Opinie

"Hoe maken we ons beroep 2050-bestendig?"

Dirk Mattheeuws, nationaal voorzitter NAV • 9 juli 2020

De wet van 1939 is aan hervorming toe, daar zijn we het allemaal over eens. Maar hoe waken we erover dat die aanpassing future proof is voor de komende decennia? De beste aanpak is dat we met een open geest vooruit kijken naar 2050. Waaraan mogen we ons als architect dan verwachten en wat betekent dat voor een doeltreffende wetswijziging? Enkele bespiegelingen.

Volgens de ‘World Population Prospects 2019’ van de VN zal de wereld in 2050 in totaal 9,7 miljard mensen huisvesten. Vooral Afrika en India zullen een fikse groei kennen. Voor Europa daarentegen verwachten de VN een bevolkingskrimp van 748 miljoen bewoners vandaag naar 710 miljoen in 2050. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal die afname gecompenseerd worden door migratie.

 

Deze demografische ontwikkelingen zullen een grote invloed hebben op onze sector en ons beroep. Om de gevolgen van de globale bevolkingsaangroei op te vangen, moeten we in de manier waarop we onze omgeving benutten oog hebben voor klimaatbestendigheid, biodiversiteit en een slinkende beschikbaarheid van grondstoffen. Constructies moeten circulair worden ontworpen en uitgevoerd, met een maximale aanpasbaarheid, bestemd voor opdrachtgevers met een ander profiel en andere eisen, en met behoud van ruimte voor de natuur. Tegelijkertijd worden de vertrouwde economische modellen vervangen door nieuwe verdienmodellen. Zo zal de vraag naar efficiënte oplossingen steeds meer worden ingevuld met formules van leasing dan door aankoop en bezit.

 

Onze gezamenlijke toekomst wordt daarnaast bepaald door een tweede globale tendens die zich al langer aftekent. We hebben het dan meer bepaald over PropTech, een samentrekking van de Engelse termen voor vastgoed en technologie. De benaming slaat op de verdergaande digitalisering van onze benadering van vastgoed en omgeving. Een brede waaier van technologische toepassingen zal bijdragen tot een vernieuwing of optimalisering van de manier waarop we gebouwen ontwerpen, bouwen, gebruiken, waarderen, verhuren, verkopen en beheren. Made to measure prefabelementen, 3D-printing, zelflerende ontwerplogaritmen, intelligente vormen van gebouw- en energiebeheer: de variatie aan ontwikkelingen is uiterst gedifferentieerd en boeiend. Die digitalisering gaat hand in hand met de opkomst van nieuwe spelers en expertises, de erosie van de traditionele beroepsomschrijvingen en -invullingen en een almaar toenemende integrale aanpak, waarin de samenwerking tussen vele spelers noodzakelijk is om de complexiteit meester te blijven.

 

Bovenstaande evoluties moeten we in het achterhoofd houden als we voorstellen formuleren om de architectenwet in een nieuw en toekomstbestendig juridisch kleedje te stoppen. Een hele opgave, ik geef het toe, die sommigen wellicht angst zal inboezemen. Maar evengoed vormt die opgave een unieke bron van inspiratie om ons beroep een nieuw elan te geven. Het uitgangspunt staat in ieder geval vast. Ook in de toekomst moet de architect de bouwpartner bij uitstek blijven om de regie van dit complexe gebeuren te voeren.