Opinie

"Eerst mentaliteit, dan fietspaden"

Johan Rutgeerts, architect en urbanist • 12 juni 2017

Zowat iedereen kent wel een middel om het autoverkeer te verminderen, dat vooral anderen moeten toepassen. Zelden komt architect en urbanist Johan Rutgeerts mensen tegen die er zelf de nodige inspanningen voor overhebben. Tijd voor een mentaliteitswijziging, vindt hij.

Drie jaar geleden besefte ik dat ik met de trein en plooifiets ook overal raak waar ik wil. Ook voor mijn werk – ik ben architect en moet naar heel wat werven. Toch lukt het mij: van gemiddeld 25.000 kilometer per jaar met de auto naar nog geen 5.000.

 

Ik kan veel redenen geven waarom ik overgeschakeld ben: geen files, geen stress, het is leuk, noem maar op. Sommigen menen dat ze me complimenten moeten geven: dat ik zo sportief ben. Ach, was het maar zo.

Waarom ik het dan wel doe? Wel, ik ben nu over de zestig jaar en het is nooit te laat om iets aan de vervuiling te doen die we allemaal zo normaal vinden. Zowat iedereen kent wel een middel om het autoverkeer te verminderen, dat vooral anderen moeten toepassen. Zelden kom ik mensen tegen die er zelf de nodige inspanningen voor overhebben.

 

Ik ken ze ook, de bedrijfsleiders en hun vertegenwoordigers die tijdens de weekends met hun racefiets de batterijen weer opladen. Het liefst in groep en onder begeleiding van motorrijders, die vervelende auto’s op hun parcours tot stilstand dwingen. Daar kicken ze op.

 

Als ik bij diezelfde bedrijfsleiders op hun vergaderingen met de fiets toekom, bekijken ze mij een beetje meewarig: weer zo’n idealist.

 

Laatst werd ik op een evenement – duizend genodigden, 500 wagens – rechtuit uitgelachen toen ik als enige met mijn fiets toekwam, naast de rij wachtenden. Ik had nochtans een even net pak aan als zij.

 

Vorige zaterdag las ik weer een vurig pleidooi om de fietsinfrastructuur te verbeteren om zo meer mensen op de fiets te krijgen (DS 3 juni) . Ik pleit daar ook voor. Elke inspanning op dat vlak moet aangemoedigd worden. We moeten stemmen voor die politici die het fietsbeleid echt in daden willen omzetten. Maar er is nog meer voor nodig.

 

Vlaanderen omarmt nog steeds zijn statussymbolen. De auto voorop. Zolang de mentaliteit dat de auto superieur is, blijft heersen, zullen alle inspanningen voor verbeterde infrastructuur alleen ten goede komen aan diegenen die fietsen als aangenaam tijdverdrijf beschouwen. Ik voel het aan hun blikken, ik voel het aan hun commentaren: het heeft geen pas om met zo’n vouwfiets ergens toe te komen. Een auto van boven de middenklasse toont hoe succesvol je bent, een vouwfiets niet.

 

Heel vaak hoor ik het argument: als ik het zou doen zoals jij, dan zou ik maar de helft van mijn werk kunnen doen. Ik heb ondervonden dat dit niet waar is. Ik verzet net zoveel werk als vroeger, alleen organiseer ik het nu beter en lever ik tenminste mijn bijdrage tot een properder milieu. Daar heb ik wel wat voor over. Zelfs al moet ik soms vroeger opstaan en ben ik soms later thuis.

 

Dit opinistuk van Johan Rutgeerts verscheen oorspronkelijk in De Standaard. NAV kreeg toestemming om dit te delen op nav.be.