Vrije Tribune

"Publieke opdrachten: tijd voor een spiekbriefje"

Peter Vanden Abeele, stadsbouwmeester Stad Gent • 22 september 2022

Publieke opdrachten zijn voor veel architecten (en andere ontwerpers) de schone projecten. Het zijn boeiende programma’s om mee aan de slag te gaan, denk aan onderwijs, sociaal wonen, cultuur, zorg, enz. Het zijn vaak ook grotere projecten op drukbezochte of zichtbare locaties. En wat ook vaak speelt: het is een kans om iets expliciet te realiseren voor de samenleving (in plaats van voor een individuele bouwheer).

Peter Vanden Abeele © Fotopia

De bestekken voor publieke opdrachten zijn helaas geen geschenk. Ontwerpers zijn nu eenmaal gewoon om te communiceren met plannen en schetsen, niet met juridische acrobatie waarvan de precisie – geheel contraproductief – leidt tot onleesbaarheid. Voor projectleiders aan opdrachtgeverszijde is dat niet anders: hun expertise zit in het procesbeheer van stadsprojecten, niet in de wetgeving overheidsopdrachten. Met een beetje geluk krijgen ze juridische ondersteuning binnen hun organisatie, maar toch. De kern van de zaak: in een o-zo-belangrijke stap van ieder project, namelijk de keuze voor een ontwerper, worden alle betrokkenen gedwongen om te werken binnen een strak keurslijf, in een taal die ze niet beheersen.

 

De projectdefinitie wordt steevast wél goed gelezen. Daar kan een ontwerper meestal enthousiast mee aan de slag. De krijtlijnen van een project worden duidelijk, en dat volstaat om die te beginnen invullen: ‘Zouden we meedoen? Doen we ’t op eigen kracht of versterken we ons met een ander bureau? Stel dat we geselecteerd worden, ik heb al een idee van hoe ik dit project zou aanpakken ...’ Ziedaar het risico: in al hun enthousiasme durven ontwerpers dat vervelende kafkaiaanse bestek al eens links te laten liggen. En dus stellen ze zich kandidaat zonder goed te beseffen waartoe ze zich contractueel verbinden. Hoeveel ze betaald worden, en in wat voor schijven op welk moment, welke taken daartegenover staan, welke risico’s ze dragen en welke verantwoordelijkheid ze moeten nemen, wat hun eigenlijke opdracht is voor het betreffende project, enz. Allemaal informatie die bepaalt of je al dan niet je broek scheurt aan een project op het einde van de rit.

 

Bij deze dus, één oproep aan ontwerpers, met een grote alstublieft erbij! Lees bestekken van A tot Z, hoe saai ze ook zijn. En leer ze lezen, want na verloop van tijd krijg je de opbouw en logica wel in de vingers. Het stelt je in staat om ook de slechte bestekken te herkennen (die blijven namelijk onleesbaar), en je weet meteen dat soort opdrachten te mijden.

 

Wat Gent doet als opdrachtgever

Het is natuurlijk makkelijk om de verantwoordelijkheid bij de ontwerper leggen. Wat kunnen wij zelf doen, aan opdrachtgeverszijde? Stad Gent werkt op vier krachtlijnen.

  • Ten eerste: we maakten de Leidraad Samen Stad Ontwerpen, waarin we systematisch vaste modellen gebruiken om ontwerpopdrachten aan te besteden. Het opzet en de methodiek vind je op de website van de Stadsbouwmeester.
  • Ten tweede, we proberen bestekken zo leesbaar mogelijk te maken voor je. Juich niet te vroeg, want het juridische jargon en de structuur zijn vastgebeitelde materie. Maar we trekken een kader rond wat belangrijk is, bieden verduidelijking waar kan, en schrappen wat er niet toe doet.
  • Ten derde: we ondersteunen onze projectleiders bij overheidsopdrachten zodat zij hun eigen bestekken goed opstellen.
  • En ten slotte: we geven ontwerpers een spiekbriefje. Welke procedures zijn er? Welke stappen moet je doorlopen en wat staat je bij elke stap te doen?  Maar ook: hoe pak je het slim en efficiënt aan? En wat mag je zeker niet vergeten? Kortom, we leren je (bestekken) lezen.