert. Zeker voor de jongere generatie is de auto niet langer meer het enige gedroomde vervoersmiddel. Toch leggen veel gemeentes nog een vast aantal parkeerplaatsen per wooneenheid op aan de hand van een plaatselijke verordening. Die parkeernormen moeten we dringend terug bij de tijd brengen. Minder parkeerplaatsen of meer invulling via alternatieve vormen voor mobiliteit zoals fietsenstallingen of deelauto’s is daarbij de boodschap.”

In tien jaar tijd is de interesse in parkeerplaatsen bij bewoners van net opgeleverde projecten helemaal verdampt. Dat zeggen verschillende ontwikkelaars. Uit onderzoek blijkt dat een gewijzigde mindset de oorzaak is. Mensen vinden vandaag makkelijker de weg naar alternatieven voor de eigen auto: (elektrisch) fietsen, deelauto’s, bus, tram of trein.

 

Het issue is architect Kati Lamens niet vreemd. “Het aantal verplichte parkeerplaatsen vormt in veel projecten een probleem. Architecten moet verplicht een aantal parkeerplaatsen in de plannen voorzien dat in verhouding staat tot het aantal wooneenheden. Een typisch voorbeeld is 1,3 staanplaatsen per unit. Veel architecten worstelen om die ruimte op een goede manier in hun projecten te voorzien, en vergunningen stranden erop. Dat is jammer, want de kwaliteit van een project staat of valt niet met het aantal parkeerplaatsen.”

 

Proactief onderzoeken en aanpassen van parkeernormen

 

Volgens Lamens staan ook bouwheren niet voor die parkeerplaatsen te springen. “We gaan vaak het gesprek aan met gemeentes om van de parkeernorm af te wijken, maar dat loopt niet altijd van een leien dakje. Het vergt moed van zowel ambtenaren als schepencolleges om van hun eigen normen af te wijken, want dan scheppen ze een precedent. We pleiten er daarom voor dat elke lokale overheid de eigen parkeernormen aan een kritisch onderzoek onderwerpt en ze aanpast met het oog voor de toekomst. De overheid verlangt van ons dat we op een andere manier gaan wonen en ons verplaatsen. Dan moeten ze zelf ook het goede voorbeeld geven. Dat kan door in de verordening meer mogelijkheden te bieden voor alternatieve vormen voor mobiliteit zoals fietsenstallingen of deelauto’s.”

 

Onderdeel van bouwshift

 

In een aantal gemeentes is die oefening reeds aan de gang, of dringen architecten erop aan via de Gemeentelijk Commissie Ruimtelijke Ordening (Gecoro). NAV wil dat elke gemeente die oefening systematisch en proactief gaat doen en zo haar steentje bijdraagt tot de zogenaamde bouwshift. Anders gaan wonen betekent immers ook dat we onze regelgeving aanpassen aan hedendaagse en toekomstige vormen van mobiliteit.