Nieuws

Geef ruimte aan water, anders maakt het die ruimte zelf

Emilie Lachaert • 12 augustus 2022

Geef ruimte aan het water. Anders maakt het die ruimte zelf, zoals vorige zomer. Dat is de hoofdboodschap van het waterrapport dat een multidisciplinair expertenpanel opgesteld heeft. NAV-adviseur en experte in waterbewust (ver)bouwen, Silvia De Nolf, werkte mee aan het rapport. “Als architecten moeten we streven naar een waterbalans in steden en dorpen: er zou evenveel water in de grond moeten gaan als er uit de lucht valt. Met concrete acties, zoals vergroenen, ontharden, hergebruik en buffering van regenwater en het afkoppelen van regenwater van de riolering, maken we als architecten het verschil.”

Waterplein in Tiel, De Urbanisten

Na de ongeziene overstromingen die in juli 2021 ons land troffen, stelden ministers Lydia Peeters en Zuhal Demir een panel van experten aan om advies te geven, zodat we ons in de toekomst kunnen wapenen tegen extreme regenval. De waterbom die het zuiden van ons land trof, was een wake-upcall. Door de klimaatverandering zullen we vaker te kampen krijgen met hevige neerslag. En als we nu geen actie ondernemen, dan zullen er nog rampen zoals die in de provincie Luik voorvallen. Ook in Vlaanderen zijn we kwetsbaar, want we leven in een dichtbevolkt, laaggelegen en historisch nat rivierengebied.

 

Daarom werkte het expertenpanel tien concrete acties uit. Een groot deel van die acties draaien om hoe we rivieren minder kunnen belasten, door ze de ruimte te geven die ze vroeger hadden (met natuurlijke overstromingsgebieden) en door sponslandschappen te herstellen en creëren.

 

Niet langer regenwater afvoeren

Je kan drie types overstromingen onderscheiden: kustoverstromingen, fluviale en pluviale overstromingen. Als architect heb je voornamelijk een invloed op de pluviale overstromingen, wanneer rioleringen het water niet meer kunnen slikken dat van verharde oppervlaktes stroomt. Silvia De Nolf: “Omdat we de bebouwde omgeving zo sterk verhard hebben, is ze bij hevige neerslag kwetsbaar voor wateroverlast. Door meer te ontharden, regenwater in de bodem te laten infiltreren en meer groene ruimtes te voorzien in stedelijk gebied, hebben we als architect een deel van de oplossing in handen.”

 

Meer groen en bufferbekkens voor water

 

Zo zouden we concreet voor- en achtertuinen moeten vergroenen en parkeerplaatsen kunnen ontharden - door bijvoorbeeld te kiezen voor grasdallen in beton in plaats van asfalt. Bij de aanleg van terrassen is het zinvol om regenwater niet langer af te voeren maar in de tuin te laten infiltreren. Groendaken en waterretentiedaken, die een laagje water vasthouden onder de planten op een groendak, helpen eveneens bij het ontharden.

 

Als ontharden niet mogelijk is, kan je op andere manieren ruimte maken voor water(opslag). “Door ondergrondse bufferbekkens te voorzien bij nieuwbouwappartementen of te werken met collectieve regenwaterputten kan je hemelwater bufferen en gebruiken voor huishoudens”, licht Silvia De Nolf toe. “Ook bovengrondse waterpleinen, zoals er al bestaan in Nederland, houden bij hevige neerslag water bij en dienen in droge periodes als ontmoetingsplek of speelzone in de stad.”

Waterplein in Tiel, De Urbanisten

Beleidsmakers moeten in actie schieten

 

Daarnaast is het aan de beleidsmakers om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Silvia De Nolf: “Als je weet dat ongeveer een derde van de verharde oppervlakte in Vlaanderen zich op de publieke ruimte bevindt, dan is het duidelijk dat de overheid hierin een voorbeeldrol heeft. Daarnaast moet het beleid de instrumenten aanreiken zodat architecten een duidelijk kader hebben om te werken aan waterbewust bouwen.”

 

“De huidige verplichtingen in de gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen (GSV), met de maatregelen op perceelniveau, worden nu al aangescherpt. Daarnaast zouden de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen (GRS) en de ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) meer ruimte moeten voorzien voor water. Stadsvernieuwingsprojecten, zoals bijvoorbeeld de heraanleg van de Scheldekaaien in Antwerpen, bieden een uitgelezen kans om meteen de overstromingsproblematiek in een grotere context, die van een volledige stad, aan te pakken.”

 

NAV pleit al langer voor duidelijkheid over de gevaar- en risicokaarten van de overstromingsrichtlijn. Officieel bekrachtigde kaarten, die architecten makkelijk kunnen consulteren op alle online platforms, zijn essentieel om een efficiënt overstromingsresistent beleid te voeren. De minister zou die nieuwe overstromingskaarten dus zo snel mogelijk wettelijk moeten bekrachtigen.

 

Het doel: waterbalans in dorpen en steden

 

“Waar we uiteindelijk naar streven is een waterbalans in dorpen en steden”, besluit Silvia De Nolf. “Er zou dus evenveel water in de grond moeten stromen, als er uit de lucht valt. Daarom moeten we bestaande overstromingsgevoelige steden en dorpen voorzien van dijken om ze te beschermen, maar nog belangrijker is om ervoor te zorgen dat het water niet meer zo snel naar de benedenloop van een rivier stroomt. We moeten meer ruimte geven aan water, ook in dorpen en steden. Een ambitieus gemeentelijk hemelwater- en droogteplan is nodig om de afvoer van water naar de waterlopen te beperken.”

6 concrete actiepunten voor architecten

 

  1. Focus op vergroenen en ontharden (bij tuinen, pleinen, parkeerzones, groendaken)
  2. Hergebruik en buffer regenwater zo veel mogelijk, bijvoorbeeld door regenwaterputten, bufferkelders, waterpleinen en waterretentiedaken te voorzien.
  3. Kies voor waterrijke parken en groenzones, zoals vijvers, regentuinen, infiltratiegrachten…
  4. Koppel de regenwaterafvoer af van rioleringssystemen. Eigenlijk zou je geen riolering meer nodig mogen hebben voor regenwater.
  5. Gebruik regenwater niet enkel voor de tuin en wasmachine bij nieuwbouwprojecten, maar ook voor de douche.
  6. Ga bij renovatieprojecten standaard voor een systeem waarbij regenwater ter plaatse infiltreert.