Nieuws

Studie: vrije beroepers focussen op mond-aan-mondreclame, minder op online werving

26 april 2017

Vrije beroepers staan bekend om hun vakkennis en hun expertise. Uit een onderzoek van de Federatie Vrije Beroepen, naar aanleiding van haar jaarlijkse 'Dag van het Vrije Beroep', gisteravond, geeft 74 % aan externe communicatie belangrijk te vinden, ook voor het vrije beroep. Voor de groei van hun praktijk rekenen vrije beroepen vooral op mond-aan-mond-reclame en een goede dienstverlening.

Maar als het om het hanteren van moderne, digitale communicatiemedia gaat, hinken vrije beroepen nog wat achterop. Zo beschikt, bijvoorbeeld, slechts 54 % over een eigen website. "Kennelijk worstelen nog heel wat vrije beroepers met de vraag of ze wel - zomaar - online mógen communiceren, volgens de normen en deontologie van hun beroep.", aldus Jan Sap, secretaris-generaal van de Federatie Vrije Beroepen. 

 

Maar ook meer praktische bezwaren, zoals tijdsgebrek, spelen de vrije beroepers hier parten. Zo besteedt 54 % van de vrije beroepers amper een half uur per week aan online communicatie, 83 % besteedt er niet meer dan één uur per week aan. En dat is voor álle online communicatie samen. Dus niet alleen die op de website, maar ook op sociale media als Facebook, Twitter, Linkedin... Overigens is in totaal slechts 44 % van de vrije beroepers actief op deze netwerkplatformen.

 

"Vrije beroepers zijn vooral gefocust op een goede, kwaliteitsvolle dienstverlening. Dat is goed. Maar inzake marketing kunnen ze zeker meer doen, ook binnen de eigen deontologische mogelijkheden”. benadrukt Jan Sap, "Daarmee bedoel ik niet 'reclame maken', maar wel meer zichtbaarheid genereren, meer expertise tonen. Het vrije beroep is een sterk merk.De beoefenaars kunnen, onder meer via hun online communicatie, een geloofwaardig alternatief bieden voor de pseudo-wetenschappelijke content die her en der online verschijnt. Om op die manier de expertise én persoonljke aanspreekbaarheid van de vrije beroeper meer dan nu in de verf te zetten, én om online ook veel toegankelijker, bereikbaarder te zijn. De terughoudendheid van bepaalde vrije beroepers op dit vlak is begrijpelijk, maar niet nodig.”