klimaat

Renoveren met horten en stoten

Pieter De Groote • 4 november 2021

De kogel is door de kerk: de Vlaamse regering heeft een aantal klimaatmaatregelen afgeklopt. Zo hoeft Vlaams minister van Klimaat Demir dan toch niet met lege handen naar de klimaattop in Glasgow. Te elfder ure vond de Vlaams regering een consensus rond de verplichte energierenovatie voor woningen. Door een te lage ambitie echter zullen we op korte termijn woningen krijgen die van een heel slechte energiescore naar een iets minder slechte gaan, maar die op lange termijn een duurder en minder kwalitatief renovatietraject zullen afleggen. Als architecten pleiten we voor meer ambitie, gespreid over meer tijd, binnen een integrale aanpak.

De bouwsector heeft de voorbije jaren al enorme inspanningen geleverd, maar we moeten inderdaad nog heel wat stappen verder gaan. Het effect van de opwarming van de aarde is vandaag wereldwijd voelbaar en desastreus. Dat we snel en op grote schaal moeten schakelen om de verdere uitstoot van broeikasgassen en de opwarming te beperken, behoeft al lang geen uitleg meer. We zijn dus in elk geval positief omdat men 6 jaar na het ambitieus klimaatakkoord van Parijs eindelijk heeft durven beslissen forse inspanningen te vragen voor ons bestaande woningpatrimonium. Daar valt immers nog heel wat CO2-winst te rapen. Renovatie vormt een onmisbaar stukje in de klimaatpuzzel. Renovatie verplichten bij verkoop is dus een goede zaak.

 

Oplaprenovaties en luchtkastelen


Maar als we de maatregelen in detail bekijken, vinden we dat er kansen worden gemist. Want waarover gaat het? De energetisch slechtste woningen zullen vanaf 2023 moeten gerenoveerd worden naar een iets minder slechte woning, aangeduid met een D-label. Daarvoor krijgt de koper vijf jaar de tijd. Maar volgens Europese doelstellingen moeten we in 2050 voor ál onze woningen aan label A geraken, het hoogste niveau dus.

 

Hoewel we dus op termijn toch naar het hoogste kwaliteitsniveau moeten, geven we nu het signaal dat energetische(oplap)renovaties waarbij een heleboel andere en minstens even essentiële vragen buiten beeld vallen, OK zijn. Als architect-experten komen we ook wel eens op doe-het-zelf-en/of niet-vergunningsplichte werven, zonder begeleiding door een architect, waar het fout is gelopen. Uit die ervaring weten we dat halfslachtige doelstellingen voor ondoordachte en overhaaste werken zorgen. Al te vaak wordt er niet onderzocht of de woningen in kwestie constructief wel nog in orde zijn, en er wordt te zelden een totaalplan gemaakt, zodat tijdens het project of in een volgende fase plots toch extra afbraak- of vervangwerkzaamheden nodig blijken.

 

En dat is jammer, want hoe dan ook zullen deze nieuwe maatregelen zware financiële inspanningen vergen, niet alleen van bouwheren, maar ook van onze Vlaamse regering, die ongetwijfeld in steunmaatregelen zal voorzien. Maar zonder voorafgaand deskundig advies worden zulke projecten een zwart gat waarin premies, fiscale voordelen en andere materie van financiële ondersteuning verdwijnen zonder dat ze de beoogde resultaten hebben opgeleverd.

 

Over die budgettering spiegelen de krantenberichten trouwens luchtkastelen voor. De laatste dagen circuleren berichten als zou een investering van 50.000 à 100.000 euro kunnen volstaan om een oude woning om te toveren tot energielabel A. Van zulke cijfers, enkel gebaseerd op puur energetische ingrepen die een zieke woning niet gezond kunnen maken, worden we als bouwprofessionals ongemakkelijk. Het is trouwens verkeerd te veronderstellen dat renoveren per se goedkoper is dan nieuwbouw, zeker als we voor de verwachte kwaliteit de lat even hoog willen leggen. En dat zou moeten, willen we het verbouwde pand écht aantrekkelijk en waardevast maken. Daarom moeten  kopers én banken verplicht worden met het totale renovatiebudget rekening te houden vóór ze een beslissing maken. Alleen zo kunnen we de (te) hoge prijzen van slechte woningen echt naar beneden halen. Daarom ook is een architect raadplegen al van bij het aankoopproces een must. Al was het maar om de belangrijkste keuze eerst te maken, namelijk: verbouwen of slopen en herbouwen? Dat tweede is immers ook nog steeds een optie en vandaag fiscaal gelijkgesteld met renoveren. Laten we die maatregel dan ook maar meteen aanhouden.

 

Slechte energetische renovaties leiden trouwens niet alleen tot nutteloze investeringen, maar genereren ook nieuwe problemen. Denken we maar aan ad hoc-maatregelen zoals het isoleren van een dak zonder dat een onderdak wordt aangebracht, of de na-isolatie van spouwmuren zonder voorafgaande detectie van koudebruggen, met een scala aan vochtproblemen als gevolg.

 

Meer budgettaire ademruimte

 

We moeten dus ambitieuzer zijn. We moeten op grotere stedenbouwkundige schaal kunnen renoveren, maar vooral: we moeten meteen richting label A. Bouwheren moeten daarvoor meer tijd en budgettaire ademruimte krijgen. We moeten dus de mogelijkheid bieden om in meerdere stappen te werken, maar met een vooraf uitgestippelde, ambitieuze langetermijnstrategie met een langetermijnplanning. Zo kunnen investeringen in de tijd worden gespreid en kunnen ze optimaal renderen.

 

Een dergelijke masterplanaanpak voor een renovatie op maat moet toegankelijk zijn voor iedereen en moet rekening houden met de staat van de woning, het comfort van de bewoners, een rationele planning van de ingrepen en een optimale balans tussen de doeltreffendheid en de kostprijs van de werkzaamheden. Investeren in professionele expertise van bij de start (zelfs al bij de aankoop van de woning) resulteert in kwaliteit en waardewinst op het einde van de rit. Zo kunnen wij als architecten onze bouwheren helpen om onnodige kosten of slecht op elkaar afgestemde ingrepen te vermijden.

 

Klimaat en woonkwaliteit hand in hand

 

De Vlaamse overheid moet deze aanpak expliciet stimuleren. Een kwalitatieve duurzame renovatie binnen een masterplanaanpak is immers geen luxe maar een vereiste. Zo’n integrale aanpak subsidiëren of fiscaal aantrekkelijk maken komt op die manier zowel het klimaat als de woonkwaliteit van onze bouwheren ten goede. En die twee gaan wonderwel hand in hand.

 

Kortom, binnen een langetermijnvisie is een grote rol weggelegd voor architecten. Wij kijken immers verder dan het louter energetische, houden rekening met de bouwfysische toestand, de stedenbouwkundige mogelijkheden, het program­ma van eisen, woonkwaliteit, comfort, de milieu-impact en de verschillende alternatieven om dat in te vullen. Daarnaast nemen we ook in overweging welke ingrepen vereist zijn om een beoogd resultaat te bereiken en de volgorde waar­in die werken moeten gebeuren om te vermijden dat er geld en tijd verloren gaan. Woonkwaliteit is immers een basisrecht en net als een leefbaar klimaat onmisbaar, maar de middelen die ons daarvoor worden toebedeeld zijn schaars. We moeten er dan ook zo verantwoord mogelijk mee omgaan.

 

Nieuwbouw van het gas

 

Vanaf 2023 komt er voor nieuwbouwwoningen een verplichting om met hybride warmtepompen te verwarmen. Dat zijn warmtepompen die op gas en elektriciteit kunnen werken. Er komt ook een stimulans voor warmtepompen bij bestaande woningen. En vanaf 2026 zal bij nieuwbouw geen aardgasaansluiting meer mogelijk zijn.

 

 Auto's

 

  • Vanaf 2029 wordt de verkoop van nieuwe personen- of bestelwagens met verbrandingsmotoren uitgefaseerd. Dit wordt wel gekoppeld aan drie voorwaarden: voldoende aanbod, tegen een betaalbare prijs en voldoende laadpalen.  Zoniet schuift de deadline op.
  • Voor de tweedehandsmarkt komt er geen verbod op verbrandingsmotoren.
  • De Vlaamse regering mikt op 1 miljoen elektrische auto's tegen 2030. Om al die elektrische wagens op te laden wordt tegen dan gemikt op 100.000 "semi-publieke laadequivalenten". Lees: laadpunten in het openbaar én op privéterreinen die door iedereen gebruikt kunnen worden. 
  • Er komen ook meer groene bussen bij De Lijn en haar pachters.
  • Een kilometerheffing komt er niet.