Nieuws

Maggie Shelter van DMOA bekroond met Henry van de Velde Award

20 januari 2017

Flanders DC reikte op 19 januari de Henry van de Velde Awards 16 uit. De 12 winnaars belichamen alle aspecten van design. De awards bekronen sinds 1994 goed design. Ze zijn een ode aan de diversiteit, de noodzaak en de impact van design. Onder meer DMOA en Rotor Deconstruction vielen in de prijzen.

Bij de beraadslaging viel het de professionele jury op dat design in 2016 garant staat voor hoge relevantie en bijzonder inspirerend is. Designers krijgen een meer maatschappelijke functie en vinden vanuit een eigen aanpak vaak verrassende en verrassend eenvoudige oplossingen. Design kan dus een mooi object zijn dat je koestert, maar even goed een oplossing op grote of kleinere schaal voor de grotere maatschappelijke problemen waarmee we geconfronteerd worden, de mobiliteit, het klimaat, de gezondheidszorg, het vluchtelingenprobleem enzovoort.

 

Henry van de Velde Life Quality Award 16: Maggie Shelter

 

Duurzaam noodgebouw. De Maggie Shelter (foto bovenaan) is de oplossing waar vaste constructies niet mogen, gewenst of praktisch zijn. Deze is snel op te zetten en te verplaatsen, modulair, polyvalent en aanpasbaar aan de seizoenen. Ze heeft een hoge energieprestatie en weerstaat aan een hard klimaat en aan stormen. De constructie werd voorzien van een dubbele wand uit aluminium en zeildoek die volledig opgevuld kan worden met lokale materialen. De Maggie ziet eruit als een grote tent maar heeft de voordelen en functionaliteit van een vast gebouw. 

 

Ontwerp DMOA architecten bvba (Benjamin Denef, Matthias Mattelaer, Bart Peeters, Kjell Keymolen, Inge Stuyckens), Opdrachtgever Maggie i.s.m. KULeuven, Centexbel, Vermako, Vervaeke, Fedasil, Agentschap Innoveren & Ondernemen en Flanders Investment & Trade

 

Henry van de Velde Company Award 16: Rotor Deconstruction

 

Rotor Deconstruction is een afdeling van Rotor, een Brussels collectief. Rotor is opgericht in 2005 en heeft als doel het promoten en faciliteren van het hergebruik van bouwonderdelen om zo tot een beter en efficiënter gebruik van grondstoffen te komen. Het richt zich vooral op het ontginnen van herbruikbare materialen uit de afbraak van naoorlogse en moderne architectuur.


In 2012-2013 maakte Rotor een studie van de bestaande handelaars in tweedehandsbouwmaterialen in België. Veel van deze handelaren focussen op rustieke materialen bestemd voor de (neo-)rurale markt. Slechts enkelen richten zich op onderdelen uit kantoorgebouwen, nochtans de grootste groep van gebouwen die afgebroken worden in stedelijke omgevingen. Rotor zag een nood en een noodzaak en richtte Rotor Deconstruction op, een 'afvalverwerkend bedrijf' dat onderzoekt welke materialen genoeg waarde hebben om hun demontage te financieren.