Nieuws

'Wegwerpgebouwen: een pest in Brussel'

20 juni 2017

Dat gebouwen al na twintig jaar gesloopt moeten worden, staat haaks op een duurzaam beleid. Verschillende architecten, o.a. Brussels Bouwmeester Kristiaan Borret, trekken in De Standaard van leer tegende afbraakhonger van projectontwikkelaars.

Foto: Studio Dann

‘Het is een pest in Brussel. Ik kan u talloze voorbeelden geven van wegwerpgebouwen.’ Dat het Paul-Henri Spaakgebouw na amper 24 jaar rijp lijkt voor de sloop, verrast Brussels Bouwmeester Kristiaan Borret allerminst. ‘Kijk naar de wijk rond het Noordstation. De kantoorgebouwen die er in de jaren 80 werden neergepoot, hadden slechts één functie: kantoorruimte. Uit maximaal winstbejag werd alles geoptimaliseerd – lees goedkoop gehouden – in functie van een werkomgeving. Nu bedrijven en ambtenaren er wegtrekken, is het aartsmoeilijk om ze een nieuwe bestemming te geven. En dus rest alleen de sloophamer.’

 

Die vergankelijkheid brengt veel geld op, klaagde ingenieur-architect Joachim Declerck vorige week aan. Hij is de oprichter van de doe- en denktank Architecture Workroom Brussels. ‘Vastgoed is een product geworden, zoals stofzuigers’, zegt hij in De Standaard. ‘Voor ontwikkelaars zijn gebouwen een belegging. (...) Het zijn producten die kapot mogen gaan, zodra de investering heeft opgebracht, terwijl de kosten worden afgewenteld op de overheid en de maatschappij. Er wordt geen rekening gehouden met het stedelijke weefsel en de rol in de publieke ruimte.’

 

De geesten rijpen, zij het traag

 

Borret overlegt met Europa om lessen te trekken uit de architecturale miskleunen van het verleden. ‘Ik hoor veel Europese ambtenaren die beseffen dat het zo niet verder kan’, zegt hij. ‘Voor nieuwe gebouwen organiseren we nu wedstrijden voor architecten, níét voor ontwikkelaars. Tot nog toe bouwden alleen die laatsten kantoren, en waren ze vooral uit op winstmaximalisatie.’

 

Amsterdam loopt voorop. Met semipublieke ontwikkelaars werkt de stad aan ­bestemmingsvrije gebouwen. Die zogenaamde ‘solids’ zijn vrij indeelbaar en in te richten naar de wensen van de gebruiker, het maakt niet uit of het particulieren of bedrijven zijn.