ruimtelijke ordening

Arch. Glenn Lyppens: ‘Verdichting is meer dan extra wooneenheden toevoegen’

15 april 2021

Om van de bouwshift een succes te maken, zullen we moeten verdichten. Maar met welke woonvormen moeten we die ambitie waarmaken? En hoe kunnen we verdichten zonder de leefbaarheid van een wijk onder druk te zetten? Trends vroeg het aan architect en onderzoeker Glenn Lyppens (POLO, Universiteit Antwerpen). Hij breekt een lans voor collectieve woonvormen en verkavelingsmodellen die de tand des tijds hebben doorstaan.

Fotografie Polak

De vraag om te verdichten wordt in Vlaanderen vaak beantwoord met appartementsgebouwen en woontorens. Volgens Lyppens volstaat dit echter niet.

 

“Ik woon in een buurt met rijwoningen met een tuin. Af en toe worden woningen afgebroken en vervangen door een appartementsgebouw. Dat is verdichten, want er komen wooneenheden bij. Maar de stedenbouwkundige meerwaarde van zulke projecten is meestal gering.”

 

“Langs het water of in een open landschap kunnen woontorens op hun plaats zijn. Torens genereren een hoge densiteit op een kleine oppervlakte en besparen dus ruimte. Het probleem met torens is dat ze geen andere gebouwen in de buurt dulden.”

 

Collectieve tussenruimte

Op Instagram toont Lyppens vaak verdichtingsmodellen die een soort tussenruimte creëren en waarvan de kwaliteit ook afstraalt op het publieke domein.

 

"In de negentiende eeuw zijn door de groei van de steden veel interessante modellen ontstaan, zoals de Vlaamse arbeidersbeluiken. In opdracht van het Gentse stadsbestuur maken we met POLO een inventaris en een renovatiestudie van 121 beluiken. Bouwfysisch zijn die vandaag vaak problematisch, maar het zijn wel betaalbare woonmilieus met doorgaans een sterk nabuurschap door de collectieve stegen.”

"Voor elke densiteitslaag moet je een vorm van ontluchting organiseren, zodat er voor de gebruikers een aangenaam woonmilieu ontstaat. Het is een gebied op de scheidingslijn tussen publieke en private ruimte. De bewoners kunnen het zich toe-eigenen, maar er blijft een link met de stad. Er kunnen ontmoetingen ontstaan.”

 

Regelgeving is soms een hindernis om die succesvolle modellen uit het verleden vandaag te implementeren. Maar Lyppens roept ook projectontwikkelaars op om de platgetreden paden te verlaten. “Ik geloof dat ontwikkelaars openstaan voor proefprojecten. Het Pandreitje in Brugge is een gedurfd project dat met complexe stapelingen een hoge densiteit heeft bereikt. Het is er al twintig jaar aangenaam wonen.”