Interview

'Architectuur benader je van binnen- én van buitenuit'

Elise Noyez • 1 juni 2022

Met de herinrichting van de Standaertsite weet het tijdelijk collectief murmuur architecten, AE-architecten en Carton123 architecten al sinds de oplevering in 2019 een constante stroom aan nominaties en erkenningen in de wacht te slepen. Dat het deugd doet, daar is Tinne Verwerft van murmuur architecten meteen eerlijk over, al verwacht ze daardoor nog niet noodzakelijk een hausse in aanvragen of aanbiedingen. Een blijk van de bescheidenheid die het bureau in zowel houding als architectuur blijft kenmerken.

Foto: Klaas Verdru

Laureaat Provinciale Architectuurprijs Oost-Vlaanderen 2019, winnaar Belgian Building Award 2020 en nominaties voor de Brussels Architecture Prize 2021, de Architectuur Prijs Gent 2021 en Mies van der Rohe award 2022. Het lijstje liegt er niet om: de herinrichting van de Standaertsite is een architecturaal succes. “Of bouwheren daar effectief veel aandacht voor hebben, dat zou me verbazen,” geeft Verwerft toe, “maar voor ons is die erkenning wel betekenisvol. Het toont dat al onze inspanningen als architecten uiteindelijk toch gewaardeerd worden. Want het is niet evident hoeveel water er soms naar de zee moet vloeien alvorens zo’n project er staat.”

 

De basis voor het succes van de Standaertsite werd in ieder geval al meteen in de conceptfase gelegd. Bij het allereerste wedstrijdontwerp werd door de drie betrokken architectenbureaus namelijk de uitdrukkelijke intentie geuit dat er minder gebouwd moest worden. “Een deel van de vooropgestelde activiteiten kon volgens ons ook onder een luifel plaatsvinden, wat de toegankelijkheid en doorwaadbaarheid van het park zou bevorderen. Dat concept heeft ons de opdracht opgeleverd en hebben we vervolgens, in samenspraak met niet alleen de andere architecten, maar ook landschapsarchitect Arne De Ruyter en de stabiliteitsingenieur H110, alsmaar verder kunnen filteren en verfijnen, totdat we een project hadden dat een duidelijk meerwaarde bood voor de volledige buurt. Het juiste antwoord op de juiste plek op het juiste moment, zeg maar.”

In architectuurmiddens heeft de herinrichting van de Standaertsite, een project van murmuur architecten, AE-architecten en Carton123 architecten, duidelijk hoge ogen gegooid, maar ook de bewoners van de buurt erkennen de meerwaarde. Vooral de keuze om minder te (be)bouwen en zo de toegankelijkheid van het buurtpark te optimaliseren sterkt het project. © Michiel De Cleene

Kennis en vertrouwen tanken

Het juiste moment, dat was ook waarop Tinne Verwerft en Pieter Vanderhoydonck wachtten om effectief met murmuur architecten uit de startblokken te schieten. Hoewel de ingenieur-architecten al tijdens hun studies aan de Universiteit Gent geslaagd samenwerkten en plannen maakten om een gezamenlijke praktijk op te starten, duurde het nog een klein decennium alvorens die intenties bewaarheid werden. Het gros van die tijd bracht Vanderhoydonck door als projectarchitect bij Robbrecht en Daem architecten, Verwerft bekleedde eenzelfde functie bij Marie-José Van Hee architecten. “Die lange periode heb je nodig om de praktijk te leren kennen”, aldus Verwerft. “Wanneer je afstudeert weet je jammer genoeg bitter weinig. Pas na acht jaar merkten we bij onszelf een zekere rust op, het vertrouwen dat we genoeg kennis hadden opgebouwd om het alleen te doen.” Met de aansluiting van bio-ingenieur Koen Van Delsen, in eerste instantie als medewerker, sinds 2014 als derde vennoot, trekt murmuur architecten ook relatief snel andere kennis aan. “Koen was een van onze eerste bouwheren. Tijdens de verbouwing van zijn woning – een complex project waarin onder meer erfgoedaspecten en torenhoge duurzaamheidsambities met elkaar verenigd moesten worden – had hij echter zodanig veel nuttige input en waardevol werk geleverd, dat we meteen een plaats voor hem zagen bij murmuur. Inmiddels is hij niet alleen onze duurzaamheidsspecialist, maar zorgt hij met zijn nuchtere blik op architectuur ook voor verdere verfijning. Daarnaast neemt hij een belangrijk aandeel op in het structureren van de werking van het kantoor.”


Wat medewerkers betreft, kan murmuur sinds de oprichting in 2010 rekenen op een gemiddelde groei van één medewerker per jaar. Vandaag staat de teller op elf architecten en ingenieur-architecten, verdeeld over twee kantoren in respectievelijk Ronse en Gent. Ontwerpteams worden samengesteld naargelang beschikbaarheid, projectomvang en eventueel eerdere projectervaring, maar bestaan doorgaans uit een junior- en een seniorprofiel, gedragen door een van de vennoten als projectleider. Tijdens een wekelijks overleg nemen de drie vennoten lopende projecten nog eens samen onder de loep. “Oorspronkelijk dachten Pieter en ik nochtans dat we het lange tijd allemaal met ons twee zouden doen, maar dat is dus snel gegroeid. Gezien de enorme complexiteiten die bij het vak komen kijken, is dat wellicht maar goed ook. Je hebt toch wat mensen nodig om al die kennis samen op te bouwen en te vergaren. Momenteel volgen al onze medewerkers de projecten van begin tot einde op. Ze zijn zowel bezig met het ontwerpen als met het technisch op punt stellen, de aanbesteding en de opvolging van de uitvoering. Zuiver technische profielen hebben we nog niet in huis, maar dat zien we in de toekomst nog wel gebeuren. Op vlak van duurzaamheid is het vandaag in de eerste plaats Koen die heel actief kennis verzamelt en naar het team overdraagt, al moedigen we onze medewerkers ook aan om zich continu bij te scholen.”

Op een langgerekt, smal perceel in Nieuwpoort stond murmuur architecten in voor de nieuwbouw van dit appartementsgebouw met schoenenwinkel. © Michiel De Cleene

Zoeken naar focus

Ambities om nog verder te groeien koestert Verwerft op dit moment niet. Centraal staat nu vooral verdieping. “We zijn de voorbije tien jaar relatief snel, maar ook organisch gegroeid. Net als zoveel andere bureaus hebben we breed ingeschreven en bijgevolg een gediversifieerd portfolio opgebouwd met zowel particuliere woningen als commerciële en publieke projecten van allerlei aard en schaal. Dat is een goede start, maar in deze fase van onze loopbaan willen we het toch wat scherper stellen.”


Met de bouw van een kinderopvang in Wortegem-Petegem en de recente realisatie van een artsenpraktijk in Antwerpen, in samenwerking met An Vanderhoydonck, trekt murmuur architecten bijvoorbeeld al wat vaker de kaart van de zorg. “We zouden in de toekomst wel vaker voor publieke zorgprojecten willen kandideren. In dergelijke projecten kunnen we namelijk veel betekenen. Neem nu die artsenpraktijk. Ondanks het heel moeilijke perceel en het feit dat we daar een gestapelde praktijk moesten maken, is het toch een heel toegankelijk en uitnodigend gebouw geworden dat zich bovendien aan het levendige pleintje verankert.”


Dat er een evenwicht gezocht moet worden tussen publieke en private projecten, dat staat voor Verwerft in ieder geval vast. “Er zijn heel wat mooie uitdagingen in de publieke sector, maar het vergt helaas ook elke keer een enorme investering om aan die wedstrijden deel te nemen. Als bedrijf kan je dat maar af en toe dragen, anders ga je eraan ten onder. Vandaar dat we daar een heel concrete limiet op gezet hebben. Recent zien we trouwens nog een kwalijke tendens in de wedstrijdcultuur, met name de neiging om steeds meer – of eenvoudigweg alle – partijen tot de wedstrijd te selecteren, uit angst voor juridische gevolgen. Op die manier zit je echter al snel met zes à negen partijen quasi gratis over een project na te denken, wat mijns inziens enkel een verdere achteruitgang van de situatie betekent.”


Het grote vraagteken lijkt vooral de particuliere woningbouw te zijn, die op dit moment nochtans een aanzienlijk aandeel van het oeuvre van murmuur architecten vertegenwoordigt. “Helemaal zullen we het (ver)bouwen van woningen wellicht nooit loslaten, maar het is wel degelijk een tweestrijd. Projecten van een dergelijke kleine schaal zijn namelijk enorm intensief. Dat maakt ze boeiend, natuurlijk, en een heel goede leerschool voor jonge medewerkers die zo op een snelle en bevattelijke manier het hele ontwerp- en bouwproces kunnen doorlopen, maar het betekent vaak ook dat ze minder kostenefficiënt gerealiseerd kunnen worden. Die realiteit mag je niet uit het oog verliezen.”

De materialisatie en details in huisartsenpraktijk Burenzorg getuigen van de zachte, bijna poëtische aanpak van murmuur architecten, waarbij op zoek wordt gegaan naar iets dat voorbijgaat aan het louter zakelijke of functionele. © Olmo Peeters

Bij de verbouwing van huisartsenpraktijk Burenzorg in Antwerpen, in samenwerking met architect An Vanderhoydonck, lag de nadruk op het creëren van een gebouw dat ondanks een uitdagend perceel en de noodzakelijke stapeling van ruimtes toch toegankelijk en uitnodigend was. © Olmo Peeters

Leven en beleven

De zoektocht naar focus en verdieping gaat volgens Verwerft echter lang niet alleen om pragmatische denkoefeningen of de beperking tot de ene dan wel andere schaal of typologie. “Het gaat er vooral om dat we heel bewust kiezen voor projecten die juist zijn voor ons. Projecten waarin we onze ziel kwijt kunnen en waarmee we daadwerkelijk een verschil kunnen maken. Niet alleen voor zij die effectief van het gebouw gebruikmaken, maar ook voor de omgeving in de ruimste zin van het woord.”


“Doen dromen.” Zo omschreven Vanderhoydonck en Verwerft hun visie naar eigen zeggen bij de oprichting van murmuur architecten in 2010. “Dat gaat nog steeds op. We gaan altijd op zoek naar iets dat voorbijgaat aan het louter zakelijke of functionele, zij het wel op een subtiele of zeg maar poëtische manier, door middel van bepaalde details, een gevelgeleding, een materialisatie … Ook de inplanting in een landschap of stedelijke context benaderen we eerder zacht of voorzichtig. We streven naar gebouwen die verweven zijn met de omgeving, doch een eigen taal spreken.”


De oorsprong zoekt murmuur architecten steevast in de beleving van een plek. “We denken bijvoorbeeld heel goed na over het gebruik van onze gebouwen, over hoe gebruikers zich erdoor bewegen, over hoe en waar het licht binnenvalt, enzovoort. Dat gebruiken we om ruimtes vorm te geven. Maar dat geldt niet alleen van binnenuit. Ook van buitenuit moeten we die oefening maken. Ervaart de omgeving dit project met andere woorden als iets aangenaams en zachtaardigs? Of nog ruimer: hebben wij het zo goed mogelijk en met een zo laag mogelijk impact gebouwd, en gaat dat ook op wanneer het gebouw ooit een andere functie krijgt? Naast de heel technische benadering van duurzaamheid, waarin we aandacht schenken aan onder meer energie-efficiëntie, circulariteit en de impact van materialen, doen we daarom ook steeds vaker aan scenarioplanning. Daar valt volgens mij nog heel wat winst te halen.”


Verwerft klinkt overtuigd genoeg, maar toch spreekt uit de aspiraties naar meer focus ook een zekere bescheidenheid. “Ik heb een enorm ontzag voor het vertrouwen dat architecten zoals Marie-José Van Hee in het ontwerpen hebben”, geeft de architecte toe. “Zij was altijd heel gerust in wat ze getekend had. Bij ons lijkt dat dikwijls nog met meer twijfels gepaard te gaan. Na tien jaar murmuur architecten hebben we weliswaar al veel meer vertrouwen in ons eigen kunnen, maar uiteindelijk kijk ik nog steeds uit naar het moment waarop we daar echt een zekere rust in vinden.”

Samen met Dhooge & Meganck en Sabine Okkerse staat murmuur architecten in voor de nieuwe bezoekersinfrastructuur van het Gravensteen, alsook voor de nodige architecturale ingrepen en omgevingsaanleg om de kwaliteit van de toeristische beleving te versterken en de restauratie van een aantal ruimtes in het monument. Een project dat de gemoederen onmiskenbaar beroert, maar waarbij de samenwerking tussen verschillende architectenbureaus verzekert dat beslissingen breed gedragen worden.

Samen sterk?

Voormalige werkgevers Marie-José Van Hee architecten en Robbrecht en Daem architecten betekenen tot op de dag van vandaag een belangrijke steun voor Verwerft en Vanderhoydonck. Zo kreeg het bureau zijn eerste grote commerciële opdracht, de bouw van schoenenwinkel Pedico in Geel (2010-2014), dankzij Robbrecht en Daem en kunnen de architecten nog steeds rekenen op zowel de opgedane ervaring bij als het waardevolle klankbord van hun leermeesters. Maar ook bij andere architectenbureaus vond murmuur architecten de voorbije tien jaar al meer dan verdienstelijke sparring partners. Naast de samenwerking met AE-architecten en Carton123 architecten voor de Standaertsite, is onder meer de tijdelijke vereniging met Dhooge &  Meganck en Sabine Okkerse in het kader van de nieuwe bezoekersinfrastructuur voor het Gravensteen het vermelden waard.


“Enerzijds noopt het huidige wedstrijdklimaat ertoe om dergelijke allianties aan te gaan”, meent Verwerft. “Vaak is het namelijk de enige manier om aan de inschrijvingsvoorwaarden te voldoen. Anderzijds is het voor de projecten zelf doorgaans erg verrijkend en leidt het tot oplossingen die beter scherpgesteld en breder gedragen zijn. Dat is zeker het geval bij een complex project zoals het Gravensteen, waarbij de samenwerking verzekert dat elk vraagstuk vanuit verschillende perspectieven bekeken wordt en elke beslissing uiteindelijk voldoende in vraag gesteld en afgetoetst is. Ondanks het feit dat het project de gemoederen beroert en dat er ontelbare critici aan de zijlijn staan, kunnen we daardoor met een relatief gerust hart stellen dat we de juiste keuzes maken.”

 

Op voorwaarde dat er goede afspraken gemaakt worden en dat zowel de kwantiteit als de kwaliteit van overlegmomenten bewaakt wordt, bieden samenwerkingsverbanden volgens Verwerft ook een zekere kracht in een anders zwakke sector. “Om een architectenbureau op te starten heb je niet veel nodig, met als gevolg dat er elk jaar opnieuw heel wat kleine bureaus ontspruiten die in de hang naar opdrachten in een prijzenoorlog verwikkeld geraken. Die concurrentie maakt ons als sector enorm kwetsbaar, niet het minst omdat we op die manier onze eigen inspanningen en verantwoordelijkheden dreigen te miskennen. Een aannemer ondervindt doorgaans weinig problemen om zijn prijs en meerwerken te verantwoordn, maar als architecten lijken we er, ondanks het enorme takenpakket en de ontzaglijke verantwoordelijkheid die op onze schouders rusten, toch nog steeds niet in te slagen om een eerlijk aandeel in de bouwkost te vragen. Blijkbaar heerst nog steeds het idee dat we vooral lucht verkopen.”


Verwerft vindt de situatie erg onrustwekkend. “De lonen van medewerkers en zaakvoerders liggen veel te laag voor wat wij dragen”, benadrukt ze. “Noch mensen, noch bedrijven houden dat vol. Hoe we het tij als sector kunnen keren, dat is me helaas nog niet helemaal duidelijk, al begint het wel met een correcte vergoeding te vragen voor je werk. Een vergelijking met andere, zelfs creatieve sectoren, kan ons misschien helpen om een correct ereloon te durven opstellen. Als we even buiten onze bubbel kijken, wat wij via onze betrokkenheid bij het groeicollectief van Flanders DC doen, valt namelijk snel op dat onze vergoedingen inderdaad niet kloppen met de realiteit in de rest van de wereld. Daar zagen we trouwens ook dat er in andere creatieve sectoren regelmatig volgens het principe van een charter gewerkt wordt, waarbij iedereen zich ertoe verbindt om niet onder bepaalde voorwaarden te duiken. Misschien kan zo’n initiatief ook bij architecten beterschap brengen?” 

Het project Pedico in Geel – de renovatie, verbouwing en uitbreiding van een voormalige dekenij tot schoenenwinkel (2010-2014) – kwam tot stand in samenwerking met voormalig werkgever Robbrecht en Daem architecten en betekende een eerste grote commerciële opdracht voor het toen nog jonge murmuur architecten. © Filip Dujardin

Duurzaamheid is een centraal aandachtspunt in het werk van murmuur architecten, zowel op zuiver technisch vlak als inzake materiaalkeuze en scenarioplanning. Onder meer bij de nieuwbouw van de buitenschoolse kinderopvang Knipoog in Wortegem-Petegem ging het bureau zo erg ver in de zoektocht naar circulair en ontmantelbaar bouwen. © murmuur architecten

Nuttige links