Interview

Dirk Mattheeuws & Steven Lannoo: 'Naar een heldere visie over de architect 2030/2050'

Staf Bellens • 13 juli 2020

Op 20 april verkoos de algemene vergadering van NAV architect Dirk Mattheeuws, die al sinds 2015 betrokken is bij de werking van de beroepsorganisatie, officieel tot voorzitter. Hij vormt voortaan een tandem met de kersverse directeur Steven Lannoo. Een dubbelgesprek over hun verschroeiende coronastart en hun plannen.

NAV-directeur Steven Lannoo (links) en NAV-voorzitter Dirk Mattheeuws (rechts) - Foto: Klaas Verdru

“Een regelrechte vuurdoop”, omschrijft Steven Lannoo, voormalig hoofd van de studiedienst van de autobus- en autocarfederatie en zelf getrouwd met een architecte, zijn start als NAV-directeur. Hij begon eraan op 16 maart, de eerste lockdowndag. “De situatie was uitzonderlijk en nooit gezien. Daar kwam bovenop dat ook Dirk nieuw was als voorzitter en we dus allebei nog onze weg moesten zoeken.” Dirk Mattheeuws knikt bevestigend: “Maar opmerkelijk is hoe snel mensen zich aanpassen. ’s Ochtends zegt een medewerkster op mijn architectenkantoor: zouden we geen thuiswerk overwegen? ‘Onmogelijk’, flitst het even door je hoofd, maar ‘s middags heb je alle organisatorische aspecten op een rijtje en ’s avonds draait het.”

 

Dat aanpassingsvermogen doordesemde ook de werking van de beroepsorganisatie in de vorm van een versnelde digitalisering. Steven Lannoo: “We beseften meteen dat we naar online oplossingen moesten grijpen. Als eerste stap namen Dirk en ik thuis met onze smartphone allebei een videoboodschap voor de leden op, die een collega monteerde en op de website plaatste. De Renovatiedag kreeg in allerijl een digitale invulling en de lerende netwerken liepen door via Zoom. De medewerkers bekeken ook de creatie van een digitaal aanbod aan opleidingen en bereidden de opzet van een specifiek NAV-kanaal daarvoor voor. Digitale opleidingen bieden een dubbel voordeel. Wij bereiken op die manier meer architecten, en geïnteresseerde architecten kunnen een opleiding uitgesteld bekijken. Een aantal knelpunten inzake digitalisering moet nog worden opgelost, maar het coronavirus zal een blijvend effect hebben op onze organisatie en dienstverlening.”

 

Een krachtige leidraad ontwikkelen

 

Crisismanagement gaat bij de nieuwe NAV-tandem hand in hand met een project voor de lange termijn. Voor zover het coronavirus geen roet in het eten strooit, willen de voorzitter en de directeur in het najaar een retraite organiseren, waar een beperkte groep van bestuursleden, aangevuld met enkele geëngageerde geïnteresseerden en geïnspireerd door een puikje sprekers, zich zal buigen over een toekomstvisie op het beroep. Steven Lannoo: “Die grondige denkoefening over de belangrijkste uitdagingen voor de architect vandaag en de komende decennia moet uitmonden in een visie waarop we kunnen terugvallen op het ogenblik dat we worden geconfronteerd met concrete vragen en problemen.”

 

Dirk Mattheeuws: “Een van de kernzaken wordt de actualisering van de Architectenwet van 1939. Die hervorming moet future proof zijn en ervoor zorgen dat wij op een efficiënte manier ons beroep kunnen uitoefenen, met ruimte voor hedendaagse samenwerkingsverbanden zoals bouwteams en DBFM, met garanties voor onze onafhankelijkheid en vanuit de overtuiging dat de architect de best geplaatste bouwpartner is om aan het roer te staan, maar daarom niet overstelpt hoeft te worden met aansprakelijkheden. In mijn eerste aanzet, die intussen is verrijkt en verfijnd door de bestuursleden, had ik het over de denktank ‘de architect 2030/2050’. Een dubbele datum, omdat ik denk dat we een transitie zullen beleven waarin diverse categorieën van spelers hun plek moeten zoeken: kleine architectenbureaus, grote multidisciplinaire kantoren, internationaal actieve architectenbureaus. Ook de impact van BIM en van de digitalisering in het algemeen houdt het risico in dat sommigen zullen achterblijven. Of neem de discussie over het monopolie. Momenteel zijn de meeste architecten gewonnen voor een behoud van het monopolie op het ontwerp maar niet op de uitvoering. Maar als het toch volledig zou sneuvelen, is een overgangsperiode noodzakelijk om een sociaal bloedbad te vermijden.”

 

Steven Lannoo: “We moeten de impact van bepaalde vormen van liberalisering ook realistisch inschatten. Eens over het muurtje kijken bij andere landen of bij beroepsgroepen die een dergelijke bescherming niet kennen, kan leerzaam zijn. In de aannemerswereld zie je heel wat kleine bedrijven perfect overeind blijven. Oké, ze hebben schaalnadelen, maar daar staat een grotere efficiëntie tegenover. Dat kan ook gedeeltelijk het geval zijn voor architecten. Ook voor de kleinere bureaus zal er hoogstwaarschijnlijk een markt blijven.”

 

Inzetten op bestuur- en slagkracht

 

Een andere belangrijke werf wordt de hervorming van de werking van de beroepsvereniging. Dirk Mattheeuws: “Netwerk Architecten Vlaanderen functioneert uitstekend wat de afdelingen betreft. Die benutten hun dotaties optimaal om lokaal zaken op het getouw te zetten, de vinger aan de pols te houden en ons voor onze operationele werking te informeren over de vragen, behoeften en ideeën die in het werkveld leven. Over specifieke thema’s daarentegen krijgt onze operationele werking geen gestructureerde input. In het verleden zijn wel doelgroepen afgebakend zoals grote kantoren, experten en starters, met afgevaardigden in de raad van bestuur en de algemene vergadering, maar zonder concrete werking.”

 

“Om die lacune aan te pakken, hebben we vier netwerkgroepen gedefinieerd die een werking rond concrete thema’s zullen opzetten conform twee basisregels. Een: alle leden van NAV moeten zich in een van die vier groepen kunnen inschrijven. Twee: elk thema dat de architect aanbelangt, moet onder een van die vier groepen kunnen worden ondergebracht. De oefening is nog niet volledig afgerond, maar momenteel staan volgende doelgroepen geprogrammeerd. De groep ‘Kantoren en medewerkers’ zal zich onder andere buigen over samenwerkingsverbanden, kantoormanagement, PC 336 en de CAO, minimumtarieven voor zelfstandige medewerkers en kantoormanagement. De groep ‘Starten en starters’ zal zich onder meer bezig houden met de stage, het onderwijs, de opleiding en de ondersteuning van jonge architecten. De groep ‘Kennis en deskundigen’ zal een breed terrein van specialisatie bestrijken zoals duurzaamheid, circulair bouwen, technieken, brandveiligheid, toegankelijkheid, de wetgeving ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing. Tot slot is er ‘Beroep en de architect’ met aandacht voor de beroepspraktijk, bouwteams, de werking van de Orde en dergelijke meer. Uiteraard zijn de onderlinge grenzen en de grenzen met de regionale werking vloeiend en moet er volop ruimte zijn voor kruisbestuiving.”

 

“Door die aanpassing vullen we in de toekomst de regionale werking, die voor architecten een belangrijke ontmoetingsplaats vormt, op Vlaams niveau aan met leden uit diverse regio’s die samenwerken rond bepaalde thema’s. Bij de eerste bespiegelingen hieromtrent rees de vraag hoe we die mensen concreet zouden kunnen samenbrengen. Intussen heeft de coronacrisis ook hier voor een versnelling gezorgd en maken Zoom, Teams en andere tools voor videoconferentie vandaag deel uit van het nieuwe normaal.”

 

Steven Lannoo: “Het interessante aan deze structuur is dat die perfect aansluit bij de nieuwe modellen van verenigingen die vandaag opgeld doen. Vroeger was het gebruikelijk dat iemand zich aansloot bij een lokale vereniging die ordelijk was gestructureerd met een raad van bestuur en dergelijke. Maar steeds meer mensen die inhoudelijk wel een bijdrage willen leveren om hun beroep vooruit te helpen, zijn niet langer bereid in een dergelijke klassieke vereniging te stappen. Voor NAV was het, gezien de opbouw via de lokale werking, niet evident om die mensen bij de werking te betrekken. Met de nieuwe structuur, die gepaard gaat met een wijziging van de statuten, kan dat in de toekomst wel. Uiteraard valt af te wachten hoe snel dat resultaten zal opleveren, maar het draagt ongetwijfeld bij tot de meerwaarde van onze beroepsvereniging.”

 

Lobbyen voor haalbare oplossingen

 

Een ander belangrijk luik van de NAV-activiteiten blijft het lobbywerk. Is de beroepsvereniging daartoe voldoende gewapend, vergeleken met andere spelers in de bouwsector, om de Confederatie maar niet te noemen? Steven Lannoo relativeert: “De meeste beroepsfederaties kunnen niet uitpakken met een groot aantal leden en middelen. De aannemers vormen daarop een uitzondering omdat de bouwsector een belangrijke economische pijler is. Om ons terdege voor te bereiden, versterken we ons team met een jurist. Voor de rest moeten wij niet wegen door de macht van ons getal, maar door de kracht van onze visie. Wij moeten de beleidsmakers voorstellen presenteren met een brede maatschappelijke meerwaarde, een aanpak die NAV al langer hanteert.”

 

Wat dat concreet kan betekenen, wil Dirk Mattheeuws graag illustreren aan de hand van het concept duurzaamheid. “In plaats van allerlei duurzaamheidscharters zonder concrete voorstellen en zonder een inschatting van de mogelijke impact te ondertekenen, kunnen we ideeën ontwikkelen over hoe we op een duurzame, circulaire en gezonde manier kunnen bouwen zonder het verdienmodel uit het oog te verliezen. Daarmee kunnen we dan naar de overheid stappen die het in wetgeving moet gieten.”

 

Steven Lannoo: “We moeten bij de overheid aandringen op een betere regelgeving die niet al te detaillistisch ingrijpt in de markt, maar die vooral grote doelen vooropschuift en de marktspelers duidelijk maakt waar de overheid naartoe wil. Voor de rest moeten we de markt toelaten om met innovatieve ontwikkelingen voor de dag te komen.