Opinie

"Permanente vorming: een evidentie toch?"

Kati Lamens, nationaal voorzitter NAV • 11 december 2019

In onze kennismaatschappij is permanente vorming een evidentie. Wie op de hoogte wil blijven van de nieuwste ontwikkelingen binnen zijn vakgebied, moet de vinger aan de pols houden. Dat geldt zeker voor architecten, want onze activiteiten zijn gesitueerd in een zone waar verschillende deelverzamelingen elkaar snijden, zoals wetgeving, reglementering en normering, technologische innovatie en productontwikkeling, maatschappelijke tendensen, behoeften en uitdagingen en vernieuwende ontwerpmethodes. Permanente vorming is dan ook een basisvoorwaarde voor een kwaliteitsvolle beroepsuitoefening. Vandaar dat Netwerk Architecten Vlaanderen op eigen initiatief en in samenwerking met de Vitruvius Academy een brede waaier aan opleidingen aanbiedt.

Tot nog toe gaan architecten op vrijwillige basis - maar wel massaal! - in op dat aanbod, maar daar komt in principe weldra verandering in. De orde heeft namelijk bij de bevoegde minister in lopende zaken gevraagd om de permanente vorming als een verplichting te integreren in de deontologie. Het KB daarvoor laat vooralsnog op zich wachten, maar op termijn zal die wijziging ongetwijfeld volgen.

 

Als beroepsorganisatie staan we 100% achter de verplichte vorming, en ik licht graag even toe waarom. Architecten hebben een maatschappelijke opdracht, waar bepaalde zaken tegenover staan, zoals het monopolie, de titelbescherming en het statuut van vrije beroeper. Dat laatste biedt voordelen. Neem nu het onlangs gewijzigde insolventierecht. Sinds 1 mei 2018 wordt de architect in geval van reorganisatie of faillissement behandeld als elke andere onderneming. Maar omdat de ondernemingsrechtbank niet vertrouwd is met de eigenheid van ons beroep, gelden er enkele specifieke regels. Zo moet er in bepaalde gevallen van de procedure een insolventiefunctionaris (bv. een (mede)curator of gerechtsmandataris) worden aangesteld die zelf architect is en onze situatie dus door en door kent. Deze aparte behandeling geldt voor alle vrije beroepen. Maar om in de toekomst dat statuut van vrije beroeper met de bijhorende voordelen te behouden, moeten architecten voldoen aan een aantal verplichtingen, waaronder een verplichte permanente vorming.

 

Uiteraard pleiten wij voor een systeem van permanente vorming dat zo weinig mogelijk administratieve rompslomp met zich meebrengt en waarvoor vlot aan te tonen valt dat men aan de verplichting voldoet. Ook moeten architecten vrij de permanente vorming kunnen invullen in functie van hun behoeften en voorkeuren, moet het aanbod beantwoorden aan kwaliteitsvereisten en mogen de kosten niet de pan uitswingen. Dat gemakkelijk kan worden voldaan aan al deze voorwaarden, hebben wij intussen metterdaad bewezen. Het moment is dan ook rijp om naar een hogere versnelling te schakelen wat de invoering van een verplichte permanente vorming betreft.