Architect in de praktijk

Wat je als architect moet weten over het asbestattest

Annelies D'Hollander (Team Asbestafbouw OVAM) • 11 april 2023

Vanaf 23 november 2022 is het asbestattest verplicht bij verkoop van een woning of gebouw ouder dan 2001. Dit attest bevat informatie over de asbesthoudende materialen in het gebouw en hun toestand. Na een grondig onderzoek krijgt het gebouw de stempel ‘asbestveilig’ of ‘niet-asbestveilig’. De nieuwe eigenaars weten wat ze kopen en kunnen met asbest rekening houden bij de renovatie. Voor architecten is het asbestattest een uitstekend hulpmiddel om klanten te begeleiden in een renovatie tot een asbestveilige woning of gebouw.

(c) Shutterstock

Asbestveilig Vlaanderen tegen 2040 

In Vlaanderen bevatten gebouwen en infrastructuur gebouwd voor 2001 naar schatting 2,3 miljoen ton aan asbestmaterialen. Het gaat hierbij om ruim 2,8 miljoen woningen en 354.000 niet-residentiële gebouwen die potentieel asbest bevatten. De kans op aanwezigheid van één of meerdere asbestmaterialen is dus zéér groot, zeker wanneer nog geen totaalrenovatie werd uitgevoerd. 

 

In 2018 heeft de Vlaamse regering dan ook het actieplan asbestafbouw goedgekeurd, met als doel Vlaanderen asbestveilig te maken tegen 2040. Asbestinventarisatie is een belangrijke pijler in dit plan: het asbest in Vlaanderen in kaart brengen en de burger en de architect informeren over waar asbest zit en hoe een woning of gebouw asbestveilig te maken.  

 

Met de invoering van het asbestattest krijgen ook residentiële gebouwen een verplichte asbestinventarisatie opgelegd. Voor niet-residentiële gebouwen gold dit sinds 1995 in het geval een werkgever er werknemers tewerkstelt (Codex over het Welzijn op het werk). Vanaf 23 november 2022 wordt het asbestattest verplicht bij verkoop van zowel residentiële als niet-residentiële gebouwen ouder dan 2001. Tegen 2032 moet iedere eigenaar van een gebouw van voor 2001 over een asbestattest beschikken.  

Niet-destructief onderzoek in functie van dagelijks gebruik 

Het asbestattest is voor jou als architect een handig instrument om de klant te adviseren inzake planning en budget om via de renovatie toe te werken naar een asbestveilige woning. Er is wel een belangrijk aandachtspunt: de inventarisatie voor een asbestattest verloopt standaard op niet-destructieve manier. Een niet-destructieve asbestinventaris beschrijft enkel de materialen die een risico kunnen vormen bij het dagelijks gebruik van het gebouw. Tijdens de inspectie worden nooit wanden of vloeren beschadigd om ingesloten asbest op te sporen, tenzij de opdrachtgever (vorige eigenaar) dat heeft gevraagd aan de asbestdeskundige. Dus het kan zijn dat niet alle asbestmaterialen die aanwezig zijn in de woning worden gedetecteerd.

  

In een asbestveilige woning of gebouw mag dus nog asbest aanwezig zijn, zolang het maar geen risico vormt. Een woning asbestvrij maken, is ideaal maar niet verplicht, en zal ongetwijfeld meer kosten met zich meebrengen.  

Van niet-asbestveilig naar asbestveilig 

Klanten komen meestal na de aankoop van een woning terecht bij een architect voor de aanpak van een al dan niet grondige renovatie. Vraag dus zeker het asbestattest op bij de nieuwe eigenaars, en ga na of de asbestdeskundige bijkomend destructief onderzoek heeft uitgevoerd. Als dat niet gebeurde, is het perfect mogelijk dat er nog verborgen asbest aanwezig is, en moet de aannemer voor de werken alsnog inventariseren om zijn werknemers te beschermen.

  

Na de renovatiewerken kan het asbestattest geactualiseerd worden. Als alle asbestmaterialen die zorgen voor het label ‘niet-asbestveilig’ verwijderd werden, kan het gebouw het label ‘asbestveilig’ krijgen.  

(c) Shutterstock

Werken met een ‘asbestveilige’ aannemer heeft voordelen 

Sommige asbesttoepassingen mag een particulier zelf verwijderen. Maar een asbesttoepassing die in slechte staat is of die moeilijk te ontmantelen is zonder beschadiging, kan men best (laten) verwijderen door een aannemer wiens werknemers het jaarlijkse opleidingsattest ‘eenvoudige handelingen’ op zak hebben. Zeker voor binnenruimtes is dat het geval. Niet-hechtgebonden asbest, zoals bijvoorbeeld leidingisolatie uit gips, moet verwijderd worden door een erkende asbestverwijderaar.  

 

Werknemers die werken met asbestmaterialen, zijn verplicht een opleiding voor ‘eenvoudige handelingen’ (en jaarlijks bijscholing) te volgen. Voor bepaalde premies moet de klant de attesten van deze opleiding ‘eenvoudige handelingen’ kunnen voorleggen. Bijvoorbeeld bij de verhoogde isolatiepremie bij asbestdakverwijdering, intussen ondergebracht in de ‘Mijn verbouwpremie’. Zorg ervoor dat je klant niet naast een premie grijpt en wees er alert voor dat de ingezette werknemers effectief over een opleidingsattest beschikken.  

 

Een aannemer die correct werkt, vermijdt gezondheidsrisico’s of verontreiniging van de bouwwerf. Zo’n verontreiniging kan zorgen voor onvoorziene, hoog oplopende kosten, zeker wanneer een erkende asbestverwijderaar een sanering moet uitvoeren.  

 

In 2019 werd het ‘asbestcharter voor dakaannemers’ in het leven geroepen. Aannemers die het charter ondertekenen, engageren zich om op correcte wijze te werken volgens de ‘Code van de goede praktijk veilig werken met asbestdaken en -gevels’ van de OVAM. Je vindt ze terug via 2 koepelorganisaties: Asbestcharter (vinduwaannemer.be) of Zoek betrouwbare aannemers & vakmannen | Build Your Home

 

Vraag in ieder geval naar het attest ‘eenvoudige handelingen’ bij het opvragen van offertes.  

 

Voor het wegnemen van asbestmaterialen waarbij een erkend asbestverwijderaar nodig is, kan je terecht op deze lijst

 

Asbest: aandachtspunten voor de architect 

Een architect vormt vaak het eerste aanspreekpunt als een nieuwe eigenaar zijn woning wil renoveren. De eigenaar verwacht dan dat de architect zijn of haar woning conform de wetgeving maakt, op vlak van elektriciteit, stabiliteit, waterafvoer, EPB, vocht en dus ook asbest.  

 

  • Als architect moet je daarom vooral beseffen dat er vaak bijkomend destructief onderzoek nodig is bij renovatiewerken. Je moet ook weten wat een eigenaar zelf mag verwijderen en wie de andere twee spelers zijn (attest eenvoudige handelingen of erkende asbestverwijderaar). Indien iemand extern wordt aangenomen, moet je vragen naar het werkplan om zo te kunnen controleren wat de aannemer doet. Als de eigenaar de werken zelf wil doen, moet die weten waar het asbestafval heen mag.  

 

  •  Je moet op de hoogte zijn dat de verplichting ‘asbestveilig 2040’ enkel voor publieke constructies is, maar dat sowieso geen enkele eigenaar asbestvezels mag verspreiden naar het milieu. Wanneer je het renovatiebudget bespreekt met de eigenaar, moet je die erop wijzen dat asbest niet mag worden ingesloten, tenzij als tijdelijke risicobeheersmaatregel tot aan de verwijdering. Dit verandert echter niks aan het label 'asbestveilig of niet', behalve bij pleisterwerk. Asbestmateriaal dat eenvoudig bereikbaar wordt tijdens werken, mag ook niet zomaar terug worden ingesloten, maar moet worden verwijderd.  

 

  • Je moet als architect dus op de hoogte zijn van de wetgeving die bestaat naast het asbestattest. Het asbestattest geeft gewoon een oplijsting van asbestmaterialen mee en het label 'asbestveilig' of 'niet-asbestveilig'. Op de OVAM-website vind je alle info over de kostprijs van wegname, subsidies en premies, wie wat kan verwijderen, …