Nieuws

Bouw klaar om motor relancebeleid te zijn

23 maart 2021

De bouwsector is tevreden dat de federale regering 60% van de 6 miljard Europese relancemiddelen voorziet voor allerlei bouwprojecten, zoals staatssecretaris Dermine bekend maakt. 'We zijn klaar voor deze gigantische uitdaging we doen er alles aan om meer jongeren en vrouwen aan te trekken', klinkt het bij de Confederatie Bouw. Het aantal opleidingen op de werkvloer is in de bouw de afgelopen jaren verdriedubbeld. 'Dit relanceplan moet een tussenstap zijn naar het optrekken van het aantal overheidsinvesteringen dat al jaren veel te laag ligt.'

Thomas Dermine, staatssecretaris voor de relance, maakt bekend dat 60% van de Europese relancemiddelen naar de bouw gaan, meer bepaald naar de renovatie van schoolgebouwen, de bouw van sociale woningen en werken aan het spoorverkeer.

 

"Ik erken dat ons land jarenlang veel te weinig heeft geïnvesteerd", aldus Dermine in De Morgen. "Daarom gaan we structureel geld blijven pompen in infrastructuur.  Nu zitten we op 2,6 procent van het bbp aan overheidsinvesteringen. We willen naar 3,5 procent tegen 2024, het Europese gemiddelde. Daarvoor hebben we in totaal 13,1 miljard euro nodig. Europa levert met 5,9 miljard euro iets minder dan de helft, de rest leggen we zelf bij, samen met de regio's. Tegen 2030 willen we jaarlijks 4 procent van het bbp investeren."

 

"60 procent gaat naar infrastructuur, 20 procent naar digitale projecten, 10 procent naar onderzoek, en nog eens 10 procent naar onderwijs en opleiding."

 

"De vraag is dan: laat je de projecten uitvoeren door een buitenlandse multinational, die enkel gedetacheerde Oost-Europeanen in dienst heeft en materialen gebruikt uit China? Of kies je voor een kmo uit Oost-Vlaanderen, met lokale werknemers en jongeren in opleiding? We zijn in dialoog met de Confederatie Bouw zodat zij maximaal mee stappen in die visie. Ook de openbare aanbestedingen worden in die zin opgesteld. Tegelijk willen we de opleiding voor onze jongeren een gigantische boost geven. Onze gebouwen zijn in zo'n slechte staat dat we nog voor 20 of 30 jaar aan het isoleren zijn. We kunnen een hele generatie werk geven."

 

Meer vrouwen

Volgens de sectorfederatie beschikt de bouw ook over alle troeven om deze relance-uitdaging aan te gaan. De bouw zet momenteel via haar gewestconfederaties en via Constructiv, de dienstverlenende organisatie voor alle sociale partners binnen de sector, alle zeilen bij om extra medewerkers aan te trekken, zowel jongeren, minder jongeren en vrouwen. De bouw is trouwens nu al stilaan aan het vervrouwelijken. Tussen 2014 en 2019 nam het aantal vrouwelijke werknemers in de sector met 16,5% toe, terwijl het totaal aantal werknemers in de bouw er tijdens diezelfde periode slechts met 0,4% op vooruitging.   

 

De bouw is alvast een groeiende opleidingssector. Uit cijfers van Constructiv blijkt dat de opleidingsinspanningen in de bouw op 5 jaar tijd verdrievoudigd zijn. Dat is onder meer het gevolg van de toenemende digitalisering en industrialisering in onze sector. Belangrijk om te weten daarbij is dat de bouw een sector is waar de hoofdmoot van de opleidingen door de ondernemingen zelf worden gegeven.

 

Robert de Mûelenaere, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw, waarschuwt wel: “Deze relancemiddelen mogen slechts de eerste stap zijn naar het optrekken van de overheidsinvesteringen. Per jaar gaat in ons land 2,5% van het BBP naar overheidsinvesteringen, terwijl het Europees gemiddelde 3,1% van het BBP bedraagt. Daarom mag dit herstel- en investeringsplan slechts een begin zijn voor renovatie en energie-efficiënte van gebouwen allerhande en grote infrastructuurprojecten die moeten worden verdergezet en opgezet.”