Opinie

"De houding van de overheid tegenover de architect is dubbelzinnig"

Kati Lamens, voorzitter NAV • 24 maart 2017

Zien bouwheren architecten te weinig als hun vertrouwenspersoon? Klopt niet, zegt Kati Lamens, voorzitter van Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) in Ik ga Bouwen & Renoveren. Architecten scoren samen met notarissen het hoogst in een recent imago-onderzoek van de vastgoedsector. Maar anders dan bij notarissen is die vertrouwenspositie niet zomaar inherent aan hun statuut.

Bouwen en verbouwen is vandaag een ongelooflijk complex gebeuren met veel betrokken partijen, elk met hun eigen expertisegebied. De regels en kwaliteitseisen zijn enorm toegenomen en ook de budgettaire impact is een pak groter dan pakweg twee decennia geleden. Voor veel mensen is de beslissing om te gaan (ver)bouwen dan ook één van de belangrijkste uit hun leven.

 

In die omstandigheden moet het meer dan ooit voor gemoedsrust zorgen dat er alvast één partij is die van alles op de hoogte is en de bouwheer met vaste hand doorheen het kluwen stuurt: de architect. Die is volgens ons meer dan wie ook onafhankelijk en legt voor elke keuze die de bouwheer moet maken de juiste afwegingen voor. Alleen de architect kan deze neutrale aanpak garanderen.

 

Is dat te weinig bekend bij de publieke opinie? Er is weinig vertrouwen in de vastgoedsector in zijn geheel, zo blijkt uit een recent onderzoek bij 2.000 Belgen, maar gemiddeld is er nog het meeste vertrouwen in de architect, notaris of landmeter.

 

Is het beroep van architect te vergelijken met dat van notaris? Beide beroepen krijgen van de wetgever een taak toebedeeld die het algemeen belang dient. Een notaris heeft zelfs een soort statuut als ambtenaar, waardoor hij vaste tarieven kan hanteren en dus ook een kwaliteitsniveau kan garanderen.

 

De houding van de overheid tegenover de architect is daarentegen dubbelzinnig. Deze krijgt van haar dan wel een taak van openbare orde, maar moet opereren binnen een markt waar de concurrentie vrij spel heeft en de tarieven dus worden geregeld volgens de wet van vraag en aanbod.

 

Een beter beschermd statuut met vaste tarieven zou de architect toelaten om klanten nog beter te informeren, vrijblijvend indien nodig en met oog voor het individueel én maatschappelijk belang.