Innovatie

Thomas Serck is de nieuwe voorzitter van AR-CO

23 november 2022

Op voordracht van huidig voorzitter Patrick Verschuere heeft de Raad van Bestuur van AR-CO beslist om Thomas Serck aan te stellen als nieuwe voorzitter van AR-CO. In dit interview praten we met de vorige én de huidige voorzitter over de recente ontwikkelingen binnen AR-CO en kijken we naar de toekomst van onze coöperatieve binnen de snel veranderende bouwsector.

Thomas Serck

Patrick, hoe kijkt u terug op de voorbije 10 jaar als voorzitter van AR-CO?

Patrick: Toen de raad van bestuur mij in 2012 tot voorzitter verkoos was ik reeds verscheidene jaren technisch deskundige en vervolgens bestuurder binnen AR-CO. We beleefden toen volop de overgang van de analoge naar de digitale wereld. In die context was mijn eerste voorstel aan de Raad van Bestuur de benoeming van een CEO uit de verzekeringssector met als doel de bestaande middelen te herstructureren en de interne competenties te versterken. In overeenstemming met dit beleid stonden de daaropvolgende jaren in het teken van de professionalisering van de Raad van Bestuur. Deze werd verrijkt met nieuwe bestuurders van buiten de architectenberoepen om meer competentie op vlak van controle en bedrijfsstrategie in huis te halen. Tegelijk wilden we de specifieke kennis van de door ons beoefende beroepen behouden en onze bevoorrechte relatie met hun beroepsverenigingen in stand houden. Er werd toen ook bijzondere nadruk gelegd op de tweetaligheid van de Raad en haar werkzaamheden.

 

Hoe heeft AR-CO zich de afgelopen 10 jaar ontwikkeld?

Patrick: AR-CO is in de eerste plaats trouw gebleven aan haar identiteit van coöperatieve onderneming en aan de idealen van haar stichters-architecten. Onze onderneming wil de verzekerde centraal stellen en alle maatschappelijke veranderingen op de voet volgen, zoals de aanpassing aan nieuwe marktomstandigheden en regelgeving. Dit gaat hand in hand met de ontwikkeling van de vaardigheden van onze verschillende afdelingen. AR-CO steunt op drie pijlers: deskundigheid, preventief advies en een nauwgezette opvolging, vóór en na schadegevallen. Ons DNA kan niet genoeg worden benadrukt: onze solidariteit met architecten en onze samenwerking met de beroepsverenigingen. Ik denk dat het versterken van dat DNA geslaagd is en ik wil hiervoor de partners, de Raad van Bestuur en de CEO bedanken. Zonder hen zou dit niet mogelijk zijn geweest.

 

Thomas: AR-CO wil uitblinken in de dienstverlening aan de polishouders en coöperanten die van ons verlangen dat we de marktevoluties op de voet volgen. Om dit te bereiken heeft AR-CO een programma uitgerold dat over verschillende jaren heen investeert in de sleutelgebieden binnen het vak. Zo hebben we bijzondere inspanningen geleverd op het gebied van preventie, IT en personeelsbeleid. Anderzijds hebben we het eigen vermogen verhoogd om de door onze omzetgroei veroorzaakte risico's te dekken.

 

Kunnen jullie iets concreter ingaan op de kracht van de coöperatieve en op het belang ervan voor elk intellectueel bouwberoep?

Patrick: Sommigen vergeten dat AR-CO de oudste professionele verzekeringsmaatschappij voor architecten in ons land is. Zo heeft onze coöperatieve status dezelfde stabiliteit als die van andere verzekeringsmaatschappijen. Sinds de toepassing van de Europese richtlijnen die in de wetgeving van elke lidstaat zijn omgezet, worden alle verzekeringsondernemingen, groot of klein, immers met dezelfde nauwlettendheid gecontroleerd. Verzekeringsmaatschappijen kunnen alleen van elkaar onderscheiden worden door hun dienstverlening, door hun tarieven en door de kwaliteit van hun producten. AR-CO is een niche-verzekeraar en kan, in tegenstelling tot andere verzekeringsmaatschappijen met een brede focus, veel competenter zijn binnen haar vakgebied.

 

Thomas: De grote sterkte van AR-CO is dat ze bestaat uit architecten en technici die ten dienste staan van andere architecten. Als geen ander heeft AR-CO het in zich om de zorgen en behoeften van haar verzekerden te begrijpen. Van hieruit ontwikkelen we verzekeringsproducten die volledig op maat van hen gemaakt worden.

 

Patrick: AR-CO onderscheidt zich ook doordat zij niet blindelings de winstregels volgt die het kapitaal haar zou kunnen opleggen, maar in plaats daarvan voorrang geeft aan de verdediging van het beroep, zijn leden en zijn verzekerden. Dat komt bovenop de noodzakelijke rentabiliteitscriteria. Het coöperatieve statuut onderscheidt zich ook van andere ondernemingen doordat het zijn leden bijzondere kwaliteiten biedt, zoals een hoge mate van transparantie en de mogelijkheid om deel te nemen aan het beheer. Tijdens de voorbije mandaten hebben wij ook onze statuten aangepast om onze maatschappij en bijgevolg de belangen van onze leden beter te beschermen in de context van steeds agressievere markten. In de toekomst is het belangrijk om over onze waarden (cultureel, maatschappelijk en financieel), onze knowhow en onze zekerheden goed te communiceren aan de architecten en hun verenigingen. Dat betekent dat AR-CO, naast de wettelijke minimum verzekeringseisen, altijd op maat gemaakte formules en uitgebreide bescherming zal bieden om zowel activa als beroepsactiviteiten te dekken.

 

Hoe ziet de toekomst van AR-CO er uit?

Thomas: Zelfs een solide erfenis is nooit helemaal verworven en moet evolueren. Ik geloof sterk in dit coöperatieve model, zeker in een tijd van waardencrisis. AR-CO moet op dit businessmodel voortbouwen om de uitdagingen van morgen sereen en solidair aan te pakken. Ik vergelijk het graag met historisch erfgoed, zoals kathedralen, daar waren verschillende generaties voor nodig om ze te bouwen. Het begon vaak met een romaanse crypte of kapel, die werd bekroond door een gotische constructie en werd aangevuld met een renaissance interieur. Je hebt het verleden nodig om de toekomst te bouwen. Of in de woorden van Antoine de Saint Exupéry: "Het gaat er niet om de toekomst te voorspellen, maar om die mogelijk te maken”.

 

De belangrijkste missie tijdens mijn voorzitterschap is er voor te zorgen dat onze gemeenschap van aandeelhouders en verzekerden hun beroep in alle gemoedsrust kan uitoefenen. Onze technische en juridische knowhow zal daarbij een belangrijke rol spelen. Ik zie AR-CO als een kleine coöperatieve op menselijke schaal die niettemin in de hoogste klasse speelt in een specifieke marktniche.

 

In welke mate zal uw voorzitterschap anders zijn aan die van Patrick?

Thomas: Ik ben ervan overtuigd dat mijn aanpak in de lijn van die van Patrick zal liggen. Maar ik streef natuurlijk naar optimalisatie, zonder aan onze waarden en onze onderscheidende positie te raken. We moeten aandacht hebben voor de verschillende ontwikkelingen in de bouwsector en elke gelegenheid aangrijpen om tijdrovende administratieve procedures te verminderen. De digitale ontwikkeling staat in onze beroepen ongetwijfeld nog in de kinderschoenen, maar AR-CO zal voortgaan op de ingeslagen digitale weg en tools ontwikkelen die nodig zijn voor een goed administratief, technisch en juridisch beheer.

 

Het beroep van dienstverlener in de bouwsector zal onvermijdelijk nog heel wat veranderingen ondergaan, waarvan we nu de eerste bewegingen zien. Zo kent België een groeiend aantal nieuwe technieken en worden werknemers steeds vaker in het buitenland opgeleid. Qua technieken spreken we vandaag over lage-energiegebouwen, bijna-energieneutrale gebouwen maar ook over positieve energiegebouwen die steeds meer het resultaat zijn van complementaire technieken. Het is op vandaag niet ongewoon dat 25 à 30% van de totale kosten van een gebouw aan complementaire technieken wordt besteed. Het gebruik van circulaire materialen impliceert dan ook dat nieuwe kwaliteitscriteria moeten worden vastgesteld. Hoewel de afgelopen decennia de nadruk op duurzaam bouwen lag, moeten we er in de toekomst over waken dat dit betaalbaar blijft. Dit leidt tot interessante debatten over bijvoorbeeld sloop, modernisering of CO2-waardering die op lange termijn een grote invloed zullen hebben op de bouwverzekeringen.

 

AR-CO zal in de toekomst aandachtig blijven luisteren naar verzekerden en architectenbureaus die wij in de verenigingen ontmoeten op regionaal, federaal en Europees niveau. Laat me dit interview afsluiten met een metafoor: praten met een verzekeraar is als een bezoek aan een arts binnen het kader van preventie.

Nuttige links