bescherming consumenten

Bouwsector vraagt integraal hedendaagse controle op starters

4 mei 2023

Naar aanleiding van het recente nieuws over een onafgewerkt woonproject in Roeselare door een faillissement, dringt de voltallige bouwsector aan op een nieuw, modern, bindend kader voor starters. De sectororganisaties Embuild Vlaanderen, Bouwunie, NAV, BVA, Orde van Architecten – Vlaamse Raad en ORI, en de vakbonden ACV, ABVV en ACLVB vragen aan Vlaams minister van Werk, Jo Brouns, om gezamenlijk de toegang tot het bouwberoep opnieuw te stroomlijnen op een hedendaagse manier en met de focus op bedrijfs- en beroepskennis.

Tijd voor een moderne variant van de vestigingswet

De Vlaamse regering heeft op 1 januari 2019 de vestigingswetgeving afgeschaft. Sindsdien is het aantal starters in de bouw, maar ook de kans op faillissement aanzienlijk gestegen. De vestigingswetgeving verplichtte bouwbedrijven om voor een heel aantal bouwactiviteiten hun ondernemingsvaardigheden te bewijzen. Dat ging zowel over de basiskennis bedrijfsbeheer als over beroepsbekwaamheid. Zo bood de vestigingswetgeving bijkomende zekerheden aan consumenten, omdat elke bouwonderneming getest werd op haar bedrijfs- en vakkennis. In de andere gewesten bestaat de vestigingswetgeving nog wel. De bouwsector dringt nu aan op een nieuwe, moderne variant van de afgeschafte vestigingswet. Dat komt zowel de klant als de startende ondernemer ten goede.

 

“Bedrijfs- en vakkennis sterkt een startende ondernemer, vermindert het risico op faling, en beschermt de klant tegen onregelmatige bedrijfsvoering en slechte uitvoeringen. De toegang tot het bouwberoep moet gepaard gaan met de nodige scholing en professionalisme. Naast het cruciale belang van o.a. de kostprijsberekening van een project, maakt de technische evolutie van de laatste jaren dat een aannemer zich continu dient bij te scholen om de vereiste kwaliteit te leveren. Om de hele sector en de consumenten te beschermen tegen onafgewerkte huizen en onbetaalde onderaannemers, is het noodzakelijk om een vernieuwde vestigingswet in te voeren. Alleen zo kan het aantal gedupeerden in de hele keten afnemen”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen.

 

De Orde van Architecten – Vlaamse Raad, Netwerk Architecten Vlaanderen en de Beroepsvereniging voor architecten in een gezamenlijke reactie: “Veel meer dan vroeger worden consumenten en architecten vandaag geconfronteerd met aannemers die de nodige beroeps- en administratieve vaardigheden ontbreken om een bouwproject tot een goed einde te brengen. In combinatie met de gewijzigde vennootschapsregelgeving - waar veel minder startkapitaal is vereist - stellen we helaas meer en meer vast dat aannemers zonder de nodige vakbekwaamheid, zonder de nodige bedrijfskennis om een bedrijf rendabel te kunnen runnen en zonder de nodige financiële back-up, consumenten misleiden en steeds meer hogere voorschotten vragen. Dit niet alleen bij projecten waar de medewerking van een architect verplicht is, maar nog meer bij de talloze kleinere bouwwerken waar de achteloze consument als leek overgelaten wordt aan de praktijken van weinig betrouwbare bouwpartners met mooie praatjes en loze beloften. Daarom raden de architecten bouwers en verbouwers aan om altijd te werken met een onafhankelijke architect, ingeschreven bij de Orde van Architecten, ook wanneer dit niet verplicht is. De architectenorganisaties zijn bijgevolg ook vragende partij om de vestigingsreglementering opnieuw in te voeren in Vlaanderen.”

Meer faillissementen

In Vlaanderen is er vandaag geen vereiste meer van beroepsbekwaamheid en dus geen controle, en kan iemand sneller en eenvoudiger starten met bouwactiviteiten. Vergeleken met 2018 is het aantal faillissementen in 2022 gestegen met 40% in Vlaanderen. In Wallonië was er in dezelfde periode een daling van 21% en in Brussel was er een daling van 10%. Dit ligt enerzijds aan het hogere aantal startende bedrijven in Vlaanderen, maar anderzijds is het aantal starters verminderd en bereiken we tegelijkertijd een historisch hoogtepunt aan faillissementen. De kans op faillissement is bovendien een stuk groter bij starters dan bij al gevestigde bedrijven.

 

"De vestigingswet scheidde het kaf van het koren. Ze beschermde de consument tegen charlatans, mensen die zonder enige kennis van zaken of vakmanschap een bouwbedrijf starten. Met alle mogelijke gevolgen van dien. De vestigingswet was de enige betaalbare en afdwingbare basisgarantie op kwaliteit. Maar ze beschermde de ondernemers ook tegen zichzelf. Want een bedrijf oprichten én succesvol doorheen tegenslagen en een veranderende wereld loodsen, is geen kattenpis. De vestigingswet samen met een deftig minimumkapitaal behoedde de ondernemer beter voor een financiële put. Vandaag bestaat geen enkel evenwaardig alternatief dat zowel de consument als de ondernemer beschermt. Het is met andere woorden meer dan tijd voor een aangepaste versie van de vestigingswet", aldus Nadia Schepens, specialiste vestigingswetgeving Bouwunie.

 

“Sinds de afschaffing van de wet is het duidelijk geworden dat er op vlak van wetgeving rond garanties voor bouwheer en bouwvakker één grote leegte gaapt”, betreurt ACVBIE-voorzitter Patrick Vandenberghe. “Dat de overheid ondernemerschap stimuleert, is een goede zaak. Er zijn echter grenzen. Kwaadwillige aannemers mogen geen vrij spel krijgen en zomaar een economische activiteit starten zonder enige vorm van beroepsbekwaamheid te moeten aantonen. Sluitende wetgeving en controles in de bouwsector zijn noodzakelijk. We pleiten dan ook voor de herinvoering van de vestigingswet in Vlaanderen.  Een aantal van de recente schandalen waren bovendien het gevolg van misbruiken bij bouwpromotoren. Er moet dus onderzocht worden hoe de verantwoordelijkheid rond de vakbekwaamheid ook bij die promotoren kan worden toegepast.  Dit kan een belangrijke stap zijn in de bescherming van de cliënten én werknemers in de praktijk”, stelt Gianni De Vlaminck, Federaal Secretaris van de Algemene Centrale ABVV.