Opinie

"Ruimtelijk rendement creëer je niet met bruuske bouwpauzes"

NAV-voorzitter Dirk Mattheeuws • 15 juli 2021

Het NAV heeft een beslissing van de Halse gemeenteraad laten vernietigen om een bouwpauze voor twee jaar in te lassen. Het is de gouverneur van Vlaams-Brabant die knoop heeft doorgehakt, nadat het NAV – niet als enige overigens – een bezwaarschrift had ingediend bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. Met het NAV zijn we niet over één nacht ijs gegaan alvorens dat te doen. Achter de beweegreden voor die bouwpauze ligt immers een doelstelling die ook architecten nauw aan het hart ligt, namelijk het veilig stellen en verbeteren van bestaande ruimtelijke en stedelijke kwaliteiten. Zijn wij daar dan niet om bekommerd?

Het ene hoeft het andere niet in de weg te staan. Als architecten staan we achter de principes van de bouwshift, waarbij in de toekomst minder nieuwe vrije ruimte wordt ingenomen. Projecties wijzen echter uit dat er een enorme hoeveelheid extra woongelegenheden nodig is om de verwachte bevolkingsgroei van de komende twintig jaar op te vangen. Het schrappen van overbodige harde bestemmingen mag dus geen synoniem zijn voor een bouwstop, want binnen de bestaande woongebieden is er een gigantische renovatie- en vervangingsopgave. Bovendien is er nog een enorm potentieel voor verdichting – slimmer gebruik van de ruimte dus.

 

Daarnaast vormt een tijdelijke bouwpauze, die niet via de daarvoor voorziene planningsinstrumenten wordt vormgegeven, effectief een inbreuk op de rechtszekerheid. Architecten die bezig zijn met ontwerpopdrachten kunnen hun projecten in gevaar zien komen, ook al zijn zij op dat moment bezig met het invullen van een effectieve woonnood.

 

We zijn daarom tevreden dat Halle nu een nieuwe gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voorbereidt en zich in afwachting bij vergunningsaanvragen op de bestaande verordening zal baseren. Alleen zo hebben architecten en bouwheren rechtszekerheid én kan er werk gemaakt worden van een kwalitatieve verordening die alle juridische en inhoudelijke toetsstenen kan doorstaan.

 

Het moge duidelijk zijn: als architecten nemen we in het dossier van de bouwshift met veel overtuiging onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zo riepen we onlangs nog op om de voorziene planschaderegeling te herzien, omdat die volgens ons de bouwshift de facto onmogelijk zal maken. Bevoegd minister Zuhal Demir kondigde daarna de oprichting van een taskforce aan die de planschaderegeling en de gevolgen van de bouwshift moet bestuderen. Het NAV zal de architecten vertegenwoordigen in die taskforce.

 

Als architecten willen we uiteraard bouwen, maar dan wel aan een kwalitatief bebouwde omgeving waar we ook maatschappelijk beter van worden. Architecten zullen hierbij de natuurlijke partners zijn van de ruimtelijk planners en vergunningverleners om via innovatieve verdichtingsprojecten de bouwshift aantrekkelijk te maken voor iedereen. Vlaanderen zal zijn architectenkorps bovendien meer dan nodig hebben om deze uitdaging om te zetten naar de bebouwde realiteit. Wij zijn alvast klaar om de koe bij de horens te vatten.