Nieuws

Impact van het coronavirus op vergunningsdossiers

Emma Vanderstraeten - RAUM advies ruimtelijke planning • 27 maart 2020

De Vlaamse Regering keurde op dinsdag 24 maart het uitvoeringsbesluit goed waarmee de beslissingstermijnen voor vergunningsprocedures worden verlengd en waarbij enkele procedurele aanpassingen gebeuren. In dit artikel vindt u een overzicht van de impact op de termijnen en op het procedureverloop. Er wordt eveneens verduidelijkt voor welke dossiers deze regels gelden en op welke manier de uitvoering en het verval van een vergunning is geregeld. Tot slot wordt kort ingegaan op de afwijkingen op de vergunningsplicht die de Vlaamse Regering invoerde.

Anna Shvets/Pexels

Impact op de termijnen

 

Hieronder volgt een overzicht van de verlenging en van de totale termijn[1]:

  • Vergunningsaanvragen; vereenvoudigde procedure (d.i. zonder openbaar onderzoek): + 30 dagen (totaal 90 dagen)
  • Vergunningsaanvragen; gewone procedure (d.i. mét openbaar onderzoek): + 60 dagen (totaal 165 of 180 dagen, afhankelijk van de nood aan de organisatie van een omgevingsvergunningscommissie)
  • Termijn om administratief beroep te kunnen instellen: + 30 dagen (totaal 65 dagen). Dit wordt voor dossiers die vòòr 24 maart 2020 werden vergund losgekoppeld van de wachttermijn alvorens een vergunning mag worden uitgevoerd.
  • Beroepsdossiers, ongeacht de procedure: + 60 dagen.
  • De termijn om beroep in te dienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen is niet verlengd en blijft 45 dagen.

 

De nieuwe eindtermijnen worden niet automatisch aangepast in het omgevingsloket.

 

Impact op het procedureverloop


De doelstelling achter het aanpassen van de procedure is het vermijden van contactmomenten, waarop het coronavirus zich kan verspreiden. Tijdens een vergunningsprocedure zijn er immers bepaalde procedurestappen die leiden tot bijeenkomsten van burgers. Dit gaat over openbare onderzoeken, informatievergaderingen waarop burgers worden geïnformeerd over een project, coördinatievergaderingen van verschillende overheidsdiensten voor meer complexe dossiers en hoorzittingen in graad van beroep.

 

Bovendien zijn de gemeentehuizen in een aantal gemeenten gesloten, waardoor een openbaar onderzoek niet kan worden georganiseerd en waardoor er geen dossiers kunnen worden ingekeken. Het zijn bovendien veelal de oudere burgers die een inzage van het dossier op het gemeentehuis zullen verkiezen boven een digitale inzage via het omgevingsloket en net die risicogroep blijft beter binnen.

 

Om deze redenen worden de lopende openbare onderzoeken opgeschort en verdergezet na 24 april 2020. Openbare onderzoeken die nog moeten opstarten zullen eveneens pas na 24 april worden georganiseerd. Gelet op het verbod op niet-essentiële verplaatsingen mogen de affiches die reeds werden uitgehangen om het openbaar onderzoek aan te kondigen blijven hangen tot wanneer er duidelijkheid is over de nieuwe einddatum.

 

Informatievergaderingen worden niet expliciet vermeld in het besluit, maar in de toelichting bij het besluit wordt meegegeven dat ook de informatievergaderingen pas na 24 april zullen plaatsvinden.

 

Er kan worden beslist om hoorzittingen van de omgevingsvergunningscommissie of een hoorzitting in graad van beroep enkel schriftelijk of via teleconferentie te laten gebeuren, zodat er geen fysieke samenkomst plaatsvindt. De hoorzitting kan ook worden uitgesteld; wat mogelijk is door de verlenging van de beslissingstermijn.

 

Het is nog steeds mogelijk om nieuwe omgevingsaanvragen in te dienen via het omgevingsloket. Ook aan dossiersamenstelling wijzigt er niets.

 

Voor welke dossiers geldt dit?

 

Het besluit is van toepassing op alle lopende dossiers waarvoor op 24 maart 2020 nog geen beslissing was genomen. Het gaat zowel over vergunningsaanvragen in eerste aanleg als over beroepsdossiers.

 

De beslissing is eveneens van toepassing op alle nieuwe dossiers die na 24 maart worden ingediend. Op dit ogenblik geldt dit voor dossiers die tot en met 24 april 2020 worden ingediend. De minister kan deze termijn verlengen, zonder de einddatum van de noodsituatie te overschrijden. Momenteel is de einddatum van de noodsituatie vastgesteld op 17 juli 2020.

 

Uitvoeren en verval van een vergunning

 

In normale omstandigheden kan een omgevingsvergunning worden uitgevoerd als de aanvrager niet op de hoogte is gebracht van de instelling van een beroep binnen de 35 dagen.

 

De werken kunnen m.a.w. starten na een ‘wachttijd’ van 35 dagen. De wachttijd om te mogen starten met de werken is aldus gekoppeld aan de termijn om administratief beroep aan te tekenen.

 

Doordat de termijn om administratief beroep aan te tekenen werd verlengd met 30 dagen, is ook de wachttijd vooraleer een vergunning mag worden uitgevoerd verlengd met 30 dagen, wat het totaal op 65 dagen brengt. Dit geldt voor omgevingsvergunning verleend vanaf 24 maart 2020.

 

Door het Besluit Vlaamse Regering wordt het principe om de wachttijd te koppelen aan de beroepstermijn echter losgelaten voor dossiers die vòòr 24 maart werden vergund, maar die op dat ogenblik de wachttijd nog niet volledig hadden doorlopen. Voor deze dossiers is de wachttijd nog steeds 35 dagen, maar bedraagt de termijn om beroep aan te tekenen 65 dagen. De initiële verwarring hierover werd in de FAQ’s van het Departement Omgeving weggenomen.

 

Enkele voorbeelden

 

  • Stel dat er een vergunning wordt verleend op 1 april 2020, dan kan je starten met de werkzaamheden op 5 juni 2020, na een wachttijd van 65 dagen; nl. 35 dagen in normale omstandigheden plus de verlenging van 30 dagen. Die wachttijd gaat in de eerste dag na de aanplakking van de vergunning.
  • Stel dat je een vergunning kreeg op 10 maart, dan had je op 24 maart nog geen definitieve vergunning omdat de wachttijd van 35 dagen nog niet was afgelopen. Bijgevolg is dit een dossier waarvoor de beroepstermijn met 30 dagen wordt verlengd. Er kan echter wel worden gestart met de werken op 15 april 2020, m.n. 35 dagen na de aanplakking van de vergunning, ook al is de beroepstermijn verlengd.
     

ERRATUM: in een eerdere communicatie werd in de voorbeelden hierboven per vergissing als start van de wachttijd respectievelijk de datum waarop de vergunning wordt verleend en de datum waarop de vergunning wordt betekend, vermeld. In beide gevallen gaat de wachttijd echter in de eerste dag na de aanplakking van de vergunning. De voorbeelden hierboven werden als dusdanig gecorrigeerd.

 

Het Departement Omgeving wijst erop dat het een risico inhoudt om reeds te starten met de werken alvorens de beroepstermijn is afgelopen. De aanvrager riskeert de werken alsnog te moeten stilleggen omdat er toch nog een schorsend beroep werd aangetekend.

 

De vervaltermijn van een vergunning werd niet verlengd.  Artikel 99 van het omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat de vervaltermijnen voor 2 jaar kunnen worden verlengd als de aanvrager van de vergunning kan aantonen dat het niet uitvoeren van de vergunning het gevolg is "van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend".

 

Als de vergunninghouder kan aantonen dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van de civiele noodsituatie ten gevolge van het coronavirus (bijvoorbeeld omdat de aannemer geen nieuwe bouwwerven kan opstarten), kan dit wellicht gelden als een vreemde oorzaak die een verlenging van de termijn van twee jaar kan verantwoorden.

 

De verlenging van de termijn moet voor de vergunninghouder (= bouwheer) worden aangevraagd via een beveiligde zending aan de overheid die de vergunning afleverde. Dit moet gebeuren minstens 3 maanden voor het vervallen van de vergunning. Als de gemeente niet reageert op de aanvraag, dan wordt de verlenging stilzwijgend verleend.

 

Afwijken op de vergunningsplicht

 

De overheid maakt ook mogelijk om noodzakelijke faciliteiten zoals ziekenhuizen, verzorgingsinstellingen, productiefaciliteiten voor geneesmiddelen of medisch materiaal en laboratoria op te richten of uit te breiden zonder dat hiervoor een omgevingsvergunning moet worden bekomen. Ook de functiewijziging van een bestaand gebouw naar één van bovenstaande activiteiten is vrijgesteld van vergunning zolang de civiele noodtoestand duurt.

 

Wie van deze afwijking wil gebruik maken, verwittigt de Vlaamse regering, de provincie en de gemeente per email en omschrijft de handelingen die men wenst uit te voeren en de locatie ervan. De burger wordt op de hoogte gebracht door de aanplakking van een affiche en door een kennisgeving via de websites van de overheden.

 

[1] De totale termijnen zijn exclusief de termijn om een dossier volledig en ontvankelijk te verklaren (d.i. 30 dagen, en wordt niet verlengd door het besluit). In bepaalde gevallen komen er nog eens 60 dagen bij; bijvoorbeeld als de gemeenteraad een beslissing over de zaak der wegen moet nemen of als er een administratieve lus wordt toegepast.

Brussels Gewest: opschorting van maandag 16 maart tot en met 15 april


De staatssecretaris belast met Stedenbouw en Erfgoed communiceerde volgend bericht:

Na de recente federale besluiten om niet-essentiële reizen te beperken, is het de Brusselse regering duidelijk geworden dat het belangrijk is maatregelen te nemen om de goede doelen van de verschillende stedenbouwkundige procedures in ons Gewest te verzekeren.


Na de stemming op 19 maart over de toekenning van bijzondere bevoegdheden en de ontvangst van het advies van de Raad van State op maandag 30 maart, kan ik u dus officieel meedelen dat de Brusselse regering deze donderdag 2 april in tweede lezing heeft aangenomen besluit, bij regeringsbesluit, om alle dwingende “délais de rigueur” op te schorten, evenals alle termijnen waarvan de termijn rechtsgeldig is zoals ingesteld door CoBAT, en dit van maandag 16 maart tot en met 15 april. Deze datum kan worden verlengd als ook de federale maatregelen worden verlengd.


Zoals gevraagd aan de gemeenten sinds 16 maart, kan ik bevestigen dat alle overlegcommissies ook zijn uitgesteld. Ze zullen vanaf 16 april moeten worden verplaatst, afhankelijk van de evolutie van de situatie.


Ik vestig uw aandacht op het feit dat verzoeken kunnen blijven worden gedaan aan de gemeenten en het Gewest en dat projecten die al het onderwerp zijn geweest van een overlegcommissie het onderwerp kunnen zijn van een besluit van 'het verlenen of weigeren van een vergunning door de autoriteiten. De procedures zijn namelijk niet opgeschort. Het betreft alleen de termijnen en degenen waarvan het verstrijken een rechtsgevolg heeft.