belangenbehartiging

“Architecten faciliteren is voor NAV de topprioriteit”

Wouter Temmerman, Spyke • 16 december 2022

NAV maakte in 2022 werk van een duidelijke visie op de veranderende rol van de architect in onze samenleving. We toetsen die visie samen met voorzitter Dirk Mattheeuws en onderdirecteur Melanie Vercruysse aan drie concrete stellingen over aansprakelijkheid, duurzaamheid en communicatie. Een trio dat zeer verstrengeld blijkt te zijn.

Melanie Vercruysse en Dirk Mattheeuws - Foto: Bram Tack

Stelling 1: De aansprakelijkheid van architecten moet herbekeken worden

 

Eind 2021 startte NAV een traject op om de toekomstige rol van de architect scherp te stellen. In het eerste werkjaar volgden onder andere een driedaagse met dertig architecten en een ledencongres dat inging op de ontwikkelde visie. Het centrale puzzelstuk in die visie is de evolutie van een architect als politieagent naar een ontwerper van oplossingen. NAV bracht in dat kader ook een reeks belanghebbenden samen om aan een gemeenschappelijk voorstel voor een nieuwe architectenwet te werken. Het delen van aansprakelijkheid is een cruciaal onderwerp. Als we aanschuiven bij Dirk Mattheeuws en Melanie Vercruysse zijn de gesprekken hierover met de aannemers net een dag jong.

 

Hoe vat NAV dergelijke gesprekken op en waar willen jullie landen met het voorstel voor een nieuwe architectenwet?

Dirk Mattheeuws: “We voerden intussen gesprekken met de aannemers, de verzekeraars en de juristen, maar zullen bijvoorbeeld ook de opdrachtgevers nog aan het woord laten. We bespreken wat van architecten wordt verwacht en hoe deze partners ons zien evolueren. Voor ons is flexibiliteit en vrijheid van ondernemerschap prioritair. Het monopolie dat we in 1939 kregen, bracht aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden mee en die moeten we durven opnemen. De maatschappij is echter geëvolueerd en circulariteit is belangrijk geworden. Dat betekent dat we andere oplossingen moeten vinden, zodat die fenomenale aansprakelijkheid niet zomaar bij de architecten ligt. We werken aan een tussenoplossing die meer flexibiliteit biedt op vlak van samenwerking of specialisatie. We hopen onze gesprekken in januari 2023 af te ronden.

 

Kan je een voorbeeld geven?

Dirk Mattheeuws: “Denk aan circulariteit en het hergebruik van een ligger. Welke functie heeft die ligger in het gebouw gehad? Op welke manier is hij belast geweest? Voor je als architect beslist om die ligger opnieuw in een gebouw te integreren, wil je weten of die ligger te vertrouwen is. Het is niet vanzelfsprekend om daarvoor de aansprakelijkheid op te nemen. Daarom moeten we naar een gedeelde aansprakelijkheid. In Nederland heet dat aansprakelijkheidsdeling, maar bij ons zit dat niet in de wet van 1939 vervat. Daarom moeten we dat nu echt goed analyseren.”

 

Wat zijn de concrete opties?

Dirk Mattheeuws: “Je hebt het beeld van de driehoek met aannemer, opdrachtgever en architect dat geëvolueerd is naar een ronde tafel. Onze vraag is hoe iedereen die aan die tafel een spreekbuis krijgt ook aansprakelijkheid kan opnemen. Ik denk dat we twee belangrijke opties hebben. Ofwel veranderen we niets aan de wet, maar dan is er wel de noodzaak om bepaalde dingen in de wet beter te definiëren en beter uit te leggen. Dat betekent concreter worden over wat wel en niet onze aansprakelijkheid is. Ofwel gaan we voor een grondige wijziging in de wet. De discussie die bepaalt welke optie het wordt, gaat over de klassiekers: onverenigbaarheid, onafhankelijkheid en marktmonopolie.”

 

Welke meningen horen jullie daarover bij de architecten?

Melanie Vercruysse: “De meningen hierover zijn verdeeld. Binnen circulariteit leeft inderdaad de vraag naar een beter samenwerkingsmodel. Hergebruik, innovatie en ruimte voor experimentele bouwoplossingen worden teveel afgeremd door de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheidsrisico’s die de architect draagt. Deze kunnen vandaag binnen een team niet overgedragen of verdeeld worden. Dat moet anders. Daarnaast is er ook de vraag naar meer mogelijkheden tot ondernemen zoals bijvoorbeeld ontwikkelen van vernieuwende bouwelementen of -oplossingen. Dit is een inzicht dat moet groeien en dat absoluut tijd nodig heeft, maar dat verandering absoluut nodig is, daar is iedereen het wel over eens.”

Dirk Mattheeuws: 'Geen NAV zonder de regio’s of zonder de werkgroepen.' Foto: werkgroep 'De architect in 2050'

Stelling 2: Duurzaamheid maakt de nieuwe rol van de architect meer zichtbaar

 

Het voorbeeld over het hergebruik van een ligger vat mooi samen waar het debat over aansprakelijkheid raakt aan de circulaire transitie. Dat (ver)bouwers door de materialenschaarste meer dan ooit zoeken naar circulaire oplossingen heeft grote gevolgen voor de architecten. NAV stelde een team van specialisten samen om de opportuniteiten en risico’s in kaart te brengen.

 

Wat houdt architecten volgens jullie tegen om volop te experimenteren met circulariteit?

Dirk Mattheeuws: “We stellen bijvoorbeeld vast dat de verzekeringen hun tarieven laten stijgen of dat het afsluiten van een nieuwe polis moeilijker wordt. Dat bemoeilijkt het experimenteren of het nemen van risico’s en dat staat lijnrecht tegenover de noden op vlak van duurzame innovatie. Daar denk ik dat de overheid effectief moet tussenkomen.”

 

Melanie Vercruysse: “Door de toenemende complexiteit wordt de architect in de klassieke bouwdriehoek steeds vaker in een positie gebracht waarbij hij of zij verantwoordelijkheid moet opnemen over specialistenmaterie. Aannemers die zich specialiseren, voelen die remming niet omdat ze enkel verantwoordelijkheid dragen over hun eigen werk en opgebouwde expertise. Toch zijn de architecten voor alle aspecten van circulariteit hard nodig. Zowel  wat betreft herbruikbaarheid van materialen of belangrijker nog herbruikbaarheid van gebouwen, als bij het ontwerpen van gebouwen. Hoe kunnen we onze gebouwen zodanig ontwerpen dat ze in de toekomst flexibel zijn en dat er misschien minder zal moeten afgebroken worden? Denk aan de principes rond losmaakbare bouwknopen of het uitbreidbaar en inkrimpbaar maken van een gebouw. De discussie over aansprakelijkheid komt daar terug op tafel.”

 

Dirk Mattheeuws: “Stel dat het plan om een droge vloerplaat te gebruiken tijdens de uitvoeringsfase plaats maakt voor een natte chape en daardoor het vloerverwarmingssysteem later niet uitbreidbaar blijkt te zijn. Dan is het interessant om te weten wie daarvoor aansprakelijk is.”

 

Laten we het iets ruimer afbakenen: welke rol zien jullie voor de architect weggelegd in de duurzame transitie die zich voltrekt?

Dirk Mattheeuws: “We hebben eigenlijk altijd gesteld dat de architect dé persoon bij uitstek is om een oplossing te bieden voor maatschappelijke problemen. Daar blijven we uiteraard van overtuigd, maar het is niet iets wat de architect solo moet realiseren. We hebben verschillende partijen nodig om al de aspecten van duurzaamheid te bundelen bij het realiseren van projecten.”

 

Melanie Vercruysse: “Het is belangrijk dat die specialisten ook al in de ontwerpfase betrokken worden. Maar de verantwoordelijkheid dragen voor het advies van al die spelers, is nog een andere zaak. De architect is de persoon die de helikopterview behoudt, die van alles de basis kent en dat weet te koppelen binnen een creatief ontwerp.”

Werkgroep 'De architect in 2050'

Stelling 3: Als de rol van de architect verandert, verandert ook NAV

 

Of het nu gaat over circulariteit of over beleidsbeslissingen, NAV heeft een traditie van werkgroepen waarmee het belangrijke onderwerpen uitpuurt. Zo gaat NAV bijvoorbeeld de dialoog aan met  lokale besturen  en bekijkt samen met het Vlaams Departement Omgeving hoe een voortraject beter kan.  Zo zet NAV mee de schouders onder kwalitatieve projecten. Blijft die werking overeind nu de rol van de architecten verandert?

 

Melanie Vercruysse: “Zeker wel, dat merk je ook aan de resultaten. Denk maar aan de werkgroep circulair bouwen, waarin we in eerste instantie kijken wat onder die noemer valt, welke nieuwe rollen het met zich meebrengt, welke functie de architect kan opnemen in een circulaire bouwketen met veel partijen. Met de werkgroep bekijken we hoe circulair bouwen kansen kan bieden voor architecten.”

 

Dirk Mattheeuws: “Geen NAV zonder de regio’s of zonder de werkgroepen. Het moet bottom-up en top-down zijn. Wat zijn wij als we niet voldoende input krijgen van de leden over wat hun zorgen zijn, waar ze mee bezig zijn, wat hun problemen zijn? Hoe kunnen wij aan syndicale werking doen en antwoorden bieden als we onze werkgroepen niet hebben? De rol van NAV verandert in dat opzicht niet fundamenteel. Faciliteren blijft onze topprioriteit.”

 

Melanie Vercruysse: “We hebben in de laatste jaren heel sterk gewerkt rond die visie van de architect naar 2050. Maar de maatschappij verandert continu, ook de bouwsector is voortdurend in beweging. Wie weet welke innovaties en mogelijkheden de toekomst biedt? We willen zoveel mogelijk inspelen op de noden van onze leden en daar op de gepaste manier aan beantwoorden. In dat kader zal NAV ook continu blijven evolueren en innoveren. Dit wil ook zeggen dat we onze manier van communiceren en kennisdelen voortdurend onder de loep moeten nemen.”

 

Dirk Mattheeuws: “Het is een parallel proces. Als je kijkt naar de nieuwe positie van de architect in de maatschappij, dan ga je je daar als vereniging ook telkens op heroriënteren. Samenwerking creëren en faciliteren zullen onze kerntaken blijven, maar we willen er zeker ook beter over communiceren. We willen nog meer gaan uitleggen hoe NAV in elkaar zit en wat we aan het einde van de rit gerealiseerd hebben. Dat stimuleert het engagement, omdat je architecten toont hoe je binnen NAV zinvol bezig kan zijn.”