Sociaal en juridisch statuut

Wat zijn je opties om als stagiair-architect in een associatie te stappen?

Nathalie Van Gompel, SBB • 13 september 2021

Onder de vleugels van je stagemeester trap je je architectenloopbaan af. En misschien stelt die stagemeester of een andere architect je op een mooie dag de vraag om in een associatie te stappen. Dat kan perfect als stagiair-architect, maar er komt wel wat bij kijken.

Samenwerken op projectbasis: de tijdelijke associatie

Zo’n tijdelijke maatschap – een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid – richt je op voor de duur van een specifiek project. Dat kan met je stagemeester of met een of meerdere andere architecten – mits akkoord van de Orde van Architecten. Tijdelijke associaties worden wel eens opgericht door architectenteams die samen inschrijven voor een architectuurwedstrijd.

 

Waarin zo’n associatie verschilt van een stagecontract of onderaanneming? Je werkt op gelijke voet met de andere leden. Concreet: je kunt een andere vergoedingsregeling afspreken in het kader van het project, zoals een deelname in de winst in plaats van een uurloon. Keerzijde van de medaille is dat je ook mee deelt in de kosten én je mee de eindverantwoordelijkheid draagt.

 

Belangrijk: aan de oprichting van een tijdelijke associatie hangen wel wat administratieve verplichtingen vast. Je boekhouder kan je gepast adviseren.

 

Een langetermijnsamenwerking: de vennootschap

Ga je voor een langdurige samenwerking met je stagemeester, dan kun je samen een vennootschap oprichten. Of je stapt in in zijn/haar bestaande vennootschapsstructuur. Werken binnen een vennootschap heeft zo zijn voordelen. Als aandeelhouder maak je – bovenop je vergoeding voor geleverde prestaties – aanspraak op een deel van de winst. Bovendien biedt een vennootschap heel wat mogelijkheden op het vlak van fiscale optimalisatie.

 

Let wel: je inkopen in een bestaande vennootschap kan een serieus kostenplaatje met zich meebrengen, tenzij je geleidelijk kan ingroeien via een bepaald traject. En wil je op termijn weer uitstappen, dan moet de andere vennoot jou uitkopen of dient de vennootschap jou een scheidingsaandeel te betalen. Maak dus vanaf de start duidelijke afspraken over instap- en exit-scenario’s. Zo vermijd je discussies naar de toekomst toe. Deze afspraken vinden dan hun neerslag in statuten van de vennootschap aangevuld door een aandeelhoudersovereenkomst.

 

Belangrijk: aansprakelijkheid. Richt je een zogeheten Laruelle-vennootschap op, dan ben je als aandeelhouder met je persoonlijke vermogen niet aansprakelijk voor eventuele beroepsfouten. Maar hou je geen rekening met deze wetgeving, dan blijf je dat wél. Steek je licht op bij je boekhouder over de wettelijke voorwaarden voor zo’n Laruelle-vennootschap.

 

Kosten delen met andere architecten: de kostenassociatie

Voor de volledigheid tot slot: wil je met een of verschillende andere architecten kosten delen, dan richt je een kostenassociatie op. Alleen zul je hier tijdens je stage nog niet mee geconfronteerd worden. Je stagemeester is namelijk verplicht om jou een uitgeruste werkplek ter beschikking te stellen en hiervoor zelf de kosten te dragen.

 

Kortom...

In een associatie stappen – tijdelijk of voor een langetermijnsamenwerking – mag zonder problemen als stagiaire-architect, maar doe dat niet halsoverkop. Informeer je bij je boekhouder en zet vanaf de start de spelregels minutieus op papier.

Bronnen