Nieuws

Gebouwen toegankelijker maken? Als de regels helder zijn, is een nieuwe adviseur overbodig

7 maart 2023

Winkels, horecazaken en doktersprakijken zijn vaak niet toegankelijk voor mensen die een rolstoel gebruiken. Daarom werkt de Vlaamse overheid aan scherpere regels voor publieke gebouwen. Inclusie moet de norm worden, en dat is natuurlijk een goede zaak. Helaas gaat het plan gepaard met de introductie van (alweer) een adviseur. Overkill, vindt NAV.

Foto: © ID / Frederiek Vande Velde

Wie een beperking heeft stoot in Vlaanderen nog te vaak op barrières. Daar is een simpele verklaring voor. Gebouwen met een 'voor het publiek toegankelijke oppervlakte' kleiner dan 150 m2 moeten niet aan de toegankelijkheidsregelgeving voldoen. En zo zijn handelszaken en cafés lang niet altijd aangepast aan rolstoelen.

 

Voor kantoorgebouwen en bedrijven geldt dat enkel de “publieke delen” toegankelijk moeten zijn, zoals de inkom en het sanitair voor bezoekers. De lokalen voor werknemers vallen hier niet onder. Gevolg? Rolstoelgebruikers raken mogelijk enkel met de hulp van een collega over de drempel van hun eigen werkplek. 

 

De regelgeving rond toegankelijkheid bevat vandaag dus enkele significante uitzonderingen. Ze is bovendien uiterst complex. “Tot hiertoe werden de toegankelijkheidsnormen vaak niet gevolgd in de bouwaanvraag”, stelt Inter Vlaanderen vast. “Er werd toch een vergunning gegeven en men stond voor voldongen feiten eens het gebouw was gerenoveerd of neergezet.”

 

Ministers Bart Somers en Zuhal Demir willen daar verandering in brengen. “Toegankelijkheid moet de norm worden.”

 

Nieuwe toegankelijkheidstoets

Somers en Demir zullen de toegankelijkheidsverordening aanpassen. Ze werken o.a. aan een toegankelijkheidstoets voor nieuwe en te renoveren publieke gebouwen, vergelijkbaar met een energieprestatiecertificaat. Elk bouwdossier van een publiek toegankelijk gebouw moet in de toekomst een toegankelijkheidsverslag bevatten.

 

Ook voor kleine gebouwen

De strengere normen gelden voor álle publieke gebouwen, ook als ze kleiner zijn dan 150m2. Cafés, restaurants en winkels zullen dus onder de verordening vallen, net als sportcentra, dokterskabinetten, crèches …

 

Bovendien zullen de regels niet enkel van toepassing zijn op bezoekersruimten van bedrijven, maar ook op de personeelsruimten.

 

Verplichte ingrepen?

  • Aan deuropeningen moet er een vrije doorgangsbreedte zijn van minimum 90 cm
  • De gangen moeten voldoende breed zijn (150 cm en 120 cm op het smalste punt)
  • Drempels moeten worden weggewerkt (minder dan 2 cm)
  • Rolstoelgebruikers krijgen opstelruimte om deuren zelfstandig te kunnen openen
  • ...

 

Alle (huidige) regels rond toegankelijkheid van publieke gebouwen vind je op www.toegankelijkgebouw.be.

 

De ‘toegankelijkheidsverslaggever’

Doel is om de nieuwe toegankelijkheidsnormen proactief te controleren, dus vóór de start van de werken. De Vlaamse overheid wil hiervoor een nieuwe verslaggever in het leven roepen, opgeleid en erkend door Inter. De verslaggever, een geaccrediteerde architect, kijkt na of de wetgeving correct werd toegepast in de plannen. De opdrachtgever moet de verslaggever aanstellen en betalen.

 

Afwijken?

Enkel in uitzonderlijke gevallen zou er afgeweken kunnen worden, zoals voor kleine praktijkruimtes in een eigen woning of bij historische gebouwen. Het is de bedoeling dat de toegankelijkheidsverslaggever advies geeft bij pragmatische vragen om af te wijken op de norm.

 

NAV steunt inclusie. En dit lukt ook zónder verslaggever

Meer inclusieve architectuur kunnen we met NAV alleen maar toejuichen. Daarom vinden we het goed dat ook kleine gebouwen zo toegankelijk mogelijk moeten zijn. We steunen ook het plan om te snoeien in het woud aan uitzonderingen.

 

Maar als de wet écht duidelijk is, dan is een nieuwe deskundige simpelweg overbodig. “Overkill”, reageert NAV-voorzitter Dirk Mattheeuws in Het Nieuwsblad. De verantwoordelijkheid over een bouwproject raakt zo nog meer versnipperd.

 

Velen van de nieuwe deskundigen zijn vaak niet verantwoordelijk en kunnen dus niet aansprakelijk worden gesteld voor hun tussenkomst. Op het einde van de rit blijft de architect de verantwoordelijke voor alles.

 

Architecten zullen de wet correct toepassen. Het wordt tijd dat elke partner in het bouwproces verantwoordelijk is voor zijn eigen tussenkomst.

 

Hoe gaat het nu verder?

Eind februari keurde de Vlaamse regering de krijtlijnen goed. De regelgeving zelf moet nog worden uitgeschreven. Maar ministers Somers en Demir willen nog deze legislatuur een aanpassing.

 

NAV blijft ijveren voor meer efficiëntie. Mét strikte, heldere regels. Maar zonder extra tussenpersoon.