ruimtelijke ordening

Nog veel oranje knipperlichten voor bouwshift

10 december 2020

Netwerk Architecten Vlaanderen is tevreden dat er een aantal knopen zijn doorgehakt i.v.m. het reeds lang aangekondigde instrumentendecreet. Dat voorziet in het juridisch kader voor de bouwshift. Het akkoord dat de Vlaamse regeringspartijen daarover hebben gesloten bevat positieve elementen, maar ook minder evidente uitgangspunten. NAV ziet op vandaag immers nog veel moeilijkheden bij de lokale besturen, die de verantwoordelijkheid krijgen om de bouwshift in de praktijk om te zetten. Bij veel stedenbouwkundige diensten loopt het vandaag al mank voor de dagelijkse dienstverlening, zo blijkt uit een enquĂȘte. Om de bouwshift straks in realiteit om te zetten wacht die diensten een nog veel grotere uitdaging. Maar lokale besturen hebben vandaag vaak onvoldoende mankracht en kennis om die taak tot een goed einde te brengen. De voorbije maanden zagen we in een twintigtal steden en gemeenten voorbeelden met lokale bouwpauzes, terwijl architecten juist nood hebben aan een duidelijke langetermijnvisie. Ook worden de voor de relance noodzakelijke investeringen in de bouwsector in dat geval afgeremd door het sputterend vergunningsproces.

De bouwshift heeft als doel om de inname van open ruimte tegen 2025 te halveren en tegen 2040 te stoppen. NAV ziet in dat gegeven een belangrijke rol voor architecten om d.m.v. slimme ontwerpen de bestaande ruimtes beter te benutten. Positief in het gisteren aangekondigde akkoord over het instrumentendecreet is dan ook dat de planbatenheffing bij verdichtingsplannen wordt geschrapt. Kwalitatieve verdichtingsprojecten hebben immers een hoge maatschappelijke meerwaarde. Dergelijke projecten moeten net worden aangemoedigd om de bouwshift te realiseren. Een planbatenheffing zou maar al te vaak de haalbaarheid in het gedrang hebben gebracht.


Bouwpauzes zorgen voor rechtsonzekerheid

NAV plaatst echter een aantal vraagtekens bij het feit dat de Vlaamse overheid in de feiten de steden en gemeenten alleen voor de grote verantwoordelijkheid plaatst om de bouwshift te realiseren. Zij zullen moeilijke beslissingen moeten nemen en creatief en flexibel omgaan met bestaande en nieuwe planningsinstrumenten. Architecten stellen in de praktijk vast dat niet alle steden en gemeenten over voldoende middelen en kennis beschikken om hun taken in het kader van ruimtelijke ordening adequaat uit te voeren.

 

NAV constateerde de voorbije maanden dat in bijna 20 steden en gemeentes lokale bouwpauzes werden afgekondigd. Dit omwille van verschillende redenen, maar de rode draad was telkens dat de lokale overheid stelde dat ze nog een visie over de lokale ruimtelijke ordening moest ontwikkelen en daarom alle of een gedeelte van de bouwactiviteiten voor een zekere, vaak onbepaalde, duur zou bevriezen. Dergelijke bouwpauzes, zelfs al worden die met goede bedoelingen afgekondigd, zijn geen goede zaak. Ze zorgen voor rechtsonzekerheid, brengen veel economische schade met zich mee en vormen heel vaak net een rem voor kwalitatieve verdichtingsprojecten. Bovendien zijn ze illegaal en werden daarom in twee gevallen ook vernietigd door de plaatselijke gouverneur. Dat was het geval in het Vlaams-Brabantse Sint-Pieters-Leeuw en in het Antwerpse Beerse. Dat gemeenten hun toevlucht nemen tot dergelijk onwettig handelen onderstreept hun manco aan kennis en middelen.

 

Vergunningverlener moet bijbenen

Daarnaast loopt het ook in de dagelijkse werking van veel stedenbouwkundige administraties van steden en gemeenten ernstig mis. Dat  blijkt ook uit een recente peiling van NAV bij 593 architecten. Minder dan 25% van de architecten is tevreden over de kwaliteit van antwoorden en de bereikbaarheid van de loketten stedenbouw. Als het over de snelheid van antwoorden gaat loopt dit percentage zelfs terug tot 10%. Informatie om bouwprojecten op te starten (zoals stedelijke bouwreglementen, RUP's en ruimtelijke beleidskaders) zijn vaak niet eenvoudig te raadplegen.

 

NAV is voorstander van een bouwshift die intelligente manieren van verdichting toelaat. NAV roept de Vlaamse overheid daarom op om, in navolging van het instrumentendecreet, niet enkel regelgevend maar ook operationeel ondersteuning te bieden door in te zetten op het versterken van de mankracht, de middelen en de kennis bij de gemeentebesturen. Er is meer dan ooit nood aan visie, beleid en uiteindelijk structurele implementatie met afstemming of zelfs coördinatie op Vlaams niveau. Aan de lokale besturen zelf vraagt NAV om niet over te gaan tot juridisch haastwerk en de tijd te nemen om een duidelijke visie uit te werken waarop men het vergunningsbeleid kan stutten. Wat voor zin heeft het om investeringen in de bouwsector aan te kondigen als relancemaatregel als het vergunningsproces die relance net tegenhoudt?