Interview

“Het overstromingsrisico wordt deel van het leven”

Ir.-arch. Arnaud Tandt • 13 januari 2023

Studio Paola Viganò is gespecialiseerd in stadsontwikkeling en ontwierp de afgelopen decennia masterplannen en publieke ruimtes in heel Europa en in België. Momenteel werkt de Studio aan een studie voor de wederopbouw van de Vesdervallei, het epicentrum van de zware overstromingen in juli 2021.

Paola Viganò - Foto: Studio Dann

We ontmoeten Paola Viganò in het kantoor in Brussel – de hoofdstudio bevindt zich in Milaan. Paola Viganò is een Italiaanse architecte en stedenbouwkundige, en professor aan de EPFL in Lausanne en IUAV in Venetië waar ze haar doctoraat behaalde. Vanaf 1990 leidde ze samen met Bernardo Secchi de Studio Associato Bernardo Secchi Paola Viganò die ook in België verschillende projecten ontwierp zoals het masterplan en de begraafplaats voor Hoog Kortrijk, het theaterplein en Park Spoor Noord in Antwerpen, Hostel Wadi en het bijhorende masterplan voor De Hoge Rielen in Kasterlee en het openbaar domein van de Lamotsite in Mechelen. Sinds het overlijden van Secchi in 2014 zet ze het werk verder met Studio Paola Viganò. Vandaag werkt de Studio aan publieke ruimtes, zoals het net opgeleverde nucleaire park in Dessel en het Marie Jansonplein in Sint-Gillis dat in de lente van 2023 opent. Op 19 april geeft Paola Viganò een lezing in het STUK in Leuven. Daarbij zal ook de studie over de Vesdervallei de revue passeren, een onderzoek dat de studio samen met de Universiteit van Luik voert.

Sharing a forest, living together. De Hoge Rielen, Kasterlee – Hostel Wadi met dennenbomen – Studio Bernardo Secchi Paola Viganò; Studio Paola Viganò. I.s.m. Dirk Jaspaert en Marc de Kooning (BAS), Dries Beys (ARA).

Paola Viganò: “De titel van de studie is: ‘Schéma stratégique multidisciplinaire du bassin versant de la Vesdre’ (‘Multidisciplinair strategisch plan voor het stroomgebied van de Vesder’, nvdr). Een strategisch schema, het zegt met andere woorden iets over de toekomst, het bevat een visie en de strategieën om die te verwezenlijken. We proberen de catastrofe te integreren in een positief beeld van een mogelijke toekomst. Van bij het begin hebben we beslist om niet enkel te spreken over de overstromingen. Je moet weten dat de Vesdervallei al langer achteruitging, zeker het lagere deel dat overstroomd is, waar de armste bevolking woont, met veel immigranten en werklozen. De overstromingen kwamen bovenop de economische en sociale crisis."

 

 

"We proberen de catastrofe te integreren in een positief beeld van een mogelijke toekomst."

 

"De eerste grote vraag is hoe kunnen deze condities getransformeerd worden in functie van een ‘resilient’ (veerkrachtig, nvdr) soort vallei? De tweede vraag is hoe kan het volledige stroomgebied – niet enkel het overstromingsgebied van de vallei – aangepakt worden om het risico te verminderen? Dat tweede punt brengt een politieke problematiek met zich mee, want het berust op territoriale solidariteit: stroomopwaarts en stroomafwaarts. Het werk is heel moeilijk omdat er veel contradicties opduiken. En ook het idee om meer ‘resilient’ te worden is moeilijk en complex. Eerst moet je reflecteren over wat het betekent om ‘resilient’, veerkrachtig te zijn. ‘Resiliency’ betekent vooreerst het fenomeen aanvaarden, er is het crisismoment dat je moet ondergaan – het is niet mogelijk om elk risico volledig uit te sluiten. Het risico wordt deel van het leven."

 

"Bovendien moet je niet enkel aan overstromingen denken. We werken samen met klimaatexperten die op basis van het meest recente IPCC-klimaatrapport tot de eerste voorlopige conclusies kwamen dat vanaf 2050 de droogteproblematiek even belangrijk zal worden als de overstromingen, die de komende decennia nog mogelijk zijn. In samenwerking met de onderzoekers van de ULiège zoeken we naar oplossingen die inspelen op zowel de droogte als de overstromingen. Of op zijn minst een aanpassingsproces in gang te zetten dat de twee fenomenen opneemt. De randvoorwaarden zijn heel onzeker, elke aanpassing moet geschikt zijn voor verschillende soorten risico’s. Op basis daarvan moet je een ruimtelijk en sociaal project ontwikkelen, dat niet enkel rekening houdt met de risico’s maar ook met de meer algemene levenskwaliteit op die plek.”

 

Het is waarschijnlijk moeilijk om de mindset te veranderen richting ‘resilience’ bij de opdrachtgever, in dit geval niet enkel de overheid, maar ook de mensen die er wonen.

Paola Viganò: “Natuurlijk. We hebben veel tijd gespendeerd in het aanwezig zijn ter plekke, in discussiemomenten, debatten en participatie in het algemeen. De ULiège heeft veel interviews afgenomen om het gevoel die de shock teweegbracht te begrijpen. Die interviews zijn heel aangrijpend, de mensen wilden in de eerste plaats gewoon vertellen, en het was aan ons om te luisteren. Daarna hebben we ateliers georganiseerd met hierin geïnteresseerde burgers. We hebben die ateliers gebruikt om te discussiëren over mogelijke scenario’s. Dat was niet het brede publiek dat hieraan deelnam. De burgers die we er spraken waren er heel erg van overtuigd dat we niet verder kunnen doen zoals we bezig zijn. Ze waren voorstander van belangrijke veranderingen. Er is vandaag het bewustzijn dat de rivier meer ruimte nodig heeft. De Vesder heeft tijdens de overstroming gewoon haar ruimte, haar bedding, ingenomen. Als we dit niet begrijpen kunnen we niet weerbaar worden. We moeten rivieren beginnen bekijken als ‘subjecten’ die een logica en rationeel gedrag hebben en op hun manier in het territorium komen. We moeten ze als subjecten bekijken, anders gaan we geen betere co-existentie met deze dynamieken bekomen.”

Multidisciplinair strategisch plan voor het stroomgebied van de Vesder – Ferrariskaart, Stroomgebied van de Vesder met de overstromingsgebieden van 2021 (in rood) – Studio Paola Viganò en ULiège TEAM-Vesdre i.s.m. Yellow Window.

We zijn het gewend om de natuur te bedwingen en onze visie op te leggen.

Paola Viganò: “Co-existentie is niet opleggen. We moeten van deze subjecten niet iets maken dat ‘subjected’, onderworpen, is, maar ze beschouwen als individuen waarmee we moeten leven. De echte shift is geloven dat je naast elkaar kan bestaan. Co-existentie betekent, in sommige gevallen, accepteren dat je op bepaalde momenten water in je huis zal hebben. Veel inwoners van de Vesdervallei leefden echter enkel op het gelijkvloers. De benedenverdieping loopt duidelijk een hoger risico, en dat zal vermoedelijk zo blijven ook als we bepaalde maatregelen verbeteren."

 

"Dus moeten die families meer ruimte hebben. Dat raakt aan de sociale condities: waar wonen mensen, wat is de staat van de gebouwen? Je moet niet enkel werken op de Vesder maar ook op de typologieën en aanvaarden dat het water misschien kan binnenkomen op bepaalde momenten. De overstroming duurde ook niet zo lang, slechts enkele uren. Je moet je voorstellen dat als er een overstroming zou zijn in Parijs – wat een reëel risico is – dan zou het water er enkele weken staan. De sociologen van de Universiteit van Luik van hun kant pleiten voor het investeren in een cultuur van risico’s. Mensen moeten voorbereid en geïnformeerd zijn over risico’s. De ‘resilience’ betekent ook klaar zijn, weten dat de golf eraan komt."

 

"We moeten daarnaast voorbereid zijn op de droogte. De droogte zal de relatie veranderen tussen het hogere deel, de Pays d’Herve, en het overstromingsgebied. Het zal het plateau zijn dat vooral te lijden zal krijgen onder de droogte. Sommige burgers suggereerden tijdens het overleg om meer aan te planten in het overstromingsgebied, als een boomkwekerij waar planten zouden gedijen als er op het hogere deel niets meer groeit. De relatie tussen het hogere en lagere deel is een cruciaal onderdeel van het strategisch schema. Vandaag is het hoogste deel meer dynamisch op economisch vlak, er is meer ontwikkeling en het is verbonden met de snelweg en de hogesnelheidstrein. We kunnen ons voorstellen dat er in de toekomst een nieuw territoriaal evenwicht zal zijn als gevolg van de problemen op het plateau. Ik zie iets gelijkaardigs in Vlaanderen gebeuren. Vlaanderen zal erg afzien door de droogte in de toekomst en dat zal het bestaande evenwicht veranderen.”

 

Wanneer je spreekt over ‘resiliency’, moet ik denken aan Venetië waar ze de terugkerende overstromingen tijdens ‘acqua alta’ hebben leren aanvaarden. Tezelfdertijd plannen ze ook om de ergste gevolgen van de klimaatwijziging het hoofd te kunnen bieden.  

Paola Viganò: “Venetië is exemplarisch. Piero Bevilacqua, een Italiaanse geleerde, spreekt over Venetië als een planetaire metafoor. Als je Venetië begrijpt, begrijp je veel van onze planetaire problemen. Natuurlijk speelt Venetië altijd in mijn achterhoofd. De lagune is een totaal kunstmatig door de mens gemaakte ruimte, die de natuurlijke lagune transformeerde en de daarin stromende rivieren omleidde. En nu is de vraag: kunnen we deze fragiele constructie behouden of moeten we het loslaten of volledig transformeren? Het is interessant om weten dat de Venetiaanse republiek in de 15de, 16de, 17de eeuw een manier ontwikkelde om met deze onzekere condities om te gaan door technieken of interventies toe te passen die omgekeerd konden worden. Je kon die ingrepen testen en als ze niet werkten kon je ze ontmantelen. Dat is heel belangrijk in termen van ‘resilience’, want als we iets veranderen aan ecologische omstandigheden weten we niet exact wat zal gebeuren. Het idee dat je met heel voorzichtige stappen vooruit moet gaan en elke keer de kans moet hebben om terug te keren is essentieel. Er zijn zoveel lessen die we kunnen trekken uit Venetië. Maar ook: Venetië heeft het water deels aanvaard, en in de toekomst zal het waarschijnlijk nog meer water moeten aanvaarden."

 

"Er zijn ondertussen systemen ontwikkeld om de lagune te beschermen tegen het stijgende water, maar ze zijn heel duur in gebruik. Dus wordt op sommige momenten beslist om ze niet in te zetten en het water te aanvaarden. Tijdens het meest recente hoogtij is het water San Marco binnengedrongen, niet omdat de wanden het water niet konden tegenhouden maar omdat beslist werd om ze niet in te zetten. In dit geval liep het water over de mozaïeken van San Marco die bij de mooiste ter wereld zijn. We weten niet of Venetië gered kan worden. Als er een stijging is van 50 cm van de zeespiegel dan kan het hoogtij nog beteugeld worden, indien meer wordt het heel moeilijk. Als we onder die 50 cm willen blijven, moeten we nu als planeet handelen. Als we de planeet redden, redden we Venetië. Als je Venetië wilt redden, moet je de planeet redden.”

Soil and Labour: a vision for the Grand Genève – Weak structures for XXI century metropolis – 2018-2020 Habitat Research Center, EPFL met studenten van de Design Studios BA 5-6, MA 1-2, SAR-IA (in the frame of the Prospective visions for Great Geneva - The Eco-Century Project®, Fondation Braillard Architectes, Geneva,

Kan je voorbeelden geven van jullie projecten waar je een transitie ziet?

Paola Viganò: “Eerst en vooral zijn steden en omgevingen uitzonderlijke laboratoria voor de transitie, voor regeneratie en hergebruik. Ik ben momenteel de consultant voor het ‘Plan directeur Communal’, gelijkaardig aan het Structuurplan, van de stad Genève, waar ze de komende jaren 10.000 auto’s willen weren. Dat betekent dat we de publieke ruimte volledig kunnen herdefiniëren. Ik zeg altijd dat de straat, elke straat, een instrument en een cruciale agent is van de ecologische en sociale transitie. Stel je een transformatie voor van alle straten en wegen, met meer ruimte voor biodiversiteit, zachte mobiliteit, waterbeheer in openlucht, … Dan begrijp je dat door te beginnen met de straat je de stad kan veranderen."

 

 

“Door te beginnen met de straat, kan je de stad veranderen.”

 

"In Brest hebben we net richtlijnen opgesteld voor het gereconstrueerde centrum. We focussen op de vraag hoe we de manier waarop we bewegen in de stad kunnen veranderen. Kunnen we opnieuw gewoon geraken aan wandelen? We waren dat kwijt maar met COVID kwam dit terug. Of de relatie met de buitenlucht: kunnen we meer buiten leven? We hebben meer plekken nodig waar we kunnen verblijven: werken, eten, lesgeven en leren. Dat brengt ons bij de vraag welke publieke ruimte we willen, welk contact of afstand met de anderen, mensen en niet-mensen. In Brest hebben we onze aandacht ook gericht op de binnenplaatsen van de bouwblokken. Doordat er in dat deel van de stad geen garages zijn, is het hart van het bouwblok getransformeerd in parkeerplaatsen, terwijl het kleine oases zouden kunnen zijn. Door te werken op het maaiveld, raak je veel cruciale kwesties.”

Brest 2040 Stadslandschap in Transitie – De rand van de baai – Studio Paola Viganò i.s.m. Idea Consult, Egis, Scopic, Guam Conseil

Om te eindigen, wil ik het even over iets anders hebben. Toen ik de eerste keer de begraafplaats van Hoog-Kortrijk bezocht was ik helemaal overweldigd. Ik woonde in de streek en ik stond versteld dat er daar zo’n mooie plek bestond. Jullie interventie reveleerde de schoonheid van het landschap.

Paola Viganò: “Bedankt. Wij hebben altijd geloofd in de kracht van plaatsen als ze goed worden begrepen en er zorgvuldig naar wordt geluisterd. Ik probeer dat ook te doen met de Vesder. Een extern oog kan een interessante rol spelen in dit geval. Victor Hugo beschreef de Vesdervallei als de mooiste vallei ter wereld. En het is er inderdaad uitzonderlijk mooi. De schoonheid is niet alleen door de natuurlijke context maar ook de kwaliteit en homogeniteit van de architectuur. De industriële revolutie in België startte in de Vesdervallei met de textielindustrie. De prachtige baksteenarchitectuur is er nog steeds een getuige van en anders dan in andere delen in België, is die niet verdwenen met de teloorgang van de industrie na de jaren vijftig en zestig. Je hebt er dat industriële erfgoed, en ook de voorgaande laag, uit de middeleeuwen, in natuursteen. De vallei ligt ook in het midden van twee fantastische parken, de Hoge Venen en het Drielandenpark. De mensen zien zelf dat potentieel niet volledig. Dat is zoals het venster dat we openden op het landschap van Kortrijk: “Kijk wat je hebt, een deel van het Vlaamse schilderij is hier.” De Vesdervallei is hetzelfde. Ik moet het brengen als een persoonlijke en zelfs intimistische ervaring, want mijn ogen zijn niet lokaal en anders wordt het niet gehoord. Elk project is een uitwisseling en een wederzijds geschenk wanneer het onze ogen opent.”

A place in the landscape. Begraafplaats Hoog-Kortrijk, Studio Bernardo Secchi Paola Viganò, i.s.m. Ann Cnockaert, Phlippe Cnockaert, Griet Robyn, Paul Vandeputte